In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 11 december 2013 uitspraak gedaan over de weigering van een verzoek om vrijstelling voor het oprichten van twee varkensstallen in een landbouwontwikkelingsgebied (LOG) in Venray. Eiser, de eigenaar van het perceel, had een verzoek ingediend om vrijstelling op grond van artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) voor de bestemmingsplannen 'Buitengebied' en 'Rijksweg A73 Zuid'. De rechtbank oordeelde dat verweerder, het college van burgemeester en wethouders van Venray, zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat het bouwplan niet voldoet aan de randvoorwaarden zoals genoemd in de gebiedsvisie en het Landschapskader Noord- en Midden-Limburg. De rechtbank benadrukte dat de motivering van de weigering voldoende was, aangezien het bouwplan de visueel-landschappelijke waarden van het gebied onevenredig zou aantasten.
De rechtbank heeft het procesverloop uiteengezet, waarbij eiser in beroep ging tegen het bestreden besluit van 2 augustus 2011, waarin zijn bezwaar ongegrond was verklaard. Tijdens de zitting op 13 september 2013 is eiser verschenen met zijn gemachtigde, terwijl verweerder zich ook door een gemachtigde liet vertegenwoordigen. De rechtbank heeft overwogen dat de weigering van de vrijstelling in overeenstemming was met de geldende wet- en regelgeving, en dat verweerder voldoende beleidsregels had gehanteerd bij zijn besluitvorming.
De rechtbank concludeerde dat de weigering van de vrijstelling niet onredelijk was en dat de belangen van het open karakter van het gebied zwaarder wogen dan de bedrijfsbelangen van eiser. Het beroep van eiser werd ongegrond verklaard, en de rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun rechtsmiddelen.