Motivering
Feiten
Op grond van de stukken van het geding stelt de rechtbank als tussen partijen niet in geschil, de volgende feiten vast:
1.1 Eiser, [naam], is geboren op [dag / maand] 1944 en is gehuwd met [echtgenote], geboren op [dag / maand] 1946. Verweerder heeft een renseignement ontvangen inzake een bij Kredietbank Luxemburg in Luxemburg (hierna: KB-Lux) aangehouden rekening met rekeningnummer [######], met daarop een totaalsaldo per 31 december 1994 van - omgerekend in Nederlandse valuta - fl 438.465,92. Verweerder heeft eiser geïdentificeerd als de eerste rekeninghouder en zijn echtgenote als de tweede rekeninghouder.
1.2 Naar aanleiding van het onder 1.1. bedoelde renseignement zijn navorderingsaanslagen inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen 1990 tot en met 2000 en navorderingsaanslagen vermogensbelasting 1991 tot en met 2000 opgelegd.
1.3 Met betrekking tot de onder 1.2 vermelde navorderingsaanslagen is beroep ingediend bij het Gerechtshof Leeuwarden. Op 27 maart 2012 heeft het Gerechtshof Leeuwarden uitspraak gedaan (LJN: BW0526). In rechtsoverweging 4.5 heeft het Gerechtshof overwogen:
"4.5 Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen komt het Hof tot het bewijsvermoeden, dat belanghebbende gerechtigd is tot de bankrekeningen bij KB Lux. Het Hof heeft belanghebbende ter zitting van 21 juni 2011 ervan op de hoogte gebracht, dat het Hof uit de unieke naamcombinatie “[naam]” en uit de omstandigheid dat belanghebbende niets concreets daartegenin heeft gebracht het vermoeden heeft ontleend dat belanghebbende de betreffende rekeninghouder is. Daarna is hij in de gelegenheid gesteld het vermoeden te ontzenuwen.
In rechtsoverweging 4.8 heeft het Gerechtshof het volgende overwogen:
4.8 Nu belanghebbende het door het Hof geuite vermoeden niet heeft ontzenuwd, zal het Hof ervan uitgaan dat belanghebbende in de onderhavige jaren gerechtigd was tot de bankrekeningen bij KB-Lux."
In rechtsoverweging 4.30 overweegt het Gerechtshof:
"4.30 De Inspecteur heeft belanghebbende meermaals verzocht om gegevens en inlichtingen over vermogensbestanddelen in het buitenland waartoe belanghebbende gerechtigd is. (…) Nu, gelet op het vorenoverwogene, vaststaat dat belanghebbende gerechtigd is tot de bankrekeningen bij KB-Lux, had hij deze gegevens desgevraagd aan de Inspecteur moeten verstrekken. Belanghebbende heeft de door de Inspecteur gevraagde gegevens niet verstrekt."
1.4 Voor de jaren 2001 tot en met 2007 zijn de aanslagen vastgesteld in afwijking van de ingediende aangiften. Verweerder heeft deze gecorrigeerd in verband met (inkomsten uit) in het buitenland aangehouden banktegoeden.
1.5 Naar aanleiding van de uitspraak van het Gerechtshof Leeuwarden van 27 maart 2012 heeft eiser met verweerder gesproken over het alsnog overleggen van de bankafschriften van de rekening bij de KB-Lux over de jaren 2001 tot en met 2007. Over de gevolgen die hieraan volgens verweerder zijn verbonden, heeft verweerder eiser en zijn echtgenote bij brief van 15 mei 2012 geïnformeerd.
1.6 Op 24 februari 2008 wordt de aangifte IB/PVV 2008 van eiser ingediend. In deze aangifte heeft eiser geen inkomen uit sparen en beleggen aangegeven.
1.7 Naar aanleiding van de onder 1.6 genoemde aangifte heeft verweerder met dagtekening 14 oktober 2011 vragen gesteld over het aanhouden van vermogen in het buitenland, in het bijzonder over de onder 1.1 genoemde rekening bij de KB-Lux. Aan eiser wordt een termijn van 14 dagen na dagtekening van de brief gegund om te reageren.
1.8 Omdat eiser niet binnen de termijn genoemd onder 1.7 heeft gereageerd, heeft verweerder met dagtekening 4 november 2011 de onderhavige informatiebeschikking vastgesteld. In deze beschikking vermeldt verweerder onder meer:
"Het gaat om de volgende vragen en verzoeken die betrekking hebben op de door u aangehouden bankrekening in Luxemburg:
1. Is deze bankrekening in 2008 nog steeds door u aangehouden?
2. Zo ja, wat was het saldo, inclusief onderliggende sub- en beleggingsrekeningen, op 1 januari en 31 december 2008?
3. Zo nee, waar wordt het eerder op de KBL-rekening gestalde vermogen in 2008 aangehouden?
4. Wat was het saldo van die andere rekeningen op 1 januari en 31 december 2008?
5. Indien niet langer vermogen in het buitenland wordt aangehouden, wanneer en op welke binnenlandse rekening is dit vermogen gestort of wanneer en waarvoor is het aangewend?
6. Ik verzoek u de bescheiden met betrekking tot de buitenlandse rekening(en) (in kopie) voor deze jaren te overleggen."
1.9 In zijn brief van 16 november 2011 maakt eiser bezwaar tegen de informatiebeschikking, waarna verweerder bij brief met dagtekening 20 december 2011 een nadere uitleg geeft over de informatiebeschikking.
1.10 In zijn brief van 13 februari 2012 schrijft eiser onder meer dat hij geen bankrekening heeft in het buitenland en normaliter altijd direct reageert op brieven van de belastingdienst, maar dat hij gedurende de onder 1.7 genoemde termijn op vakantie was. Eiser geeft aan alleen schriftelijk met verweerder te willen communiceren.
1.11 Met dagtekening 21 februari 2012 wordt eisers bezwaar afgewezen en de informatiebeschikking gehandhaafd.