ECLI:NL:RBLIM:2013:5722

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
23 september 2013
Publicatiedatum
25 september 2013
Zaaknummer
2203834 \ EZ VERZ 13-119
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opheffing van de vereffening van de nalatenschap van Antonius Gerardus Godefridus Arts

In deze zaak heeft de kantonrechter op 23 september 2013 uitspraak gedaan over de opheffing van de vereffening van de nalatenschap van de heer Antonius Gerardus Godefridus Arts, die op 20 oktober 2012 is overleden. De verzoekers, de ouders van de overledene, hebben de nalatenschap aanvaard onder het voorrecht van boedelbeschrijving en hebben de kantonrechter verzocht om de opheffing van de vereffening en de vaststelling van de vereffeningkosten. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de schulden van de nalatenschap de baten overtreffen, zoals door de verzoekers is meegedeeld op basis van artikel 4:199 lid 2 BW.

Tijdens de mondelinge behandeling op 17 september 2013 hebben de partijen hun standpunten toegelicht. De belanghebbende, een schuldeiser van de nalatenschap, heeft betoogd dat de verzoekers primair met hun eigen vermogen aansprakelijk zijn voor haar vordering. Subsidiair heeft zij gesteld dat de verzoekers als vereffenaars tekort zijn geschoten en ook op die grond aansprakelijk zijn voor de schade die zij heeft geleden. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat de nalatenschap geen baten meer bevat en dat de geringe waarde van de baten geen reden vormt om het verzoek van de verzoekers af te wijzen.

De kantonrechter heeft daarom besloten de opheffing van de vereffening te bevelen en de reeds gemaakte vereffeningskosten vastgesteld op € 265,25. De griffier is belast met de inschrijving van deze beslissing in het boedelregister en de bekendmaking ervan op de website van de rechtspraak. De verzoekers zijn ontheven van de wettelijke publicatieplicht. De beslissing is uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG
Zittingsplaats Roermond
Burgerlijk recht
Zaaknummer: 2203834 \ EZ VERZ 13-119

Beschikking erfrecht van de kantonrechter d.d. 23 september 2013.

Op 24 juli 2013 is ter griffie van de rechtbank Limburg, burgerlijk recht / kanton, locatie Roermond, ingekomen een verzoekschrift met bijlagen, ingediend door mr. C.M.W.M. Verrijdt, kantoorhoudende te Venray, namens:
1.
[verzoeker], wonende te [woonplaats verzoekers], [adres verzoekers];
2.
[verzoekster], wonende te [woonplaats verzoekers], [adres verzoekers].
Op 20 oktober 2012 is in Venlo overleden Antonius Gerardus Godefridus Arts, geboren te Venray op 14 oktober 1961. Het laatste woonadres van de overledene was De Heuvelaar 50, 5801 GW Venray.
Erflater heeft verzoekers, zijn ouders, als erfgenamen achtergelaten.
Verzoekers hebben de nalatenschap van erflater aanvaard onder het voorrecht van boedelbeschrijving.
Verzoekers vragen de kantonrechter om ingevolge artikel 4:209 lid 1 BW de opheffing van de vereffening van de nalatenschap te bevelen en de vereffeningkosten vast te stellen.
Daarnaast delen verzoekers ex art. 4:199 lid 2 BW mee dat de schulden van de nalatenschap de baten overtreffen.
De kantonrechter heeft als belanghebbende in deze zaak aangemerkt:
[belanghebbende], wonende te [woonplaats belanghebbende], [adres belanghebbende].
Namens de belanghebbende is op 13 september 2013 een verweerschrift ingediend.
Op 17 september 2013 heeft een mondelinge behandeling van de zaak plaats gevonden, waarbij zijn verschenen:
  • verzoekers in persoon, bijgestaan door mevrouw mr. C.M.W.M. Verrijdt;
  • [belanghebbende], bijgestaan door mevrouw mr. H.P. Janssen-Wikkers en de heer [X].
De kantonrechter overweegt het volgende.
Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling hebben partijen hun stellingen mondeling toegelicht. Mevrouw [belanghebbende] is schuldeiser van de nalatenschap en is van mening dat verzoekers primair met hun eigen vermogen aansprakelijk zijn voor het voldoen van haar vordering; subsidiair stelt mevrouw [belanghebbende] zich op het standpunt dat verzoekers als vereffenaars van de nalatenschap in ernstige mate tekort geschoten zijn en op die grond met hun eigen vermogen aansprakelijk zijn voor de schade die zij heeft geleden.
Mevrouw [belanghebbende] heeft in dit kader een civiele procedure aanhangig gemaakt bij de rechtbank.
De kantonrechter stelt vast dat de nalatenschap geen baten meer bevat.
Nu de geringe waarde der baten daartoe aanleiding geeft en de kantonrechter van oordeel is dat de vordering van mevrouw [belanghebbende] geen reden vormt om het onderhavige verzoek af te wijzen, terwijl verder niet is gebleken van andere feiten of omstandigheden die zich tegen inwilliging van het verzoek verzette, zal de kantonrechter de opheffing van de vereffening bevelen.
De reeds gemaakte vereffeningskosten zullen worden vastgesteld op € 265,25.
De griffier zal zorg dragen voor inschrijving van deze beslissing in het boedelregister.
De griffier zal de beslissing daarnaast bekend maken door plaatsing op www.rechtspraak.nl/uitspraken. Verzoekers zullen daarom worden ontheven van de wettelijke publicatieplicht.

Beschikkende

Beveelt de opheffing van de vereffening van de nalatenschap van de heer Antonius Gerardus Godefridus Arts voornoemd.
Stelt het bedrag van de reeds gemaakte vereffeningskosten vast op € 265,25.
Verstaat dat deze beslissing bekend gemaakt zal worden door plaatsing door de griffier op www.rechtspraak.nl/uitspraken.
Wijst - voor zoveel nodig - het meer of anders verzochte af.
Aldus gegeven door mr. A.H.M.J.F. Piëtte, kantonrechter, en ter openbare terechtzitting van 23 september 2013 uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier.
typ: em