Op 28 juni 2013 heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, een beschikking gegeven in de zaak betreffende de opheffing van de vereffening van de nalatenschap van Henricus Antoine Marie Verheijen, die op 11 maart 2013 is overleden. De verzoekster, als gevolmachtigde van de erfgenamen, heeft op 30 mei 2013 een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank. De erfgenamen, waaronder de ouders, broer en zussen van de overledene, hebben de nalatenschap aanvaard onder het voorrecht van boedelbeschrijving. In het verzoekschrift werd verzocht om de opheffing van de vereffening op basis van artikel 4:209 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek.
De kantonrechter heeft de bij het verzoekschrift gevoegde rekening en verantwoording c.q. boedelbeschrijving beoordeeld. Hieruit bleek dat de baten van de nalatenschap € 2.492,56 bedragen, terwijl de schulden oplopen tot € 21.457,69. Gezien de geringe waarde van de baten en het ontbreken van feiten of omstandigheden die zich tegen de inwilliging van het verzoek verzetten, heeft de kantonrechter besloten om de opheffing van de vereffening te bevelen. Een mondelinge behandeling werd niet noodzakelijk geacht.
De griffier is belast met de inschrijving van deze beslissing in het boedelregister en zal de beslissing bekendmaken door plaatsing op de website van de rechtspraak. De verzoekster wordt ontheven van de wettelijke publicatieplicht. De beschikking is gegeven door mr. M.P.F. van Dooren en uitgesproken ter openbare terechtzitting op 28 juni 2013.