ECLI:NL:RBLIM:2013:5647
Rechtbank Limburg
- Wraking
- W.E. Elzinga
- E.P. Van Unen
- A.M. Schutte
- Rechtspraak.nl
Wraking van de kantonrechter in een civiele procedure
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Limburg, is op 28 juni 2013 uitspraak gedaan over een wrakingsverzoek van verzoekers, wonend te Voorhout, tegen mr. [verweerder], de kantonrechter in de rechtbank. Het wrakingsverzoek werd ingediend naar aanleiding van een procedure tussen verzoekers en hun huurder, waarbij op 30 november 2012 een comparitie had plaatsgevonden. Na de uitspraak van het vonnis op 6 maart 2013, hebben verzoekers op 2 juni 2013 verzocht om wraking van de rechter, omdat zij vreesden voor de partijdigheid van de rechter. Verzoekers voerden aan dat de rechter hen onheus had behandeld en dat er geen adequate antwoorden op hun vragen waren gegeven.
De rechter heeft in zijn schriftelijke reactie aangegeven dat verzoekers niet ontvankelijk zijn in hun verzoek, omdat het wrakingsverzoek na het eindvonnis was ingediend. De rechter verduidelijkte dat het eindvonnis op 6 maart 2013 was gewezen en dat het verzoek op 5 juni 2013 was ingediend. De rechter stelde dat de mogelijkheid tot verbetering van het vonnis, zoals bedoeld in artikel 31 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, niet betekent dat het oorspronkelijke vonnis vervalt of dat de termijn voor rechtsmiddelen opnieuw begint te lopen.
De wrakingskamer heeft vervolgens beoordeeld of het verzoek tijdig was ingediend en kwam tot de conclusie dat dit niet het geval was. De rechtbank verklaarde verzoekers niet-ontvankelijk in hun verzoek tot wraking, omdat de behandeling van de zaak door de rechter al was geëindigd op het moment van indiening van het verzoek. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 28 juni 2013.