ECLI:NL:RBLEE:2012:BY6312
Rechtbank Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering van vergunning voor het opgraven en herbegraven van een lijk op basis van de Wet op de lijkbezorging
In deze zaak heeft de Rechtbank Leeuwarden op 18 december 2012 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, [naam], en de burgemeester van de gemeente Leeuwarden. Eiseres verzocht om een vergunning op grond van artikel 29, eerste lid, van de Wet op de lijkbezorging (Wlb) om het lichaam van haar overleden echtgenoot, [naam], op te graven en te herbegraven in Borne. De burgemeester had eerder mondelinge toezeggingen gedaan, maar weigerde uiteindelijk de vergunning, wat leidde tot het indienen van een beroep door eiseres.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de echtgenoot van eiseres op 10 februari 2010 is overleden en begraven op de rooms-katholieke begraafplaats Vitushof te Leeuwarden. Eiseres heeft aangevoerd dat zij vanwege haar mobiliteitsproblemen en de hoge kosten van reizen naar Leeuwarden, de wens heeft om haar echtgenoot in Borne te herbegraven. De burgemeester handhaafde echter het besluit om de vergunning te weigeren, met als argument dat de grafrust van een overledene in de eerste tien jaar na de begrafenis niet mag worden verstoord, en dat er geen zwaarwegende redenen waren om van dit beleid af te wijken.
De rechtbank oordeelde dat het beleid van de burgemeester niet kennelijk onredelijk was en dat er geen grond was om de mondelinge toezegging te honoreren, gezien de gewijzigde omstandigheden en argumenten die door de kinderen van eiseres naar voren waren gebracht. De rechtbank concludeerde dat het bestreden besluit in stand kon blijven en verklaarde het beroep ongegrond. Eiseres had niet overtuigend aangetoond dat de redenen voor herbegraving zwaarder wogen dan de belangen van de grafrust.