Motivering
Feiten
Op grond van de stukken van het geding en het verhandelde ter zitting staat het volgende vast:
1.1 Eiseres is een beheermaatschappij. De aandelen van eiseres werden gehouden door Stichting Administratiekantoor [X]. De certificaten van deze aandelen waren in het bezit van [X]. Eiseres nam direct dan wel indirect voor 100% deel in acht dochtervennootschappen. Eiseres dochtervennootschap [Y] B.V. exploiteerde het [A] Hotel in [P]. Eiseres' dochtervennootschap [Z] B.V. exploiteerde het [B] Hostel in het centrum van [P] en haar dochtervennootschap [Q] exploiteerde het hotel [C] te Ameland.
1.2 [X] was in de jaren 2006 tot en met 2008 enig werknemer van eiseres. Hij was in die hoedanigheid algemeen directeur van de zogenoemde [S]-groep, bestaande uit eiseres en haar dochtervennootschappen. De overige werknemers van de [S]-groep waren in dienst bij eiseres' dochtervennootschap [R] B.V.
1.3 [X] was lid van de Commerciële Club [P] (de [CC]). [X] betaalde jaarlijks lidmaatschapsgeld voor de club. Het lidmaatschapsgeld voor het jaar 2006 bedroeg € 541 en voor elk van de jaren 2007 en 2008 € 595. Eiseres heeft dit door [X] betaalde lidmaatschapsgeld aan hem vergoed. Hierover heeft eiseres geen LH/PVV ingehouden en afgedragen.
1.4 De statutaire doelstelling van de [CC] is het bevorderen van de economische bedrijvigheid en ontwikkeling van Noord-Nederland. De [CC] tracht dit doel volgens de statuten te bereiken door:
- het creëren van de randvoorwaarden ter bevordering van de contacten tussen de leden onderling;
- kennisoverdracht en educatie;
- op andere wijzen welke het doel kunnen bevorderen.
1.5 Het lidmaatschap van de [CC] is op persoonlijke titel. De [CC] is een gesloten club en heeft een ballotagecommissie. De ballotage is gericht op het in stand houden van een goede balans tussen de diverse economische branches en de positie die een lid bekleedt binnen de organisatie waar een lid actief is. Als een lid niet meer voldoet aan de hierna vermelde toelatingseisen, wordt hij of zij geacht zich uit te schrijven.
1.6 Als leden kunnen worden toegelaten:
- eigenaren en statutaire directeuren van ondernemingen van relevante omvang, of diens plaatsvervangers wanneer de eigenaar of de directeur lid is;
- zij die op directieniveau in een regionale vestiging van een onderneming werkzaam zijn;
- beroepsbeoefenaren van vrije beroepen en/of zelfstandige ondernemers die zich qua dienstverlening op de commerciële markt begeven, actief zijn in hun branche en op directieniveau functioneren, een goede reputatie genieten en tenminste drie jaren bedrijfsmatig bestaan;
- zij die in overheidsdienst of bij een onderwijsinstelling eindverantwoordelijk bestuurder zijn;
- zij die naar het oordeel van het bestuur een belangrijke bijdrage aan het bereiken van het doel van de vereniging kunnen leveren, per bedrijf maximaal twee clubleden;
- bij grote instellingen met meerdere entiteiten kan hiervan afgeweken worden.
1.7 De [CC] heeft zich onder meer beziggehouden met de eventuele komst van de zweeftrein in Noord-Nederland. De [CC] heeft ook een uitwisseling met ondernemers uit Oldenburg georganiseerd. [X] is tijdens die uitwisseling gevraagd of hij daar een hotel zou willen bouwen. De [CC] heeft een afdeling "cityclub", die zich onder meer bezighoudt met de eventuele komst van een tram in de stad [P]. Een lid van de [CC], zijnde eigenaar van een scheepswerf, wilde met [X] prijsafspraken maken om werknemers onder te brengen in het [A] Hotel. Verder hebben leden van de [CC] het [A] Hotel aan hun connecties aanbevolen, zodat het [A] Hotel hierdoor extra gasten welkom heeft kunnen heten.
1.8 Volgens de door verweerder op 18 juni 2012 geraadpleegde agenda van de [CC] bestonden de activiteiten van de [CC] uit:
- palingparty op woensdag 20 juni;
- zomerborrel op woensdag 8 augustus;
- bezoek aan Oldenburg op dinsdag 4 september;
- nieuwe ledenbijeenkomst op maandag 10 september;
- lezing op maandag 10 september.
1.9 Het programma van een door de [CC] georganiseerde avond ziet er in grote lijnen als volgt uit: aanvang 18.00 uur en achtereenvolgens borrel, buffet, spreker en naborrelen.
1.10 Verweerder heeft bij eiseres een boekenonderzoek gehouden, waarbij onder meer de aanvaardbaarheid van de aangiften loonheffingen over de jaren 2004 tot en met 2008 is onderzocht. Van het onderzoek is op 1 november 2011 een rapport (het controlerapport) opgemaakt.
1.11 In het controlerapport heeft verweerder geconcludeerd dat eiseres het lidmaatschapsgeld ten onrechte belastingvrij heeft vergoed aan [X]. Volgens verweerder kan niet ontkend worden dat er een zakelijk element aanwezig zou kunnen zijn, maar dit is van ondergeschikt belang. Verweerder heeft aldus geconcludeerd dat ter zake een bedrag van € 1.731 aan LH/PVV voor de jaren 2006, 2007 en 2008 moet worden nageheven van eiseres.
1.12 Eiseres diende zelf haar aangiften loonheffingen in. Deze aangiften werden verzorgd door mevrouw [M], die werkzaam was voor de [S]-groep. [M] was daarnaast reeds lange tijd in dienst bij [F] Registeraccountants. [M] heeft een HBO-opleiding genoten en allerlei cursussen gevolgd ten aanzien van het verwerken van de (loon)administratie. [M] werd ten aanzien van haar werkzaamheden voor eiseres gecontroleerd door [F] Registeraccountants. Dit betreft een beperkte controleopdracht. Door [F] Registeraccountants werd ter zake twee maal per jaar een steekproef gehouden. Naleving van specifieke wet- en regelgeving behoren volgens de controleopdracht tot de verantwoordelijkheden van het bestuur en het toezichthoudend orgaan van het concern.
1.13 Eiseres heeft aan [X] in de jaren 2006 tot en met 2008 een auto ter beschikking gesteld. Tot 8 februari 2008 betrof dit een Peugeot en vanaf 8 februari 2008 betrof dit een Mitsubishi. Eiseres heeft bij de berekening van het voordeel inzake het privé-gebruik van de auto's door [X] de aankoopwaarde van de auto als uitgangspunt genomen in plaats van de cataloguswaarde. Verweerder heeft dit tijdens de controle ontdekt en heeft ter zake geconcludeerd tot een naheffing aan LH/PVV van € 2.426. Eiseres is met deze naheffing akkoord gegaan.
1.14 In het controlerapport heeft verweerder aangekondigd dat hij aan eiseres voor de onder punt 1.13 vermelde correctie een boete zal opleggen van 10%. Hierbij heeft verweerder meegedeeld dat in de door de Belastingdienst verstrekte handboeken Loonheffingen duidelijk staat vermeld op welke wijze de auto van de zaak in de loonheffing betrokken moet worden en hoe de cataloguswaarde dient te worden vastgesteld. Van eiseres mag verwacht worden dat de verwerking van de auto van de zaak in de loonadministratie op juiste wijze gebeurd. Eiseres heeft zich volgens verweerder door deze handelwijze willens en wetens (bewust) blootgesteld aan de (reële) kans dat deze onbelaste verstrekking bovenmatig is. Er is sprake van ernstige verwijtbaarheid, gelijk te stellen aan grove schuld. Verweerder heeft de boete gematigd tot 10%, nu de gemaakte fout met de catalogusprijs niet meer voor kan komen.
1.15 Overeenkomstig de conclusies in het controlerapport heeft verweerder aan eiseres de bij het procesverloop vermelde naheffingsaanslag LB/PVV en boetebeschikking opgelegd. Op het bezwaar van eiseres heeft verweerder deze naheffingsaanslag en boetebeschikking gehandhaafd.