3.2Het oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van het primair ten laste gelegde feit
De rechtbank overweegt dat de steller van de tenlastelegging onder het primaire feit kennelijk heeft bedoeld ten laste te leggen dat de verdachte een gsm heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad met de bedoeling om daarmee kinderporno te verwerven. Dat verdachte juist dat doel bij het verwerven en/of voorhanden hebben van de telefoon voor ogen heeft gehad, blijkt op geen enkele wijze uit het procesdossier. Dit bestanddeel van de tenlastelegging kan daarom niet wettig en overtuigend bewezen worden verklaard.
Evenmin blijkt op enige wijze uit het procesdossier dat verdachte een gewoonte heeft gemaakt van het aanbieden, verspreiden, vervaardigen, verwerven, in bezit hebben van of het zich toegang verschaffen tot kinderporno. Ook dit (wezenlijke) bestanddeel van de tenlastelegging kan, zoals de officier van justitie ook heeft opgemerkt, niet wettig en overtuigend bewezen worden verklaard.
Gelet op het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat het primair ten laste gelegde feit niet wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard, om welke reden zij verdachte van dit feit zal vrijspreken.
Ten aanzien van het subsidiair ten laste gelegde feit
Op 3 februari 2010 heeft getuige [aangever 2] bij de politie verklaard dat hij samen met zijn partner een kroeg uitbaat, zijnde de [naam kroeg] in [S.], alsook een gaymassagesalon te [R.]. Op 29 januari 2010 heeft [aangever 2] op de mobiele telefoon van de gaymassagesalon een sms-bericht ontvangen vanaf het telefoonnummer [telefoonnummer 1]. In dit bericht stond, kort gezegd, dat de afzender op zoek was naar jongens tussen de 14 en 16 jaar oud en naar kinderporno. De afzender wilde er “goed voor betalen.”
Bij het uitlezen van de telefoon van [aangever 2] heeft de politie geconstateerd dat op 29 januari 2010 vanaf het telefoonnummer [telefoonnummer 1] een sms-bericht aan [aangever 2] is gezonden met de inhoud: “
Zoek sex met jochies van 14 tot 16 jaar en ik zoek ook kinderporno. Ik betaal er goed voor.”
Op 4 januari 2012 heeft [aangever 1] in [A.] aangifte gedaan van het feit dat iemand heeft geprobeerd hem uit te lokken tot het verspreiden van afbeeldingen met kinderporno. [aangever 1] heeft verklaard dat hij op 2 november 2011 een bericht op zijn gsm heeft ontvangen met de tekst: “Kun je mij tegen betaling helpen aan geile kindersex”. Het nummer van de afzender van dit bericht was [telefoonnummer 2]. [aangever 1] heeft voorts verklaard dat hij werkzaam is in de homoporno-industrie en als redacteur van diverse homotijdschriften en dat hij in seksuele homobladen en op sites adverteert onder de naam [bijnaam aangever 1].Bij het uitlezen van de gsm van [aangever 1] heeft de politie geconstateerd dat op 3 november 2011 een sms-bericht aan [aangever 1] is gezonden met de inhoud: “
Kun je tegen betaling me helpen aan geile kindersex?”, afkomstig van telefoonnummer [telefoonnummer 2].
Ten slotte heeft de politie Regio Limburg Zuid op 30 november 2012 via het Korps Landelijke Politiediensten een melding ontvangen.De anonieme melding van 30 november 2012 houdt in dat via een sekslijn de keuzemogelijkheid bestaat om advertenties af te luisteren. Een van deze advertenties houdt in: “
Ik ben [voornaam verdachte] uit Limburg, [leeftijd verdachte] jaar en een geile pedofiel. Ik ben op zoek naar plaatjes/foto’s van jonge jongetjes. Mijn telefoonnummer is [telefoonnummer 2]”.
Bij de politie heeft verdachte op 14 februari 2012 verklaard dat als hij kinderpornografie ziet, hij zijn ogen daar niet van kan afhouden. Zijn voorkeur gaat daarbij uit naar jongens van 12 tot 16 jaar oud.
Verdachte heeft bij de politie verklaard dat zijn huidige telefoonnummer [telefoonnummer 2] is en dat zijn vorige telefoonnummer [telefoonnummer 1] luidde. Verdachte heeft dit vorige nummer vier of vijf jaar in gebruik gehad. Volgens verdachte maakt er niemand anders gebruik van zijn telefoon. Verdachte herkent de naam [bijnaam aangever 1] als de uitbater van een sm-bunker in [A.]. Hij weet niet meer wanneer hij contact met [bijnaam aangever 1] heeft gehad maar hij denkt dat hij [bijnaam aangever 1] heeft gevraagd of deze hem kon helpen aan kinderporno. Volgens verdachte heeft hij [bijnaam aangever 1] ge-sms’t met zijn huidige gsm. Verdachte heeft ook verklaard dat hij heeft ge-sms’t naar de [naam kroeg]. Hij heeft toen ge-sms’t of de geadresseerde nog jongere knullen voor seks wist. Hij heeft dit ge-sms’t met zijn oude gsm.
Gelet op de bekennende verklaring van verdachte, de verklaringen van [aangever 2] en [aangever 1] en de inhoud van de door verdachte verzonden sms-berichten acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte heeft geprobeerd [aangever 2] en [aangever 1] uit te lokken om hem in ruil voor geld kinderporno te verstrekken.
Uit de melding bij het KLPD blijkt dat een persoon met de voornaam, leeftijd en het telefoonnummer van verdachte heeft geprobeerd om middels een sekslijn met anonieme personen contact te leggen teneinde de beschikking te krijgen over kinderporno. Gelet op de modus operandus van verdachte acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte degene is die op deze wijze om de verstrekking van kinderporno heeft verzocht. De rechtbank beziet het bericht van verdachte op de sekslijn in onderlinge samenhang met de sms-berichten die verdachte aan [aangever 2] en [aangever 1] heeft verzonden. Uit deze sms-berichten blijkt dat verdachte tegen betaling aan kinderporno wil komen. De rechtbank acht derhalve aannemelijk dat het bericht van verdachte op de sekslijn er tevens op gericht is geweest om tegen betaling kinderporno te verkrijgen.
Gezien het voorgaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte meermalen heeft geprobeerd om [aangever 1] en [aangever 2] middels sms-berichten en onbekend gebleven personen middels een voicemailbericht door de belofte van geld, te bewegen om aan hem kinderporno te verstrekken.