ECLI:NL:RBLIM:2013:5512

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
13 augustus 2013
Publicatiedatum
18 september 2013
Zaaknummer
C-03-182748 A
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot wraking van alle kantonrechters van de rechtbank Limburg, locatie Maastricht

Op 22 juli 2013 heeft verzoeker een schriftelijk wrakingsverzoek ingediend tegen alle kantonrechters van de rechtbank Limburg, sector kanton, locatie Maastricht. Dit verzoek volgde op eerdere procedures waarbij de verzoeker het gevoel had dat de onpartijdigheid van de rechters in het geding was. De wrakingskamer heeft het verzoek op 5 augustus 2013 behandeld, waarbij verzoeker zijn standpunt heeft toegelicht. De wrakingskamer heeft op basis van artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) overwogen dat een wrakingsverzoek gericht moet zijn tegen de rechter die de betreffende zaak behandelt. In dit geval richtte het verzoek zich echter tegen alle kantonrechters, wat niet in overeenstemming is met de wettelijke vereisten. De wrakingskamer heeft daarom geoordeeld dat verzoeker niet-ontvankelijk is in zijn verzoek tot wraking. De beslissing is op 13 augustus 2013 openbaar uitgesproken.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Burgerlijk recht
Datum uitspraak: 13 augustus 2013
Zaaknummer/rekestnummer: C/03/182748 / HA RK 13-82
De meervoudige kamer belast met de behandeling van wrakingszaken
in de zaken van
[verzoeker],
wonende te Maastricht (hierna verzoeker),
indiener van een verzoek dat strekt tot wraking van:
alle kantonrechters in deze rechtbank, sector kanton, locatie Maastricht.

1.Het verloop van de procedure

Bij een op 22 juli 2013 om 13.28 uur ter griffie van de rechtbank binnengekomen faxbericht met bijlage heeft verzoeker een schriftelijk wrakingsverzoek ingediend ten aanzien van alle kantonrechters van deze rechtbank, sector kanton, locatie Maastricht, in de zaken met procedurenummers 501650 CV EXPL 12-4695, 504103 CV EXPL 12-5091 en 505819 CV EXPL 12-5255.
Het verzoek tot wraking is behandeld ter zitting van de wrakingskamer op 5 augustus 2013, waar verzoeker is verschenen. Ter zitting heeft verzoeker zijn standpunt toegelicht.
De wrakingskamer heeft de datum van de uitspraak bepaald op heden.

2.De beoordeling

2.1.
Wraking is het middel dat partijen ten dienste staat om het hen – onder meer – ingevolge artikel 6, lid 1, van het Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens toekomende recht op behandeling van hun zaak door (een) onpartijdige rechter(s) af te dwingen.
Artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv) bepaalt dat op verzoek van een partij elk van de rechters die een zaak behandelen, kan worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.
2.2.
Verzoeker verzoekt alle kantonrechters van de rechtbank Limburg, sector kanton, locatie Maastricht, te wraken, omdat de behandelend kantonrechter van bovengenoemde procedure tijdens de mondelinge behandeling van een eerder gedaan wrakingsverzoek op 11 juli 2013 naar voren zou hebben gebracht dat niemand van de kantonrechters verzoekers zaken wilde doen en hij toen zelf noodgedwongen de behandeling van deze zaken op zich heeft genomen.
2.3.
De wrakingskamer overweegt naar aanleiding van genoemd verzoek als volgt. Een wrakingsverzoek moet, gelet op het bepaalde in artikel 36 Rv, gericht zijn tegen de rechter die de betreffende zaak behandelt. Het onderhavige wrakingsverzoek richt zich echter tegen alle kantonrechters van de rechtbank Limburg, locatie Maastricht. Verzoeker zal dan ook niet-ontvankelijk worden verklaard in zijn verzoek tot wraking.

3.De beslissing

De wrakingskamer:
verklaart verzoeker in het verzoek tot wraking van 22 juli 2013 van alle kantonrechters van de rechtbank Limburg, sector kanton, locatie Maastricht niet-ontvankelijk.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.L.G. Geisel, voorzitter, en mr. F.A.G.M. Vluggen en mr. R.A.J. van Leeuwen, leden, bijgestaan door mr. K. Mahovic, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 13 augustus 2013.