Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Het verloop van de procedure
- de inleidende dagvaarding met producties;
- de conclusie van antwoord met producties;
- het tussenvonnis van 1 mei 2013, met daarin opgenomen het mondelinge antwoord van gedaagde;
- de conclusie van repliek met producties;
- de conclusie van dupliek.
2.De vaststaande feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling van het geschil
dat in geval van een overeenkomst tot het geregeld afleveren van zaken, elektriciteit daaronder begrepen en dag-, nieuws- en weekbladen en tijdschriften niet daaronder begrepen, of tot het geregeld doen van verrichtingen, leidt tot stilzwijgende verlenging of vernieuwing in een overeenkomst voor bepaalde duur, dan wel tot een stilzwijgende voortzetting in een overeenkomst voor onbepaalde duur zonder dat de wederpartij de bevoegdheid heeft om de voortgezette overeenkomst te allen tijde op te zeggen met een opzegtermijn van ten hoogste een maand;
Bij een overeenkomst tussen een gebruiker en een wederpartij, natuurlijk persoon, die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf, wordt als onredelijk bezwarend aangemerkt een in de algemene voorwaarden voorkomend beding” (volgt art. 6:236 onderdeel j BW). Art. 6:236 BW staat ook wel bekend als de “zwarte lijst” of “de lijst van nietige bedingen”; de wetswijziging wel bekend onder de naam de Wet van Dam”.