Uitspraak
RECHTBANK Limburg
1.Het onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
- is gebleken dat de rechtbank krachtens de wettelijke bepalingen bevoegd is van het ten laste gelegde kennis te nemen;
- zijn geen omstandigheden gebleken die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan. De officier van justitie kan dus in de vervolging worden ontvangen;
- zijn geen gronden voor schorsing der vervolging gebleken.
4.De beoordeling van het bewijs
- de inhoud van het proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 januari 2013 met proces-verbaalnummer PL2431 2013005041-4 niet juist is en het proces-verbaal veel vragen open laat;
- er bij twijfel over de juistheid van het proces-verbaal moet worden uitgegaan van de verklaring van verdachte;
- verdachte betwist dat hij de rugzak heeft gepakt toen hij uit de auto stapte;
- verdachte betwist dat de rugzak open was;
- het aantreffen van het mes in dit kader niet relevant is, omdat het niet een verboden wapen betreft;
- het aantreffen van de honkbalknuppel de doorzoeking van de auto onvoldoende heeft gerechtvaardigd.
- de verbalisanten op 14 januari 2013, omstreeks 02:30 uur, op de [adres] te Heerlen een zwarte Ford met kenteken [kenteken] zagen rijden;
- de verbalisanten ter controle op de naleving van de Wegenverkeerswet 1994 een onderzoek instelden;
- verbalisant[naam] het voertuig een stopteken gaf, waarop de bestuurder, zijnde verdachte, het voertuig tot stilstand bracht;
- verbalisant[naam] het rijbewijs en het kentekenbewijs van verdachte vorderde;
- verbalisant[naam] tegelijkertijd achter de bestuurdersstoel een voor onmiddellijk gebruik gereed zijnde honkbalknuppel zag liggen;
- verbalisant[naam] in het middenconsole van het voertuig een opvouwbaar mes zag liggen.
‘De bij of krachtens artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering aangewezen ambtenaren kunnen te allen tijde op plaatsen waar zij redelijkerwijs kunnen vermoeden dat wapens of munitie aanwezig zijn, ter inbeslagneming doorzoeking doen.’
- een honkbalknuppel, naast een voorwerp om mee te sporten, eveneens een slagvoorwerp is dat met regelmaat wordt gebruikt om anderen mee te verwonden of te dreigen;
- de honkbalknuppel in de auto binnen handbereik van verdachte werd aangetroffen;
- in de auto geen andere honkbalspullen lagen;
- verdachte in de auto eveneens een hoeveelheid hard- en softdrugs, met een niet geringe financiële waarde, vervoerde.
5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde en de kwalificatie
6.De strafbaarheid van verdachte
7.De oplegging van de straffen
- de grote hoeveelheid bij verdachte aangetroffen verdovende middelen een groot risico voor de volksgezondheid oplevert;
- er gelet op de aangetroffen hoeveelheid verdovende middelen, de aangetroffen gripzakjes en de verklaring van verdachte dat hij verdovende middelen aan vrienden heeft verstrekt, sprake is van dealerindicatie;
- bovendien diverse wapens zijn aangetroffen;
- verdachte gedurende de schorsing van de voorlopige hechtenis opnieuw in de fout is gegaan;
- er sprake is van een hoog recidiverisico.
- Beide keren werd een deel van de verdovende middelen door verdachte in zijn auto vervoerd. De eerste keer gebeurde dit midden in de nacht.
- Beide keren ging het om een hoeveelheid die voor verdere verspreiding geschikt is.
- Bij verdachte werden ook een weegschaal en gripzakjes aangetroffen.
- Beide keren werden in verdachtes auto ook wapens aangetroffen.
- Beide feiten werden kort na elkaar gepleegd, terwijl het feit van 26/27 februari 2013 werd gepleegd terwijl de voorlopige hechtenis van verdachte voor het feit van 14/15 januari 2013 onder voorwaarden was geschorst.
- dat de klinische behandeling dient plaats te vinden en in welke gevallen, en
- wat de maximale duur van deze behandeling zal zijn.
8.De wettelijke voorschriften
9.De beslissing
- verklaart het ten laste gelegde bewezen, zoals hierboven onder 4.1 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 5.2 is omschreven;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte voor feit 3 tot
- veroordeelt verdachte voor de feiten 1, 2, 4 en 5 tot
- bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast omdat verdachte voor het einde van
- stelt als algemene voorwaarden dat de verdachte
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
- stelt als bijzondere voorwaarden dat de verdachte
- zich binnen vijf dagen na zijn invrijheidstelling telefonisch meldt bij GGZ Reclassering Mondriaan (telefoonnummer[telefoonnummer]), waarna hij zich blijft melden zo frequent en zo lang de reclassering dit noodzakelijk acht;
- deelneemt aan de gedragsinterventie GI-RN Cognitieve Vaardigheden;
- zich laat behandelen voor zijn ADHD-problematiek bij (Forensische) Verslavingszorg, Centrum Forensische Psychiatrische Zorg, of soortgelijke ambulante forensische zorg, zulks ter beoordeling van de reclassering, waarbij hij zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de instelling/behandelaar zullen worden gegeven;
- binnen het ambulante behandeltraject voor de duur van maximaal zeven weken klinisch wordt opgenomen vanwege crisis, detoxificatie, stabilisatie, observatie en/of diagnostiek, tenzij de reclassering dit niet noodzakelijk acht, waarbij verdachte zich houdt aan de aanwijzingen die hem in het kader van die opname door of namens de instelling/behandelaar worden gegeven;
- op het moment dat de mogelijkheid hiertoe bestaat verblijft in Exodus Heerlen of een soortgelijke instelling, zulks ter beoordeling van de reclassering, en zich houdt aan het (dag-)programma dat deze voorziening in overleg met de reclassering heeft opgesteld, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijke deel van de opgelegde gevangenisstraf;
- heft op het bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van het tijdstip waarop de duur van deze hechtenis – waaronder op de voet van het bepaalde bij artikel 72, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering begrepen de tijd gedurende welke de verdachte in verzekering was gesteld – gelijk wordt aan die van de onvoorwaardelijk opgelegde vrijheidsstraf.