Uitspraak
RECHTBANK Limburg
1.Het onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De ontvankelijkheid van de officier van justitie
ECLI: NL:HR:1994:ZC8448 en HR, 27 maart 2012,
ECLI: NL:HR:2012: BV6662
)volgt dat indien een stuk weliswaar een aangifte bevat, maar geen uitdrukkelijk verzoek tot vervolging inhoudt, niettemin het bestaan van een klacht als omschreven in artikel 164, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering kan worden aangenomen, mits op grond van het onderzoek op de terechtzitting is vastgesteld dat de klager ten tijde van het opmaken van dat stuk de bedoeling had dat een vervolging zou worden ingesteld.
4.De beoordeling van het bewijs
5.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde en de kwalificatie
6.De strafbaarheid van verdachte
7.De oplegging van straf
8.Vordering tenuitvoerlegging voorwaardelijke veroordeling (03/145907-10)
9.De wettelijke voorschriften
10.De beslissing
- verklaart het ten laste gelegde bewezen, zoals hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 5.2 is omschreven;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf;
- veroordeelt verdachte tot
- beveelt dat indien verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht,
- bepaalt dat deze straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast omdat verdachte voor het einde van
- stelt als algemene voorwaarden dat de verdachte
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit,
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid,
- stelt als bijzondere voorwaarden dat de verdachte
- zich tijdens de proeftijd moet gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen die worden gegeven door of namens de reclassering:
- zich binnen vijf dagen volgend op het onherroepelijk worden van dit vonnis zal melden bij de GGZ Reclassering Mondriaan op het telefoonnummer 046-4571064; hierna moet hij zich gedurende bepaalde perioden blijven melden zo frequent als de GGZ reclassering Mondriaan gedurende deze perioden nodig acht;
- zich laat behandelen voor zijn schizofrenie alsook voor zijn drugverslaving bij zowel het wijkteam van Mondriaan alsook het Centrum Forensische Psychiatrische Zorg van Mondriaan of soortgelijke ambulante forensische zorg, zulks ter beoordeling van de reclassering, waarbij verdachte zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de instelling/behandelaar zullen worden gegeven;
- meewerkt -indien de reclassering dit noodzakelijk acht- aan een klinische opname voor de duur van maximaal zeven weken, waarbij verdachte zich dient te houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die opname door of namens de instelling/behandelaar zullen worden gegeven;