ECLI:NL:RBLIM:2013:1888
Rechtbank Limburg
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling op basis van borgtocht in internationale leningsovereenkomst
In deze zaak vordert eiser, een particulier, betaling van gedaagde, die zich als borg heeft gesteld voor een lening aan een Amerikaanse vennootschap, Vreba Hoff Dairy Development LLC. Eiser heeft een bedrag van $ 1.925.120 en $ 900.333,33 gevorderd, vermeerderd met rente, omdat de vennootschap in gebreke is gebleven met de betaling van rente en aflossing. Gedaagde voert als verweer aan dat eiser niet heeft meegewerkt aan participatie in een boerderij, wat volgens hem een voorwaarde was voor de lening. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat gedaagde niet heeft aangetoond dat er een verplichting voor eiser bestond om mee te werken aan deze participatie. De rechtbank heeft vastgesteld dat de borgtochtovereenkomsten en de leenovereenkomsten bestaan en dat gedaagde niet heeft betwist dat de vennootschap in verzuim is. De rechtbank heeft de vorderingen van eiser toegewezen en gedaagde veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis is uitgesproken op 6 februari 2013.