Op 8 oktober 2013 heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, een beschikking gegeven in de zaak betreffende de opheffing van de vereffening van de nalatenschap van mevrouw Alexandra Mathilda Hermine Antonia van de Weijer. De overledene, geboren op 23 november 1963 te Maastricht en overleden op 26 mei 2011 te Boxmeer, had haar laatste woonadres op Prinses Beatrixstraat 18, 5802 BR Venray. De zaak werd aanhangig gemaakt door een verzoekschrift, ingediend door de gevolmachtigde van de erfgenamen, op 21 juni 2013. De erfgenamen hadden de nalatenschap aanvaard onder het voorrecht van boedelbeschrijving.
In het verzoekschrift werd gevraagd om de opheffing van de vereffening van de nalatenschap op grond van artikel 4:209 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek. De kantonrechter heeft overwogen dat uit de ingediende stukken blijkt dat er geen middelen meer beschikbaar zijn om de openstaande schulden te voldoen. Gezien de geringe waarde van de baten van de nalatenschap en het ontbreken van feiten of omstandigheden die zich tegen de inwilliging van het verzoek verzetten, heeft de kantonrechter besloten de opheffing van de vereffening te bevelen.
De kantonrechter oordeelde dat een mondelinge behandeling niet noodzakelijk was en dat de griffier zorg zou dragen voor de inschrijving van deze beslissing in het boedelregister. Tevens werd de verzoeker ontheven van de wettelijke publicatieplicht. De beschikking werd uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier, waarbij de kantonrechter de opheffing van de vereffening van de nalatenschap heeft bevolen en het meer of anders verzochte heeft afgewezen.