ECLI:NL:RBLIM:2013:5527

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
13 augustus 2013
Publicatiedatum
18 september 2013
Zaaknummer
C-03-183019 A C-03-183023 A
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Buiten behandeling laten van nieuwe wrakingsverzoeken

In deze zaak heeft de meervoudige kamer van de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, op 13 augustus 2013 uitspraak gedaan over twee wrakingsverzoeken van verzoeker, die zijn ingediend op 2 augustus 2013. De verzoeker heeft deze wrakingsverzoeken ingediend naar aanleiding van de gang van zaken tijdens een comparitie na antwoord op 2 juli 2013. De verzoeken waren gericht tegen mr. [verweerder 1], de rechter in deze rechtbank, en mr. [verweerder 2]. De rechter heeft op 2 augustus 2013 laten weten niet in de nieuwe verzoeken tot wraking te berusten en heeft verzocht om gehoord te worden.

De wrakingskamer heeft de verzoeken beoordeeld aan de hand van artikel 39 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). Dit artikel bepaalt dat een verzoek tot wraking zo spoedig mogelijk ter terechtzitting moet worden behandeld door een meervoudige kamer waarin de rechter van wie wraking is verzocht, geen zitting heeft. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat de verzoeker in zijn wrakingsverzoeken geen nieuwe gronden heeft aangevoerd die aanleiding zouden geven tot een andere beslissing dan in eerdere wrakingsverzoeken. De wrakingskamer heeft eerder al geoordeeld dat de aangevoerde feiten en omstandigheden geen grond voor wraking opleveren.

Daarom heeft de wrakingskamer besloten om de verzoeken tot wraking niet in behandeling te nemen, en heeft zij verzoeker niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek tot wraking van mr. [verweerder 2]. De beslissing is openbaar uitgesproken op 13 augustus 2013 en is genomen door de voorzitter en twee leden van de wrakingskamer, bijgestaan door de griffier.

Uitspraak

Vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Burgerlijk recht
Datum uitspraak: 13 augustus 2013
Zaaknummers / rekestnummers: C/03/183019 / HA RK 13-92
C/03/183023 / HA RK 13-93
De meervoudige kamer belast met de behandeling van wrakingszaken
in de zaken van
[verzoeker],
wonende te Maastricht (hierna verzoeker),
indiener van twee verzoeken die strekken tot wraking van:
mr.[verweerder 1], rechter in deze rechtbank (hierna: de rechter).

1.Het verloop van de procedure

Bij een op 2 augustus 2013 te 12.09 uur ter griffie binnengekomen faxbericht met een bijlage heeft verzoeker een derde verzoek tot wraking van de rechter ingediend naar aanleiding van de gang van zaken tijdens de voortzetting van de comparitie na antwoord op 2 juli 2013.
Bij een op 2 augustus 2013 te 13.03 uur ter griffie binnengekomen faxbericht met bijlage heeft verzoeker een vierde verzoek tot wraking ingediend tegen zowel de rechter, als
mr. [verweerder 2].
De rechter heeft de wrakingskamer op 2 augustus 2013 bericht dat hij niet in de beide nieuwe verzoeken tot wraking berust en dat hij gehoord wenst te worden.

2.De beoordeling

De wrakingskamer beoordeelt in het onderstaande de verzoeken tot wraking van 2 augustus 2013.
Artikel 39, eerste lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv) bepaalt dat het verzoek tot wraking zo spoedig mogelijk ter terechtzitting wordt behandeld door een meervoudige kamer waarin de rechter van wie wraking is verzocht, geen zitting heeft. Op grond van artikel 39, vierde lid, Rv kan de meervoudige kamer, in geval van misbruik bepalen dat een volgend verzoek niet in behandeling wordt genomen.
Bij uitspraak van 13 augustus 2013 gegeven in de zaaknummers C03/182793/HA RK 1385 en C03/182800/HA RK 1386 heeft de wrakingskamer het volgende overwogen:
‘In het wrakingsverzoek van 22 juli 2013 brengt verzoeker naar voren dat hij de rechter tijdens de comparitie na antwoord twee keer heeft gewraakt. De door verzoeker daartoe aangevoerde grond is in de kern genomen dezelfde als die welke hij aan het eerste wrakingsverzoek ten grondslag heeft gelegd, te weten dat de rechter ten onrechte en op onjuiste gronden [partij] heeft toegestaan een akte te nemen. Die feiten en omstandigheden waren ook al tijdens de vorige behandeling van de wrakingskamer bij verzoeker bekend.
De wrakingskamer heeft die feiten en omstandigheden reeds in het naar aanleiding van het eerste wrakingsverzoek gewezen vonnis van 18 juli 2013 in haar beoordeling betrokken maar zij heeft daarin geen aanleiding gevonden te concluderen dat de rechter vooringenomen was jegens verzoeker. Gelet hierop ziet de wrakingskamer thans aanleiding ten aanzien van dit nieuwe wrakingsverzoek toepassing te geven aan het bepaalde in artikel 37, vierde lid, Rv: het verzoek wordt niet in behandeling genomen omdat het gaat om een herhaald verzoek tot wraking van dezelfde rechter op grond van dezelfde feiten en omstandigheden.’
De wrakingskamer stelt vast dat verzoeker in de onderhavige wrakingsverzoeken geen nieuwe gronden tot wraking naar voren heeft gebracht. In haar eerdere beslissingen van18 juli 2013 en 13 augustus 2013 heeft de wrakingskamer reeds geoordeeld dat de aangevoerde feiten en omstandigheden geen grond voor wraking van de rechter opleveren.
De wrakingskamer zal overeenkomstig haar beslissing van 13 augustus 2013 bepalen dat de onderhavige verzoeken tot wraking niet in behandeling zullen worden genomen.
Ten aanzien van het verzoek tot wraking van mr. [verweerder 2] is de wrakingskamer van oordeel dat een wrakingsverzoek, gelet op het bepaalde in artikel 36 Rv, slechts de rechter kan betreffen die de zaken van de betrokken partij behandeld. Verzoeker is derhalve niet-ontvankelijk in dit wrakingsverzoek.

3.De beslissing

De wrakingskamer:
  • laat buiten behandeling beide verzoeken tot wraking van mr.[verweerder 1] van 2 augustus 2013:
  • verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot wraking van mr. [verweerder 3].
Dit vonnis is gewezen door mr. F.L.G. Geisel, voorzitter, en mr. F.A.G.M. Vluggen en mr. R.A.J. van Leeuwen, leden, bijgestaan door mr. K. Mahovic, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 13 augustus 2013.