ECLI:NL:RBLIM:2013:11388

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
13 december 2013
Publicatiedatum
13 december 2013
Zaaknummer
03/700504-13
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schuldigverklaring aan het beschadigen van een monument ter nagedachtenis aan Nicky Verstappen met psychische problematiek als factor

In deze zaak heeft de rechtbank Limburg op 13 december 2013 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan het meermalen beschadigen van een monument ter nagedachtenis aan Nicky Verstappen. De verdachte, die eerder in 2009 voor een soortgelijk feit was veroordeeld, heeft het monument besmeurd met verf en purschuim. Tijdens de zitting op 29 november 2013 is de verdachte onderzocht door een psycholoog en een psychiater, die beiden concludeerden dat hij het feit heeft gepleegd onder invloed van een ernstige psychische stoornis. De rechtbank heeft op basis van deze rapporten geoordeeld dat de verdachte niet strafbaar is en hem heeft ontslagen van alle rechtsvervolging. Echter, ter bescherming van de samenleving en de verdachte zelf, is hij geplaatst in een psychiatrisch ziekenhuis voor een termijn van een jaar. De rechtbank heeft de ernst van het feit, dat een monument betreft ter nagedachtenis aan een overleden kind, zwaar meegewogen in haar beslissing. De verdachte heeft geen inzicht getoond in de gevolgen van zijn daden en heeft eerder al soortgelijke delicten gepleegd. De benadeelde partij, de gemeente Brunssum, heeft een schadevergoeding van € 307,46 gevorderd, welke door de rechtbank volledig is toegewezen. De beslissing is gebaseerd op de artikelen 33, 33a, 37, 57 en 350 van het Wetboek van Strafrecht.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Strafrecht
Parketnummer: 03/700504-13
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 13 december 2013
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboortedatum],
thans gedetineerd in de PI Limburg Zuid - De Geerhorst te Sittard.
Raadsman is mr. Th. Boumans, advocaat te Heerlen.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 29 november 2013, waarbij de officier van justitie, de verdediging en de verdachte hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
meermalen een monument ter nagedachtenis aan Nicky Verstappen heeft beschadigd door dit monument met verf en purschuim te besmeuren.

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het oordeel van de rechtbank [1]
Met de officier van justitie en de raadsman acht de rechtbank het feit wettig en overtuigend bewezen gelet op:
- de bekennende verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting;
- de aangifte van [naam aangever] namens de gemeente Brunssum. [2]
3.2
De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
omstreeks de periode van 11 augustus 2013 tot en met 20 augustus 2013 in de gemeente Landgraaf meermalen opzettelijk en wederrechtelijk een monument (ter nagedachtenis aan Nicky Verstappen), toebehorende aan de gemeente Brunssum, heeft beschadigd door het monument te besmeuren met verf en purschuim.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is tenlastegelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De strafbaarheid

4.1
De kwalificatie
Het bewezenverklaarde levert het volgende strafbare feit op:
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort beschadigen, meermalen gepleegd.
4.2
De strafbaarheid van het feit
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.
4.3
De strafbaarheid van verdachte
Over verdachte is gerapporteerd door de deskundigen [naam psychiater 2], psychiater, en
[naam gezondheidszorgpsycholoog], gezondheidszorgpsycholoog.
Het rapport van [naam psychiater 2] d.d. 20 november 2013 houdt onder meer in:
(…)
Differentiaal diagnostische overwegingen
(…)
Vanaf 2007 komt onderzochte in behandeling bij Mondriaan. Er vinden meerdere opnames plaats. Vanaf 2008 tot augustus 2013 wordt hij continu behandeld middels een (voorwaardelijke) RM. De laatste jaren vindt deze behandeling ambulant plaats. In de periode dat hij door Mondriaan behandeld wordt, wordt het steeds duidelijker dat er meer sprake is van een schizofrene ontwikkeling van het paranoïde type dan van een autistische stoornis. De psychose bij onderzochte wordt volgens Mondriaan gekenmerkt door incoherentie, paranoïdie, overwaardige gedachten en een zekere gedrevenheid om allerlei maatschappelijk onrecht aan te pakken. Door het gebruik van cannabis gedurende de laatste maanden voor het ten laste gelegde is er volgens de behandelaren van Mondriaan bij onderzochte sprake van een psychotische decompensatie. Het valt niet uit te sluiten dat er naast de schizofrene ontwikkeling ook sprake is van enige vorm van autisme.
(…)
Forensisch psychiatrische beschouwing
Uit het psychiatrisch onderzoek en de verkregen informatie komt onderzochte naar voren als een 43-jarige man bij wie sprake is van schizofrenie, paranoïde type, alsmede cannabisafhankelijkheid.
(…)
De laatste maanden voor het ten laste gelegde is hij weer begonnen met het gebruik van cannabis, waardoor hij geleidelijk aan toenemend psychotisch werd. Er is een duidelijk verband tussen diagnose en het ten laste gelegde. Op grond hiervan wordt geadviseerd om onderzochte ten aanzien van het hem ten laste gelegde voor zover dat zij bewezen, ontoerekeningsvatbaar te achten.
Risicoprognose
Voor het beoordelen van het risico van gewelddadig gedrag werd gebruik gemaakt van de HKT-30, een beoordelingsschaal waarmee op grond van historische, klinische en toekomstige risicofactoren het recidiverisico beoordeeld kan worden.
Op grond hiervan scoort onderzochte op de historische items matig tot hoog. Onderzochte heeft in het verleden een veroordeling tot vrijheidsbeneming gehad; hij weigert depotmedicatie; hij is meermalen opgenomen geweest; sinds 1997 is hij arbeidsongeschikt; er is sprake van chronisch softdrugsmisbruik en meerdere psychotische episoden.
Het klinisch beeld levert een hoog risico op. Onderzochte heeft geen probleeminzicht en heeft ook geen besef van eigen pathologie; er is sprake van een psychose met paranoïde inhoud; onderzochte gebruikt chronisch softdrugs; hij toont geen enkele empathie en medeleven; hij is niet in staat om op een aanvaardbare wijze relaties te onderhouden, een continu patroon van tekortkomingen blijkend uit isolatie; er is bij onderzochte sprake van tekortkomingen in de zelfredzaamheid, leidend tot problemen met de omgeving; onderzochte wil wel opgenomen worden, maar hij wil geen depotmedicatie; hij toont zich afstandelijk ten opzichte van het delict en bagatelliseert de gevolgen voor de nabestaanden; onderzochte heeft onvoldoende copingvaardigheden.
Bij de toekomstige risicofactoren valt op dat er sprake is van een hoog risico. Onderzochte wil zich niet aan de voorwaarden van een klinische behandeling houden zoals depotmedicatie. Onderzochte kan zich niet zelfstandig handhaven, hij heeft de steun van zijn ouders daarbij nodig; hij heeft nagenoeg geen dagbesteding; hij heeft onvoldoende vaardigheden om een maatschappelijk aanvaard bestaan op te bouwen; hij heeft geen adequaat sociaal netwerk; bij stressvolle situaties is er kans op decompensatie.
Samenvattend wordt het risico op herhaling van het ten laste gelegde hoog ingeschat. Opgemerkt dient te worden dat onderzochte wel opgenomen wil worden maar dat hij geen depotmedicatie wil toegediend krijgen.
(…)
Interventieadvies en –condities
Om de kans op een recidief van het ten laste gelegde of een soortgelijk delict te verkleinen is een klinisch-psychiatrische behandeling noodzakelijk en wel bij voorkeur in het kader van artikel 37 Wetboek van Strafrecht. Onderzochte wil wel opgenomen worden maar zijn motivatie is niet consistent. Aangezien hij geen ziektebesef en ook geen ziekte-inzicht heeft, wil hij momenteel geen depotmedicatie. De verwachting is dat deze klinisch-psychiatrische behandeling maximaal een jaar zal duren. Aansluitend aan deze klinische behandeling zal een (voorwaardelijke) RM door zijn behandelaar overwogen moeten worden in verband met het gebruik van depotmedicatie.
(…)
Het rapport van Moerland d.d. 20 november 2013 houdt onder meer in:
(…)
(Differentiaal-) diagnostische overwegingen
(…)
Verder is sprake van chronische psychiatrische problematiek die gepaard gaat met ernstig disfunctioneren op vrijwel alle levensgebieden. Er zijn zowel chronisch psychotische (incoherentie van het denken en paranoïde gekleurde wanen), als chronisch depressieve symptomen. Pro Justitia-onderzoek in 2007 leverde de hoofddiagnose autistische stoornis op, in combinatie met dysthyme stoornis en afhankelijkheid van cannabis. Inmiddels geldt bij Mondriaan GGZ, waar betr. sinds 2007 in behandeling is, de hoofddiagnose schizofrenie, paranoïde type, vanwege het feit dat hij chronisch psychotisch is gebleken.
(…)
Op basis van de verzamelde onderzoeksgegevens, onderschrijft ondergetekende de hoofddiagnose schizofrenie, paranoïde type.
(…)
Forensisch psychologische beschouwing
(…)
Verband diagnose en delict
Het is zeer waarschijnlijk dat er een sterk causaal verband bestaat tussen de bij betr. vastgestelde problematiek en het tenlastegelegde. De vanuit zijn bizarre, psychotisch gekleurde belevingswereld voortkomende motieven lijken hem tijdens en in de aanloop naar de delictsituatie volledig te hebben beheerst en te hebben aangezet tot het bekladden en vernielen van het monument.
(…)
Zorgprognose en beïnvloedingsmogelijkheden
De behandelcompliance van betr. is nooit groot geweest; na de beëindiging van de RM in augustus 2013 is hij onmiddellijk gestopt met de depotmedicatie die hij tot dan toe kreeg, waarna hij psychisch nog meer ontregeld raakte. Om het recidivegevaar te verminderen zal dus weer opnieuw een dwingend kader moeten worden gerealiseerd om hem te bewegen tot het gebruik van medicatie.
(…)
Risicoprognose
Een risicotaxatie is gedaan aan de hand van de in de HCR-20 opgenomen factoren. Dit levert het volgende op: er is sprake van problematisch middelengebruik, er is een psychische stoornis aanwezig, er is sprake van een geringe behandelcompliance en van een beperkte beschikbaarheid van persoonlijke steun (betr.’s sociale netwerk beperkt zich immers vrijwel geheel tot zijn ouders en zussen) en blootstelling aan destabiliserende factoren. Voorts zijn er problemen in het arbeidsverleden en vermoedelijk problemen in de kindertijd (affectieve verwaarlozing) en er is een gebrek aan zelfinzicht. Het geheel overziend kan men stellen dat er op grond van bovenvermelde risicofactoren een grote kans is op herhaling van soortgelijk gedrag.
Beantwoording van de vragen
(…)
Beïnvloedde de eventuele ziekelijke en/of gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens onderzochtes gedragskeuzes en gedragingen ten tijde van het ten laste gelegde (zodanig dat dit mede daaruit verklaard kan worden?
Ja.
Zo ja, kan de deskundige dan gemotiveerd aangeven welke conclusie aangaande de toerekeningsvatbaarheid op grond hiervan te adviseren is?
Geadviseerd wordt betr. op grond van het bovenstaande ontoerekeningsvatbaar te beschouwen voor de hem ten laste gelegde feiten.
(…)
Is iets te zeggen over eventuele onderlinge beïnvloeding van deze factoren en condities?
De genoemde factoren dragen alle bij aan de inschatting dat sprake is van een aanzienlijk recidivegevaar.
Welke aanbevelingen van gedragsdeskundigen en van andere aard zijn te doen voor interventies op deze factoren en condities en hun onderlinge beïnvloeding en binnen welk juridisch kader zou dit gerealiseerd kunnen worden?
Gezien het feit dat de afgelopen jaren sprake was van een redelijk stabiel functioneren (dankzij de depotmedicatie, het dwingende karakter van de RM en abstinentie van cannabis en alcohol), is het van groot belang dat zo spoedig mogelijk weer een behandel- en begeleidingstraject van de grond komt, beginnend met een klinische behandelfase. Dit kan worden gerealiseerd in het kader van een plaatsing in een psychiatrische setting voor de duur van maximaal een jaar (ex artikel 37) en dient t.z.t. te worden gecontinueerd middels een BOPZ-maatregel.
(…)
De rechtbank komt op grond van deze rapporten tot de conclusie dat verdachte volledig ontoerekeningsvatbaar is. Hij is dan ook niet strafbaar en zal worden ontslagen van alle rechtsvervolging.

5.De maatregel

5.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd aan verdachte, overeenkomstig artikel 37 van het Wetboek van Strafrecht, de maatregel van plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis voor een termijn van een jaar op te leggen.
5.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
5.3
Het oordeel van de rechtbank
In een periode van ongeveer twee weken heeft verdachte meermalen een monument beschadigd door dit met verf en purschuim te besmeuren. Beschadiging is een strafbaar feit, dat op zich niet tot de zwaarste delicten in ons Wetboek van Strafrecht behoort.
Wat het in dit geval zo ernstig maakt is de omstandigheid dat het een monument betreft ter nagedachtenis aan Nicky Verstappen, een jongetje dat 15 jaar geleden ten gevolge van een weerzinwekkend en nog steeds onopgelost misdrijf is overleden. Die omstandigheid maakt dit strafbare feit schokkend en onbegrijpelijk.
Een redelijk denkend mens doet zoiets niet. Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij het feit heeft gepleegd omdat hij geen adequate hulp kreeg voor zijn ernstige psychische problemen. Hij zag geen andere mogelijkheid om aandacht te krijgen voor zijn situatie. Verdachte heeft er echter op geen enkel moment blijk van gegeven dat hij beseft dat zijn daden buitengewoon grievend moeten zijn geweest voor de ouders van Nicky, die sowieso al gebukt gaan onder een onbeschrijflijk leed door het verlies van hun kind. Evenmin schijnt verdachte te begrijpen dat zijn gedrag niet alleen kwetsend is voor de ouders, maar tevens leidt tot gevoelens van afschuw en ernstige verontwaardiging in de hele samenleving.
Bovendien is het niet de eerste keer dat verdachte het monument heeft beschadigd. Ook in december 2007 heeft verdachte zich hieraan schuldig gemaakt, voor welk feit hij destijds is veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie maanden. Deze veroordeling heeft hem er niet van kunnen weerhouden om het monument opnieuw te beschadigen.
Een redelijk denkend mens zou, zoals de rechtbank al overwoog, een feit als dit niet plegen. Verdachte is echter geen redelijk denkend mens. In aanloop naar de zitting is verdachte onderzocht door een psychiater en een psycholoog. Zij hebben –zeer kort en zakelijk weergegeven– geadviseerd om verdachte ontoerekeningsvatbaar te verklaren voor wat hij heeft gedaan, aangezien hij lijdt aan schizofrenie van het paranoïde type en hij het feit onder invloed van deze stoornis heeft gepleegd.
De rechtbank heeft die conclusies hiervoor overgenomen: Verdachte is vanwege zijn ernstige psychische problematiek volledig ontoerekeningsvatbaar. Er kan hem, anders dan destijds in 2007, nu dus geen straf worden opgelegd.
Wel kan aan verdachte een maatregel worden opgelegd, –kort gezegd– ter beveiliging van zijn eigen veiligheid en die van anderen.
Op grond van de inhoud van die hiervoor genoemde rapporten en het beeld dat de rechtbank op de zitting van de verdachte heeft gekregen, is zij van oordeel dat in dit geval de maatregel van plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis een juiste en passende maatregel is. De veiligheid van anderen en van verdachte zelf maar ook de algemene veiligheid van goederen maakt het opleggen van deze maatregel noodzakelijk.
Verdachte dient geholpen te worden, opdat de nabestaanden van Nicky Verstappen in het bijzonder en de maatschappij in het algemeen in de toekomst verschoond zullen blijven van dit soort strafbare feiten.

6.De benadeelde partij

De benadeelde partij, de gemeente Brunssum, vordert een schadevergoeding van € 307,46.
De officier van justitie heeft gevorderd de schadevergoeding volledig toe te wijzen.
De verdediging heeft bepleit te bepalen dat de vordering niet-ontvankelijk is, aangezien verdachte volledig ontoerekeningsvatbaar is.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij, de gemeente Brunssum, door het bewezenverklaarde feit rechtstreeks schade is toegebracht.
Ten aanzien van het verweer van de raadsman overweegt de rechtbank het volgende:
Art. 6:165 lid 1 BW houdt – kort samengevat - in dat de omstandigheid dat een gedraging verricht is onder invloed van een geestelijke of lichamelijke tekortkoming, geen beletsel vormt om die gedraging als een onrechtmatige daad aan de dader toe te rekenen. Op grond van artikel 361 lid 2 sub a Sv is een benadeelde partij (onder meer) ontvankelijk indien een maatregel wordt opgelegd. Nu in dit geval een maatregel als bedoeld in art. 37 lid 1 Sr (plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis) wordt opgelegd, is de benadeelde partij ontvankelijk in haar vordering.
Nu de vordering van de benadeelde partij genoegzaam is onderbouwd, komt deze naar het oordeel van de rechtbank voor volledige toewijzing in aanmerking.

7.Het beslag

De hierna in de beslissing genoemde in beslag genomen brieven en een met verf besmeurde theedoek zullen verbeurd worden verklaard, aangezien met betrekking tot deze voorwerpen het feit is begaan.

8.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 33, 33a, 37, 57 en 350 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

9.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
  • verklaart het tenlastegelegde bewezen, zoals hierboven onder 3.2 is omschreven;
  • spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is tenlastegelegd;
Ontslag van alle rechtsvervolging
  • verklaart dat het bewezenverklaarde het strafbare feit oplevert zoals hierboven onder 4.1 is omschreven;
  • verklaart verdachte niet strafbaar en
Maatregel
- gelast de
plaatsingvan verdachte
in een psychiatrisch ziekenhuisvoor een termijn van
een jaar;
Benadeelde partij
  • veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
  • veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Beslag
- verklaart verbeurd de volgende in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen:
2013086903 1 2.00 STK Briefpost Kl:blauw (2236657);
2013086903 2 1.00 STK Briefpost Kl:rood (2236656);
2013086903 3 1.00 STK Theedoek Kl:wit, voorzien van gele verf (2236658);
2013086903 4 1.00 STK Briefpost Kl:geel (2237117);
2013086903 5 4.00 STK Papier (2237183).
Dit vonnis is gewezen door mr. E.H.A.F.M. Krol, voorzitter, mr. J.S. Holthuis en
mr. M.B. Bax, rechters, in tegenwoordigheid van mr. R.C. Smeets, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 13 december 2013.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is tenlastegelegd dat
hij in of omstreeks de periode van 11 augustus 2013 tot en met 20 augustus
2013 in de gemeente Landgraaf, meermalen, althans eenmaal, (telkens)
opzettelijk en wederrechtelijk een gedenkteken en/of monument (ter
nagedachtenis aan Nicky Verstappen), in elk geval enig goed, geheel of ten
dele toebehorende aan de gemeente Brunssum en/of [v. R.], in elk geval
aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd
(door het gedenkteken/monument te besmeuren met verf en/of purschuim).
RECHTBANK LIMBURG
Zittingsplaats Maastricht
Strafrecht
parketnummer: 03/700504-13
proces-verbaal van het voorgevallene ter openbare zitting van de enkelvoudige kamer van de rechtbank voornoemd van 13 december 2013 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [geboortedatum],
thans gedetineerd in de PI Limburg Zuid - De Geerhorst te Sittard.
Tegenwoordig:
mr. , rechter,
mr. , officier van justitie,
dhr./mevr. , griffier.
De rechter doet de zaak uitroepen.
De verdachte is niet in de zaal van de zitting aanwezig. Ter terechtzitting van 29 november 2013 heeft hij afstand gedaan van zijn recht in persoon bij de uitspraak aanwezig te zijn.
De rechter spreekt het vonnis uit.
Waarvan proces-verbaal, vastgesteld en getekend door de rechter en de griffier.
Raadsman mr. Th. Boumans, advocaat te Heerlen.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar doorgenummerde dossierpagina’s betreft dit delen van ambtsedige processen-verbaal als bijlagen opgenomen bij dossier nummer 2013086903, Politie Regio Limburg Zuid, District Kerkrade, gedateerd 27 augustus 2013.
2.Proces-verbaal van aangifte van [naam aangever] namens de gemeente Brunssum d.d. 20 augustus 2013, bladzijde 5, 6.