ECLI:NL:RBLIM:2013:4666

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
5 augustus 2013
Publicatiedatum
6 augustus 2013
Zaaknummer
03-700344-12
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Poging tot uitlokken van de verspreiding van kinderporno met bijzondere voorwaarden voor de verdachte

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Limburg op 5 augustus 2013, stond de verdachte terecht voor het uitlokken van de verspreiding van kinderporno. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 1 januari 2010 tot en met 31 december 2012 meermalen heeft geprobeerd om anderen, waaronder [aangever 1] en [aangever 2], te bewegen om hem kinderporno te verstrekken. Dit deed hij door middel van sms-berichten waarin hij expliciet vroeg naar seks met minderjarige jongens en kinderporno. De officier van justitie vorderde een veroordeling, maar de rechtbank oordeelde dat het primair ten laste gelegde feit niet wettig en overtuigend bewezen kon worden. De rechtbank sprak de verdachte vrij van het primair ten laste gelegde feit, maar achtte het subsidiair ten laste gelegde feit wel bewezen. De verdachte werd veroordeeld tot een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden, met een proeftijd van drie jaar, en een werkstraf van 100 uren. Tevens werd als bijzondere voorwaarde opgelegd dat de verdachte gedurende de proeftijd niet als scheidsrechter bij voetbalwedstrijden voor minderjarigen mag optreden. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en de noodzaak om ook degenen die kinderporno afnemen te vervolgen, om zo de vraag naar kinderporno te bestrijden.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Strafrecht
parketnummer: 03/700344-12
vonnis van de meervoudige kamer d.d. 5 augustus 2013
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
wonend te [adres].

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 22 juli 2013. De verdachte is daar niet verschenen en tegen hem is verstek verleend. De officier van justitie heeft haar standpunt kenbaar gemaakt.

2.De tenlastelegging

De verdachte staat terecht ter zake dat:
hij, meermalen althans eenmaal, in of omstreeks de periode van 1 januari 2010
tot en met 31 december 2012 in de gemeente Brunssum en/of Rotterdam en/of
Amsterdam, in elk geval in Nederland (telkens) ter voorbereiding van het te
plegen misdrijf te weten een gewoonte maken van het aanbieden en/of
verspreiden en/of vervaardigen en/of verwerven van, in elk geval bezit en zich
toegang verschaffen tot een of meer afbeeldingen en/of gegevensdrager(s)
bevattende die afbeelding(en) van een seksuele gedraging, waarbij iemand die
kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken
of schijnbaar is betrokken, opzettelijk (een) voorwerp en/of een
informatiedrager, te weten een GSM bestemd tot het begaan van het misdrijf
heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad;
Subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden, dat:
hij meermalen, althans eenmaal, in of omstreeks de periode van 1 januari 2010
tot en met 31 december 2012 in de gemeente Brunssum en/of Rotterdam en/of
Amsterdam, in elk geval in Nederland (telkens) ter uitvoering van zijn
voorgenomen misdrijf om [aangever 1] en/of [aangever 2] en/of nog onbekend
gebleven andere perso(o)n(en) door beloften te bewegen tot het plegen van het
navolgende strafbare feit,
aanbieden en/of verspreiden en/of vervaardigen, in elk geval bezit en zich
toegang verschaffen tot van een of meer afbeeldingen en/of een of meer
gegevensdrager(s) bevattende die afbeelding(en) van een seksuele gedraging,
waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft
bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken,
door (telkens) opzettelijk die [aangever 1] en/of [aangever 2] en/of onbekend gebleven
perso(o)n(en) middels sms-bericht(en) en/of voicemailbericht(en) te benaderen
en/of een geldbedrag in het vooruitzicht te stellen
welke sms-bericht(en) en/of voicemailbericht(en) de navolgende tekst bevatten:
"zoek sex met jochies van 14 tot 16 jaar en ik zoek ook kinderporno. Ik betaal
er goed voor" en/of "Kun je tegen betaling me helpen aan geile kindersex?"
en/of "ik ben [voornaam verdachte] uit Limburg, [leeftijd verdachte] jaar en een geile pedofiel. Ik ben op zoek
naar plaatjes/foto's van jonge jongetjes",
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie is van mening dat verdachte voor wat betreft het primair ten laste gelegde feit moet worden ontslagen van alle rechtsvervolging.
Volgens de officier van justitie kan het bestanddeel ‘een gewoonte maken van’ niet wettig en overtuigend bewezen worden verklaard. Dit bestanddeel duidt niet op de voorbereidingshandelingen van verdachte, maar op de strafbare handelingen zelf. Voor de stelling dat verdachte van die handelingen een gewoonte heeft gemaakt, is onvoldoende wettig en overtuigend bewijs voorhanden.
De overige bestanddelen van het primair ten laste gelegde feit kunnen wellicht wettig en overtuigend bewezen worden verklaard, maar in dat geval zou het bewezen verklaarde geen 8-jaarsfeit betreffen waarvan de voorbereiding strafbaar is. Om deze reden vordert de officier van justitie ter zake van het primair ten laste gelegde ontslag van alle rechtsvervolging van verdachte.
De officier van justitie is van mening dat het subsidiair ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard. De officier van justitie wijst in dit verband op de verklaringen van de aangevers [aangever 2] en [aangever 1], de inhoud van de sms-berichten en de bekennende verklaring van verdachte.
3.2
Het oordeel van de rechtbank [1]
Ten aanzien van het primair ten laste gelegde feit
De rechtbank overweegt dat de steller van de tenlastelegging onder het primaire feit kennelijk heeft bedoeld ten laste te leggen dat de verdachte een gsm heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad met de bedoeling om daarmee kinderporno te verwerven. Dat verdachte juist dat doel bij het verwerven en/of voorhanden hebben van de telefoon voor ogen heeft gehad, blijkt op geen enkele wijze uit het procesdossier. Dit bestanddeel van de tenlastelegging kan daarom niet wettig en overtuigend bewezen worden verklaard.
Evenmin blijkt op enige wijze uit het procesdossier dat verdachte een gewoonte heeft gemaakt van het aanbieden, verspreiden, vervaardigen, verwerven, in bezit hebben van of het zich toegang verschaffen tot kinderporno. Ook dit (wezenlijke) bestanddeel van de tenlastelegging kan, zoals de officier van justitie ook heeft opgemerkt, niet wettig en overtuigend bewezen worden verklaard.
Gelet op het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat het primair ten laste gelegde feit niet wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard, om welke reden zij verdachte van dit feit zal vrijspreken.
Ten aanzien van het subsidiair ten laste gelegde feit
Op 3 februari 2010 heeft getuige [aangever 2] bij de politie verklaard dat hij samen met zijn partner een kroeg uitbaat, zijnde de [naam kroeg] in [S.], alsook een gaymassagesalon te [R.]. Op 29 januari 2010 heeft [aangever 2] op de mobiele telefoon van de gaymassagesalon een sms-bericht ontvangen vanaf het telefoonnummer [telefoonnummer 1]. In dit bericht stond, kort gezegd, dat de afzender op zoek was naar jongens tussen de 14 en 16 jaar oud en naar kinderporno. De afzender wilde er “goed voor betalen.” [2]
Bij het uitlezen van de telefoon van [aangever 2] heeft de politie geconstateerd dat op 29 januari 2010 vanaf het telefoonnummer [telefoonnummer 1] een sms-bericht aan [aangever 2] is gezonden met de inhoud: “
Zoek sex met jochies van 14 tot 16 jaar en ik zoek ook kinderporno. Ik betaal er goed voor. [3]
Op 4 januari 2012 heeft [aangever 1] in [A.] aangifte gedaan van het feit dat iemand heeft geprobeerd hem uit te lokken tot het verspreiden van afbeeldingen met kinderporno. [aangever 1] heeft verklaard dat hij op 2 november 2011 een bericht op zijn gsm heeft ontvangen met de tekst: “Kun je mij tegen betaling helpen aan geile kindersex”. Het nummer van de afzender van dit bericht was [telefoonnummer 2]. [aangever 1] heeft voorts verklaard dat hij werkzaam is in de homoporno-industrie en als redacteur van diverse homotijdschriften en dat hij in seksuele homobladen en op sites adverteert onder de naam [bijnaam aangever 1]. [4] Bij het uitlezen van de gsm van [aangever 1] heeft de politie geconstateerd dat op 3 november 2011 een sms-bericht aan [aangever 1] is gezonden met de inhoud: “
Kun je tegen betaling me helpen aan geile kindersex?”, afkomstig van telefoonnummer [telefoonnummer 2]. [5]
Ten slotte heeft de politie Regio Limburg Zuid op 30 november 2012 via het Korps Landelijke Politiediensten een melding ontvangen. [6] De anonieme melding van 30 november 2012 houdt in dat via een sekslijn de keuzemogelijkheid bestaat om advertenties af te luisteren. Een van deze advertenties houdt in: “
Ik ben [voornaam verdachte] uit Limburg, [leeftijd verdachte] jaar en een geile pedofiel. Ik ben op zoek naar plaatjes/foto’s van jonge jongetjes. Mijn telefoonnummer is [telefoonnummer 2]”. [7]
Bij de politie heeft verdachte op 14 februari 2012 verklaard dat als hij kinderpornografie ziet, hij zijn ogen daar niet van kan afhouden. Zijn voorkeur gaat daarbij uit naar jongens van 12 tot 16 jaar oud.
Verdachte heeft bij de politie verklaard dat zijn huidige telefoonnummer [telefoonnummer 2] is en dat zijn vorige telefoonnummer [telefoonnummer 1] luidde. Verdachte heeft dit vorige nummer vier of vijf jaar in gebruik gehad. Volgens verdachte maakt er niemand anders gebruik van zijn telefoon. Verdachte herkent de naam [bijnaam aangever 1] als de uitbater van een sm-bunker in [A.]. Hij weet niet meer wanneer hij contact met [bijnaam aangever 1] heeft gehad maar hij denkt dat hij [bijnaam aangever 1] heeft gevraagd of deze hem kon helpen aan kinderporno. Volgens verdachte heeft hij [bijnaam aangever 1] ge-sms’t met zijn huidige gsm. Verdachte heeft ook verklaard dat hij heeft ge-sms’t naar de [naam kroeg]. Hij heeft toen ge-sms’t of de geadresseerde nog jongere knullen voor seks wist. Hij heeft dit ge-sms’t met zijn oude gsm. [8]
Gelet op de bekennende verklaring van verdachte, de verklaringen van [aangever 2] en [aangever 1] en de inhoud van de door verdachte verzonden sms-berichten acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte heeft geprobeerd [aangever 2] en [aangever 1] uit te lokken om hem in ruil voor geld kinderporno te verstrekken.
Uit de melding bij het KLPD blijkt dat een persoon met de voornaam, leeftijd en het telefoonnummer van verdachte heeft geprobeerd om middels een sekslijn met anonieme personen contact te leggen teneinde de beschikking te krijgen over kinderporno. Gelet op de modus operandus van verdachte acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte degene is die op deze wijze om de verstrekking van kinderporno heeft verzocht. De rechtbank beziet het bericht van verdachte op de sekslijn in onderlinge samenhang met de sms-berichten die verdachte aan [aangever 2] en [aangever 1] heeft verzonden. Uit deze sms-berichten blijkt dat verdachte tegen betaling aan kinderporno wil komen. De rechtbank acht derhalve aannemelijk dat het bericht van verdachte op de sekslijn er tevens op gericht is geweest om tegen betaling kinderporno te verkrijgen.
Gezien het voorgaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte meermalen heeft geprobeerd om [aangever 1] en [aangever 2] middels sms-berichten en onbekend gebleven personen middels een voicemailbericht door de belofte van geld, te bewegen om aan hem kinderporno te verstrekken.
3.3
De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
meermalen, in de periode van 1 januari 2010 tot en met 31 december 2012 in Nederland ter uitvoering van zijn voorgenomen misdrijf om [aangever 1] en [aangever 2] en nog onbekend gebleven andere personen door beloften te bewegen tot het plegen van het
navolgende strafbare feit,
aanbieden en/of verspreiden en/of vervaardigen, in elk geval bezit en zich toegang verschaffen tot van een of meer afbeeldingen en/of een of meer gegevensdrager(s) bevattende die afbeelding(en) van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken,
door opzettelijk die [aangever 1] en [aangever 2] middels sms-berichten en onbekend gebleven
personen middels een voicemailbericht te benaderen en een geldbedrag in het vooruitzicht te stellen welke sms-berichten of voicemailbericht de navolgende tekst bevatten: "zoek sex met jochies van 14 tot 16 jaar en ik zoek ook kinderporno. Ik betaal er goed voor" en "Kun je tegen betaling me helpen aan geile kindersex?" of "ik ben [voornaam verdachte] uit Limburg, [leeftijd verdachte] jaar en een geile pedofiel. Ik ben op zoek naar plaatjes/foto's van jonge jongetjes", terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De strafbaarheid

Het bewezen verklaarde levert het volgende strafbare feit op:
poging tot uitlokken van verspreiden van een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, meermalen gepleegd
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.

5.De strafoplegging

5.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd aan verdachte op te leggen een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden met een proeftijd van 3 jaren en een werkstraf voor de duur van 100 uren, subsidiair 50 dagen vervangende hechtenis. De officier van justitie wijst er in dit verband op dat verdachte reeds eerder is veroordeeld ter zake van kinderporno. Volgens de officier van justitie heeft het er alle schijn van dat verdachte alles in het werk stelt om aan kinderporno te komen. Gelet op deze seksuele voorkeur van verdachte acht de officier van justitie een proeftijd van 3 jaren passend. Bovendien acht zij het onwenselijk dat verdachte als scheidsrechter optreedt bij jeugdvoetbalwedstrijden. Om deze reden vordert de officier van justitie de oplegging van een bijkomende straf, zijnde ontzegging aan verdachte van het recht op te treden als scheidsrechter bij voetbalwedstrijden voor jongeren onder de 18 jaren oud.
5.2
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
Verdachte heeft meermalen geprobeerd anderen uit te lokken om hem kinderporno te verstrekken.
Bij de vervaardiging van kinderporno worden kinderen seksueel misbruikt en geëxploiteerd. Het is een feit van algemene bekendheid dat de nadelige gevolgen die deze kinderen hiervan, zowel in psychische en in fysieke zin, ondervinden zeer ingrijpend zijn. Verdachte heeft met zijn pogingen om anderen uit te lokken om aan hem kinderporno te verstrekken de vraag naar kinderporno in stand gehouden. Voor een effectieve bestrijding van kinderporno is het dan ook noodzakelijk om niet alleen degenen te vervolgen en te bestraffen die kinderporno vervaardigen, maar ook degenen die kinderporno afnemen of proberen af te nemen. Met het voorgaande wordt duidelijk waarin de ernst van de feiten gelegen is. Hiermee houdt de rechtbank dan ook rekening bij het bepalen van de op te leggen straf.
Bij het bepalen van de straf zoekt de rechtbank aansluiting bij de oriëntatiepunten van het LOVS. Het oriëntatiepunt voor het bezit van kinderporno is een voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden en een taakstraf van 240 uur. De rechtbank acht deze combinatie van straffen passend als uitgangspunt in deze zaak.
Enerzijds rekening houdend met het feit dat verdachte geen voltooid delict heeft gepleegd en anderzijds met het feit dat verdachte in 2006 eenmaal eerder is veroordeeld ter zake van kinderporno, acht de rechtbank de oplegging van een werkstraf van 100 uren, subsidiair 50 dagen vervangende hechtenis, passend en geëigend. Daarnaast zal de rechtbank een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden aan verdachte opleggen. De rechtbank hoopt met het opleggen van een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf te bewerkstelligen dat verdachte zich in de toekomst onthoudt van het plegen van strafbare feiten in het algemeen en van strafbare feiten met betrekking tot kinderporno in het bijzonder. Gelet op de aard en de ernst van het bewezen verklaarde zal de rechtbank een proeftijd van drie jaren aan verdachte opleggen.
Artikel 251, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bepaalt dat bij een veroordeling voor een feit als het onderhavige de ontzetting kan worden uitgesproken van de rechten genoemd in artikel 28, eerste lid, onder 1, 2 en 4, van het Wetboek van Strafrecht. Deze rechten betreffen het bekleden van ambten of van bepaalde ambten, het dienen bij de gewapende macht en het zijn van raadsman of gerechtelijk bewindvoerder. De ontzetting uit het recht als scheidsrechter op te treden bij voetbalwedstrijden, kan niet onder deze in de wet vermelde rechten worden geschaard. De rechtbank merkt daarbij volledigheidshalve nog op dat het zijn van scheidsrechter niet opgevat kan worden als de vervulling van een deel van de taken van de staat of haar organen en dat dus niet gesproken kan worden van een ambt dat vervuld wordt met het scheidsrechterschap.
Artikel 251, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht bepaalt dat bij een veroordeling voor een feit als het onderhavige de schuldige van de uitoefening van een beroep kan worden ontzet. Voorwaarde is dan wel dat de schuldige het feit heeft begaan in zijn beroep. Nog daargelaten de vraag of het zijn van amateur scheidsrechter opgevat kan worden als een beroep, als een bezoldigde betrekking dus, verdachte heeft het feit in elk geval niet begaan terwijl hij optrad als scheidsrechter.
Vanwege deze (wettelijke) beperkingen kan de rechtbank de gevorderde bijkomende straf aan verdachte niet opleggen. De rechtbank acht het evenwel buitengewoon wenselijk dat verdachte gelet op zijn parafilie langere tijd niet langer als scheidsrechter zal kunnen optreden bij wedstrijden van jeugdteams. Om deze reden zal de rechtbank aan de voorwaardelijke gevangenisstraf de voorwaarde verbinden dat verdachte, gedurende de proeftijd, niet als scheidsrechter bij voetbalwedstrijden voor minderjarigen, al dan niet in KNVB-verband, zal optreden.

6.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 45, 47, 57 en 240b van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

7.De beslissing

De rechtbank:
Vrijspraak
- spreekt verdachte vrij van het primair ten laste gelegde;
Bewezenverklaring
  • verklaart het ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder
  • spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezen verklaarde het strafbare feit oplevert zoals hierboven onder
  • verklaart verdachte strafbaar;
Straffen
  • veroordeelt verdachte tot
  • bepaalt dat de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast omdat verdachte voor het einde van
  • stelt als algemene voorwaarden dat de verdachte
  • zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit,
  • ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt en,
  • medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
-
stelt als bijzondere voorwaarde dat de verdachteniet als scheidsrechter, in KNVB-verband of daarbuiten, optreedt bij voetbalwedstrijden voor minderjarigen;
  • veroordeelt verdachte tot een
  • beveelt dat indien verdachte de werkstraf niet naar behoren verricht,
Dit vonnis is gewezen door mr. M.B. Bax, voorzitter, mr. J.H. Klifman en
mr. E.B.A. Ferwerda, rechters, in tegenwoordigheid van mr. I.K. Bakker, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 5 augustus 2013.
RECHTBANK LIMBURG
Zittingsplaats Maastricht
Strafrecht
Parketnummer: 03/700344-12
Proces-verbaal van het voorgevallene ter openbare zitting van de enkelvoudige kamer van de rechtbank voornoemd van 5 augustus 2013 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
wonende te [adres].
Tegenwoordig:
mr. , rechter,
mr. , officier van justitie,
dhr./mevr. , griffier.
De rechter doet de zaak uitroepen.
De verdachte is in de zaal van de zitting aanwezig.
De rechter spreekt het vonnis uit en geeft de verdachte kennis dat hij daartegen binnen 14 dagen hoger beroep kan instellen.
Waarvan proces-verbaal, vastgesteld en getekend door de rechter en de griffier.

Voetnoten

1.De vindplaatsvermeldingen, voorkomend in de hierna opgenomen bewijsmiddelen en de motivering van de bewezenverklaring, verwijzen naar de doorlopende paginanummering in de voor eensluidend afschrift gewaarmerkte kopie van het in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde verbalisanten van de politie Limburg-Zuid opgemaakte proces-verbaal, genummerd 1 tot en met 73 d.d. 20 maart 2012 en de als bijlagen daarbij gevoegde schriftelijke bescheiden, welke alle wettige bewijsmiddelen zijn als bedoeld in artikel 344, eerste lid jo. artikel 339, eerste lid onder 5º van het Wetboek van Strafvordering.
2.P-v verhoor getuige [aangever 2] d.d. 3 februari 2010, p. 7 en 8.
3.P-v uitlezen gsm d.d. 3 februari 2010, p. 11.
4.P-v van aangifte d.d. 4 januari 2012, p. 28 – 29.
5.P-v uitlezen gsm d.d. 5 januari 2012, p. 39
6.P-v van bevindingen d.d. 7 februari 2013, zonder doornummering.
7.Informatierapport, zonder datum, zonder doornummering, blad 1.
8.P-v verhoor verdachte d.d. 14 februari 2012, p. 48, 51 – 55.