Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE
- de dagvaarding met producties van 21 augustus 2013;
- de door eiseres op 28 augustus 2013 ingezonden producties 13 en 14;
- de op 29 augustus 2013 gehouden mondelinge behandeling bij gelegenheid waarvan gedaagde een pleitnota/antwoord heeft overgelegd en partijen hun stellingen nader hebben toegelicht;
- de op 29 augustus 2013 gehouden bezichtiging ter plaatse.
2.HET GESCHIL
3.DE BEOORDELING
vermogensrechtelijkebelangen van de betrokken meerderjarige. De rechten uit de huurovereenkomst vormen niet een zodanig belang. Dit geldt te meer in het geval dat, zoals hier, de vordering tot ontruiming uitsluitend is gebaseerd op een tekortkoming in de nakoming door de onder bewind gestelde (de huurder) van zijn verplichting zich als goed huurder te gedragen, met name geen overlast voor omwonenden te veroorzaken. Deze verplichting kan naar zijn aard alleen door de huurder zelf worden nagekomen; de bewindvoerder heeft er als behartiger van de vermogensrechtelijke belangen van de onder bewind gestelde geen enkele invloed op of deze die verplichting nakomt dan wel schendt en blijft schenden. Anders gezegd: ook al zou de kantonrechter eiser verplichten de bewindvoerder van gedaagde in het geding te roepen, dan zou dit op de materiële beoordeling van de zaak geen enkele invloed hebben. Het zou slechts een