Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De tenlastelegging
2.De beoordeling van het bewijs
aanmerkelijkonvoorzichtig is geweest en ook dat heeft willen verhullen. De verklaring van [naam getuige 1] is, ook bezien tegen de achtergrond dat verdachte de waarheid niet heeft gesproken, onvoldoende voor het bewijs van opzet of aanmerkelijke schuld, nu [naam getuige 1] de enige is die gezegd heeft dat verdachte wijn naar [naam slachtoffer] wilde gooien. Zij verklaart bovendien niet dat verdachte gezegd heeft dat zij dit in het gezicht van [naam slachtoffer] wilde doen en aan die intentie uitvoering heeft gegeven.
aanmerkelijkeonvoorzichtigheid, te meer omdat [naam getuige 2] niets heeft verklaard over een glas, laat staan over de manier waarop dit glas werd vastgehouden.
3.De benadeelde partijen
4.DE BESLISSING:
- verklaart
- veroordeelt de benadeelde partij [naam vader slachtoffer], in de kosten, door verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, begroot op nihil;
- verklaart
- veroordeelt de benadeelde partij [naam slachtoffer], in de kosten, door verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, begroot op nihil.