Uitspraak
Beschikking erfrecht van de kantonrechter d.d. 2 september 2013.
www.rechtspraak.nl/uitspraken. Verzoekers zullen daarom worden ontheven van de wettelijke publicatieplicht.
Rechtbank Limburg
Op 2 september 2013 heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, een beschikking gegeven in de zaak betreffende de opheffing van de vereffening van de nalatenschap van Hendrika Wilhelmina Lormans. De erflaatster, geboren op 30 november 1932 en overleden op 11 juli 2013 in de gemeente Peel en Maas, heeft haar twee kinderen als erfgenamen achtergelaten. De erfgenamen hebben de nalatenschap aanvaard onder het voorrecht van boedelbeschrijving.
Op 9 augustus 2013 is er een verzoekschrift ingediend door de erfgenamen, waarin zij de kantonrechter verzoeken om de opheffing van de vereffening op grond van artikel 4:209 lid 1 BW. In het verzoekschrift is een boedelbeschrijving bijgevoegd, waaruit blijkt dat de baten van de nalatenschap € 483,79 bedragen, terwijl de bekende schulden op dat moment € 6.027,59 zijn.
De kantonrechter overweegt dat de geringe waarde van de baten aanleiding geeft om het verzoek in te willigen. Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die zich tegen de opheffing van de vereffening verzetten. Daarom besluit de kantonrechter dat een mondelinge behandeling van de zaak niet nodig is. De griffier zal zorgdragen voor de inschrijving van deze beslissing in het boedelregister en de beslissing bekendmaken door plaatsing op de website van de rechtspraak.
De kantonrechter beveelt de opheffing van de vereffening van de nalatenschap van Hendrika Wilhelmina Lormans en wijst, voor zover nodig, het meer of anders verzochte af. Deze beslissing is uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.