In deze zaak betreft het de opheffing van de vereffening van de nalatenschap van Johannes Gerardus Bax, die op 2 februari 2013 in Maastricht is overleden. De verzoekster, die als erfgenaam is aangemerkt, heeft op 11 juni 2013 een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank Limburg, locatie Roermond, met het verzoek om de vereffening van de nalatenschap op te heffen. De erflater, geboren op 12 december 1959, had als laatste woonadres Dorpsstraat 61a, 6074 GB te Melick. De erfgenamen hebben de nalatenschap aanvaard onder het voorrecht van boedelbeschrijving. Bij de behandeling van het verzoek is gebleken dat de baten van de nalatenschap € 896,13 bedragen, terwijl de schulden tot nu toe € 59.476,70 zijn. Dit leidt tot de conclusie dat de waarde van de baten zeer gering is in vergelijking met de schulden.
De kantonrechter heeft op 7 augustus 2013 een zitting gehouden, maar er is niemand verschenen, waardoor de verzoekster geacht wordt haar verzoek te handhaven. De kantonrechter heeft overwogen dat er geen feiten of omstandigheden zijn die zich verzetten tegen de inwilliging van het verzoek. Gezien de geringe waarde van de baten en het ontbreken van bezwaar van de overige erfgenamen, heeft de kantonrechter besloten om de opheffing van de vereffening van de nalatenschap te bevelen. De griffier is belast met de inschrijving van deze beslissing in het boedelregister en zal de beslissing bekendmaken via de website van de rechtspraak. Tevens is verzoekster ontheven van de wettelijke publicatieplicht.
De beslissing is gegeven door mr. A.H.M.J.F. Piëtte, kantonrechter, en is op 8 augustus 2013 ter openbare terechtzitting uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.