Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Den Haag.
1.Verloop van de procedure
2.Beoordeling
- verzoekers zijn op 19 december 1980 in de gemeente Brunssum met elkaar gehuwd;
- verzoekers hebben op [1995] hun eerste kind [Y], geboren te [geboorteplaats] (Colombia) geadopteerd; de adoptie van [Y] heeft (wel) overeenkomstig het Nederlandse recht plaatsgevonden;
- sinds 26 mei 1999, na eerder verkregen beginseltoestemming voor het opnemen van een tweede buitenlands kind ter adoptie, leeft [de minderjarige] met verzoekers en zijn oudere broer [Y] in gezinsverband samen; er bestaat een hechte familie- en gezinsband;
- de Vreemdelingenpolitie heeft destijds de procedure tot het verkrijgen van een verblijfsvergunning voor [de minderjarige] afgebroken nadat de gemeente Brunssum had medegedeeld dat de adoptie van [de minderjarige] in overeenstemming was met het Haags Adoptieverdrag 1993;
- [de minderjarige] is door de gemeente Brunssum in de gemeentelijke basisadministratie ingeschreven, weliswaar met een andere achternaam dan zijn oudere broer, maar met vermelding van de Nederlandse nationaliteit;
- de gemeente Brunssum heeft verzoekers niet eerder dan 9 januari 2008 erover geïnformeerd dat destijds een fout is gemaakt en dat de gemeente heeft verzuimd de Colombiaanse adoptieuitspraak en de Colombiaanse geboorteakte van [de minderjarige] in te laten schrijven in het adoptieregister te Den Haag;
- verzoekers hebben zich vervolgens tot hun rechtsbijstandverzekeraar DAS gewend, die de gemeente Brunssum op 1 oktober 2010 aansprakelijk heeft gesteld en die heeft geëist dat er een 'omzetting' moest komen;
- de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Den Haag heeft verzoekers bij brief van 28 december 2011 bericht dat inschrijving van een buitenlandse akte niet verplicht is en dat aan niet-inschrijving geen rechtgevolgen zijn verbonden;
- verzoekers hebben die brief, die zij niet begrepen, in handen gesteld van de rechtsbijstandverzekeraar DAS, die verzoekers bij brief van 14 augustus 2012, toen [de minderjarige] al meerderjarig was, heeft geadviseerd een advocaat in de arm te nemen voor het (alsnog) volgen van de reguliere adoptieprocedure;
- het verzoekschrift tot adoptie is op 29 januari 2013 ingediend, derhalve bijna tien maanden nadat [de minderjarige] meerderjarig is geworden;
- de adoptie van [de minderjarige] strekt verder dan een kinderbeschermingsmaatregel en grijpt diep in in het afstammingsrecht; door de adoptie trachten verzoekers alsnog de juridische status van [de minderjarige] in overeenstemming te brengen met de sociale en emotionele werkelijkheid van hun gezinsleven;
- bij [de minderjarige] is bovendien sprake van ernstige psychische problematiek, die verband houdt zowel met autisme als met het adoptieverleden; een langdurig therapeutisch traject heeft een broos herstel te weeg gebracht maar verzoekers vrezen een terugval bij afwijzing van het verzoek tot adoptie.