ECLI:NL:RBLIM:2013:12757
Rechtbank Limburg
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wraking van rechter in bestuursrechtelijke zaken
In deze zaak heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Limburg op 18 december 2013 een verzoek tot wraking van mr. P.J.M. Bruijnzeels afgewezen. Het wrakingsverzoek was ingediend door een verzoeker die stelde dat de rechter niet onpartijdig was. De verzoeker voerde aan dat er voor zijn drie grote rechtszaken slechts 30 minuten waren uitgetrokken en dat de rechter in eerdere zaken zonder zijn aanwezigheid uitspraak had gedaan. De wrakingskamer heeft het procesverloop in detail bekeken, waarbij verschillende wrakingsverzoeken van de verzoeker aan de orde kwamen, waaronder verzoeken om wraking van de wrakingskamer zelf en van de voorzitter van de wrakingskamer.
De wrakingskamer heeft vastgesteld dat de rechter niet in het wrakingsverzoek berustte en dat de verzoeker zijn argumenten niet voldoende onderbouwde. De wrakingskamer benadrukte dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit tegenspreken. De beoordeling van de onpartijdigheid is gebaseerd op zowel subjectieve als objectieve criteria. De wrakingskamer concludeerde dat de enkele omstandigheid dat er 30 minuten voor de zaken van de verzoeker waren uitgetrokken, niet voldoende was om te concluderen dat er sprake was van objectiveerbare partijdigheid of schijn van partijdigheid.
Daarnaast werd opgemerkt dat de verzoeker geen relevante feiten of omstandigheden had aangevoerd die tot toewijzing van het wrakingsverzoek konden leiden. De wrakingskamer wees het verzoek af en stelde dat toekomstige verzoeken op vergelijkbare gronden niet in behandeling zouden worden genomen. De beslissing werd genomen door een meervoudige kamer, waarbij de voorzitter en twee leden betrokken waren, en werd uitgesproken op dezelfde datum.