Motivering
Feiten
Op grond van de stukken van het geding en het verhandelde ter zitting staat het volgende vast:
1.1 Eiseres is op 3 mei 1979 opgericht en heeft haar statutaire zetel in [A]. Sinds 1 februari 2003 is [X] enig aandeelhouder en directeur van eiseres. [X] is naar eigen zeggen woonachtig in [P] te Polen.
1.2 Volgens het uittreksel uit het handelsregister van de Kamers van Koophandel luidt de bedrijfsomschrijving van eiseres:
"Het beheren, administreren, beleggen, alsmede het exploiteren van en handel drijven in onroerende zaken, effecten en andere vermogensbestanddelen;
Het leveren van produkten en diensten op bedrijfsgebied, onderaanneming van werk (subcontracting). Nationale en internationale bemiddeling op het gebied van in- en verkoop van groenten en fruit. Dienstverlening conform art. 49 E.G.".
In het jaar 2005 verrichtte eiseres onder meer commissionairs/intermediairswerkzaamheden in de tuinbouw.
1.3 Het vestigingsadres van eiseres is [straat #] te [A]. Voor correspondentie maakt eiseres tevens gebruik van het adres Postbus [##] te [B] (België).
1.4 Bij brief van 11 mei 2005 heeft verweerder aan eiseres meegedeeld dat hij van plan is om binnenkort bij haar een boekenonderzoek in te stellen. Hierbij heeft verweerder verzocht om, voor het geval eiseres' boekhoudpakket deze mogelijkheid zou bieden, gegevens van de financiële administratie als zogenoemde auditfile alvast aan te leveren. Op 25 mei 2005 heeft verweerder de gevraagde digitale auditfile ontvangen van [Z], verbonden aan [Q] Accountants. Dit kantoor verrichtte boekhoudkundige diensten aan eiseres.
1.5 Bij brief van 30 mei 2006 heeft verweerder aan [Z] van [Q] Accountants meegedeeld dat op 22 juni 2006 om 09.00 uur een boekenonderzoek zal plaatsvinden op het kantooradres van [Q] Accountants. Verweerder heeft hierbij meegedeeld dat het doel van het onderzoek is de aanvaardbaarheid vast te stellen van:
- de aangiften vennootschapsbelasting 2003 en 2004 ten name van eiseres;
- de aangiften omzetbelasting over de periode 1 januari 2003 tot en met 31 december 2004 van eiseres;
- de aangiften loonbelasting over de periode 1 januari 2003 tot en met 31 december 2004 van eiseres.
Verweerder heeft eiseres verzocht om ervoor te zorgen dat de hele administratie over de jaren 2003 tot en met 2005 op het controle-adres aanwezig is. In het bijzonder heeft verweerder hierbij de aandacht gevestigd op de bescheiden die hij in de bijlage bij zijn brief heeft opgesomd.
1.6 Tijdens het bezoek van de controleambtenaren [C] en [D] op 22 juni 2006 aan het kantooradres van [Q] Accountants bleek dat [Z] had verzuimd tijdig mee te delen dat het onderzoek geen doorgang kon vinden, omdat de administratie van eiseres over de jaren 2003 tot en met 2005 zich nog niet op het kantooradres bevond. Verweerder heeft vervolgens bij brief van 22 juni 2006, gericht aan eiseres, ter attentie van [X], geadresseerd aan eiseres' adres in [A], en met een afschrift aan [Z] van [Q] Accountants, meegedeeld dat hij voornemens was om met ingang van 3 juli 2006 het onderzoek aan te vangen op het kantooradres van [Q] accountants. In deze brief heeft verweerder aangaande het doel van het onderzoek en de tijdens het onderzoek te verstrekken informatie en aan te reiken bescheiden hetzelfde vermeld als in zijn brief van 30 mei 2006, gericht aan [Z] van [Q] Accountants. Op 30 juni 2006 heeft [Z] verweerder telefonisch meegedeeld dat [X] de brief van 22 juni 2006 nog niet had ontvangen en dat het zinloos zou zijn om het onderzoek op 3 juli 2006 te starten, omdat de gevraagde administratie niet bij hem aanwezig is. Verweerder heeft bij brief van 30 juni 2006 een afschrift van de brief van 22 juni 2006 naar [X] gestuurd, geadressseerd aan eiseres' adres in [B] (België). Hierbij heeft verweerder [X] verzocht om vóór 14 juli 2006 contact op te nemen om een nieuwe afspraak te maken.
1.7 [X] heeft bij brief van 13 juli 2006 voorgesteld om verweerder de gedigitaliseerde administratie te doen toekomen. Nadat verweerder die administratie heeft gecontroleerd, zou hij aan [X] gericht om documenten kunnen verzoeken. Hierbij heeft [X] meegedeeld dat eerst na eind september 2006 gekomen kan worden tot het inzien van eventueel door verweerder gewenste stukken. [X] geeft aan dat hij ervan uit mag gaan dat verweerder hiermee akkoord gaat, indien verweerder niet vóór 30 juli 2006 reageert. Verweerder heeft bij brief van 20 juli 2006 aan [X] meegedeeld dat hij nog geen reactie van hem heeft ontvangen. [X] heeft daarop bij brief van 31 juli 2006 meegedeeld dat hij reeds bij brief van 13 juli 2006 had gereageerd. Verweerder heeft bij brief van 7 augustus 2006 aan [X], gericht aan het adres in [B], en met afschrift aan [Z] van [Q] Accountants, meegedeeld dat hij niet akkoord gaat met het voorstel van [X]. Verweerder verzoekt hierbij aan [X] om vóór 15 augustus 2006 contact op te nemen voor het maken van een nieuwe afspraak. Verweerder heeft [X] hierbij gewezen op het bepaalde in de artikel 47 en 52 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR). [X] heeft vervolgens gereageerd bij brief van 12 augustus 2006. Hierin deelt hij mee dat, nu verweerder geen reactie heeft gegeven binnen de door hem in zijn brief van 13 juli 2006 gegeven termijn, hij ervan mocht uitgaan dat verweerder akkoord is gegaan met de inhoud van die brief. Aldus gaat [X] er vanuit dat het onderzoek na half september zal kunnen plaatsvinden. Verweerder heeft bij brief van 29 augustus 2006, gericht aan [X] aan het adres in [B], en met afschrift aan [Z] van [Q] Accountants, meegedeeld dat hij op maandag 25 september 2006 een aanvang wil maken met het reeds aangekondigde boekenonderzoek bij eiseres op het kantooradres van [Q] Accountants. Verweerder heeft nogmaals verzocht om, zoals vermeld in zijn eerdere brieven, ervoor te zorgen dat de hele administratie over de jaren 2003 tot en met 2005 op het controle-adres aanwezig is. Bij brief van 18 september 2006 heeft [X] aan verweerder meegedeeld dat hij de administratie kan inzien bij [Q] Accountants. Daar zal verweerder slechts een ruimte ter beschikking worden gesteld; [Q] heeft geen toestemming van eiseres om enige kosten te maken ten aanzien van de controle of anderszins. Verder heeft [X] meegedeeld dat hij de administratie op 28 september 2009 weer zal ophalen.
1.8 De controle-ambtenaren [C] en [D] zijn op 25 september 2006 gestart met het boekenonderzoek op het kantooradres van [Q] Accountants. Zij hebben op die dag inzage gehad in de op dat moment beschikbare administratie. Zij hebben aan [Z] meegedeeld dat zij het onderzoek zouden willen vervolgen op dinsdag 3 oktober 2006 en woensdag 4 oktober 2006 en dat zij ervan uitgaan dat de administratie van eiseres dan nog steeds op het kantooradres van [Q] Accountants ter inzage zou liggen. [Z] heeft daarop toegezegd om aan [X] door te geven dat de administratie van eiseres op 28 september 2006 niet kon worden opgehaald. Indien het boekenonderzoek op de geplande dagen geen doorgang zou kunnen vinden, zou [Z] de controle-ambtenaren daarover informeren.
1.9 [X] heeft bij brief van 29 september 2006 aan verweerder meegedeeld dat hij heeft begrepen dat verweerder de boeken van eiseres over de jaren 2003 tot en met 2005 heeft ingezien en afschriften heeft meegenomen. Verder heeft hij meegedeeld dat hij de administratie op 28 september 2006 weer heeft opgehaald en dat hij de mededeling dat verweerder nog terugkeert niet kan plaatsen en voor verweerders rekening laat.
1.10 Op 3 oktober 2006 hebben de controle-ambtenaren [Z] niet aangetroffen op zijn kantooradres. Evenmin hebben zij daar eiseres' administratie aangetroffen. Bij brief van 3 oktober 2006, gericht aan de directie van [Q] Accountants, heeft verweerder de gang van zaken van het boekenonderzoek geschetst en heeft daarbij de directie van [Q] Accountants in de gelegenheid gesteld om de nodige maatregelen te treffen teneinde het boekenonderzoek op normale wijze doorgang te laten vinden. Aan [X] heeft verweerder bij brief van 3 oktober 2006 eveneens meegedeeld dat de controle-ambtenaren op 3 oktober 2006 onverrichter zake naar hun kantoor zijn vertrokken. Verweerder heeft eiseres de tijd gegeven om tot 20 oktober 2006 aan te geven waar en vanaf welke datum bedoelde administratieve bescheiden alsnog ter inzake zouden worden verstrekt. Verweerder heeft eiseres hierbij gewezen op het bepaalde in de artikelen 47 en 52 van de AWR en de daaraan verbonden mogelijke gevolgen.
1.11 [Z] heeft bij brief van 10 oktober 2006 als mede-directielid van [Q] Accountants gereageerd op verweerders brief van 3 oktober 2006. [Z] heeft in de brief erop gewezen dat hij van eiseres uitdrukkelijk alleen de opdracht heeft gekregen om een ruimte ter beschikking te stellen voor de controle en dat verdere begeleiding van de controle hem was verboden. [X] heeft bij brief van 20 oktober 2006 aan verweerder meegedeeld dat hij de brief aan de directie van [Q] Accountants als zeer grievend heeft ervaren en dat de opmerkingen bezijden de waarheid zijn. In antwoord op verweerders brief van 13 november 2006, waarin verweerder om verduidelijking van [Z]' rol met betrekking tot eiseres en het lopende boekenonderzoek vraagt, verwijst [Z] in zijn brief van 20 november 2006 naar de brief van [X] van 18 september 2006. Verweerder heeft hierop gereageerd bij brief van 22 november 2006.
1.12 Verweerder heeft bij brief van 7 februari 2007 de met [X] telefonisch gemaakte afspraak bevestigd om het lopende boekenonderzoek van eiseres op dinsdag 27 maart 2007 om 09.00 uur te vervolgen. Dit onderzoek zal aanvangen met een inleidende bespreking met [X] op het kantooradres van [Q] Accountants. Verweerder heeft verder bevestigd dat hij met [X] overeen is gekomen dat het boekenonderzoek wordt uitgebreid met het doel het vaststellen van de aanvaardbaarheid van de (nog in te dienen) aangifte Vpb voor het jaar 2005 en de aangiften omzetbelasting en loonbelasting over de periode 1 januari 2005 tot en met 31 december 2005. [X] heeft volgens verweerder toestemming gegeven om de auditfile met betrekking tot het jaar 2005 op de vragen bij eiseres' adviseur. Verweerder heeft [X] in het bijzonder gewezen op de bijlage bij de brief van 22 juni 2006, waarin de gevraagde bescheiden worden opgesomd. [X] heeft volgens verweerder toegezegd de gevraagde bescheiden van dinsdag 27 maart 2007 tot en met donderdag 29 maart 2007 ter inzake te leggen op het kantooradres van [Q] Accountants. Mochten de bevindingen van het boekenonderzoek het noodzakelijk maken om langer te beschikken over de administratie, dan zal verweerder [X] daar uiterlijk 28 maart 2007 over berichten teneinde in overleg een nadere vervolgafspraak te kunnen maken. Een afschrift van deze brief heeft verweerder gezonden naar [Z] met het verzoek om de betreffende auditfile op CD te verstrekken voor 9 maart 2007.
1.13 Bij brief van 14 februari 2007 heeft verweerder [X] in kennis gesteld van de bevindingen van het onderzoek naar de bij brief van 3 oktober 2006 door [X] ingediende klachten over de gedragingen van [D] in het kader van het instellen van een boekenonderzoek bij eiseres. De klacht over de conclusie van de controle-ambtenaren dat [Z] in onvoldoende mate heeft meegewerkt aan het boekenonderzoek, is gegrond verklaard. Deze conclusie is onjuist bevonden. Ten aanzien van de overige klachten heeft verweerder geoordeeld dat de controle-ambtenaren binnen de kaders van hun bevoegdheden hebben gehandeld, het evenredigheidsbeginsel niet hebben geschonden, dat [D] niet onfatsoenlijk heeft gehandeld en dat er geen feiten zijn gebleken die leiden tot de conclusie dat de onafhankelijkheid en objectiviteit van [D] niet meer gegarandeerd zouden zijn.
1.14 Op 27 maart 2007 heeft een inleidend gesprek plaatsgevonden tussen de controle-ambtenaren [D] en [C] enerzijds en [X] en [Z] anderzijds. Tijdens dat inleidende gesprek heeft [D] zich bediend van een lijst met vragen en aantekeningen die als leidraad voor het gesprek zouden moeten dienen. [X] heeft tijdens het gesprek verzocht om de vragen op schrift aangereikt te krijgen om daarop dan, na overleg met zijn adviseur, te kunnen antwoorden. Dit verzoek is afgewezen door [D]. [X] heeft vervolgens de gestelde vragen zelf op schrift gesteld om pas daarna, voor zover mogelijk of voor zover hij dat nodig oordeelde, antwoord te geven. Afschriften van de vragenlijst van [D] en de verslaglegging van de bespreking heeft verweerder als bijlage 3 gevoegd bij zijn "conclusie van dupliek".
1.15 Op 28 maart 2007 heeft [D] telefonisch contact opgenomen met [X] met de mededeling dat de bevindingen van het boekenonderzoek het nodig maken langer te beschikken over de administratie en dat het boekenonderzoek zal worden vervolgd op vrijdag 6 april 2007. [X] heeft aangegeven de administratie op vrijdag 30 maart 2007 weer op te halen en deze op 6 april 2007 niet weer ter beschikking te zullen stellen. Verweerder heeft dit telefoongesprek schriftelijk bevestigd bij brief van 30 maart 2007 met het verzoek om er voor zorg te dragen dat de administratie op vrijdag 6 april 2007 aanwezig is op het kantooradres van [Q] Accountants. Een afschrift van deze brief heeft verweerder naar [Z] gezonden.
1.16 [X] heeft bij brief van 28 maart 2007 een klacht ingediend bij verweerder, over de gedragingen van [D]. Namens verweerder heeft [naam] bij brief van 6 april 2007 [X] bericht dat zijn grieven ten aanzien van de gang van zaken rondom het boekenonderzoek in een afzonderlijk traject worden afgehandeld. Om op voorhand aan [X]s grief betreffende de voortgang van het boekenonderzoek tegemoet te komen, verzoekt verweerder [X] om contact op te nemen met [D] om een nadere afspraak te maken teneinde het onderzoek voort te kunnen zetten en daarmee zo spoedig mogelijk tot een afronding te komen. Verder heeft [naam] meegedeeld dat hij persoonlijk bij de voorzetting van het onderzoek aanwezig zal zijn. Na het uitblijven van een reactie van [X] heeft [naam] bij brief van 4 mei 2007 [X] verzocht om vóór 17 mei 2007 contact op te nemen met [D] en heeft hierbij gewezen op de artikelen 47 en volgende van de AWR.
1.17 Bij brief van 30 mei 2007 heeft verweerder [X] in kennis gesteld van de bevindingen van het onderzoek naar de bij brief van 28 maart 2007 door [X] ingediende klachten over de gedragingen van [D] in het kader van het instellen van een boekenonderzoek bij eiseres. Verweerder heeft alle klachten verworpen. Als slotopmerking heeft verweerder aangegeven dat de handelwijze van [X] zijn medewerkers belemmert in hun taak om op een effectieve en adequate wijze het boekenonderzoek uit te voeren en dat hij van mening is dat [X] zijn verplichtingen op basis van de artikelen 47 en 49 van de AWR onvoldoende nakomt.
1.18 Bij brief van 29 januari 2008 heeft [D] bevestigd dat hij op 24 januari 2008 en 28 januari 2008 telefonisch contact heeft gehad met [X] over de voortgang van het boekenonderzoek. [X] heeft daarbij aangegeven dat het boekenonderzoek dient te worden uitgevoerd ten kantore van eiseres te [A]. [D] heeft verder meegedeeld dat, als gevolg van omstandigheden zijnerzijds, het onderzoek pas kan plaatsvinden na 1 april 2008. Bij brief van 10 april 2008, gericht aan het adres van eiseres in [A], heeft [D] de telefonisch met [X] gemaakte afspraak bevestigd om op dinsdag 27 mei 2008 het boekenonderzoek voort te zetten. Bij deze brief heeft verweerder een vragenbrief Automatisering gevoegd met het verzoek om het vragenformulier ingevuld terug te sturen, uiterlijk 6 mei 2008. Bij brief van 14 april 2008 heeft verweerder een afschrift van zijn brief van 10 april 2008 gezonden naar het adres van eiseres in [B]. Bij brief van 25 april 2008 heeft [D] [Z] op de hoogte gesteld van het boekenonderzoek op 27 mei 2008 en hem verzocht om ervoor zorg te dragen dat de accountantsdosssiers over de jaren 2003 tot en met 2005 aanwezig zijn op het controle-adres. Daarnaast is aan [Z] verzocht om de jaarrekeningen van eiseres over de jaren 2003 tot en met 2005 vóór 7 mei 2008 toe te zenden.
1.19 Bij brief van 28 april 2008 heeft [X] meegedeeld dat er op de aangegeven data geen persoon aanwezig zal zijn die als aanspreekpunt voor eiseres kan optreden. [X] zal op 28 mei 2008 omstreeks 15.00 uur aanwezig zijn tot maximaal 17.00 uur. Bij zijn brief heeft [X] de ingevulde vragenlijst Automatisering gevoegd.
1.20 Van 27 mei tot en met 29 mei 2008 is het boekenonderzoek vervolgd op het adres van eiseres te [A]. Op 28 mei 2008 heeft een bespreking plaatsgevonden tussen de controle-ambtenaren [D] en [C] enerzijds en [X] anderzijds. Bij het gesprek heeft [D] gebruik gemaakt van handgeschreven vragen. Een afschrift hiervan, alsmede een afschrift van de verslaglegging van de bespreking heeft verweerder als bijlage 2 gevoegd bij zijn "conclusie van dupliek".
1.21 Bij brief van 27 november 2008, verzonden naar eiseres' adres in [A], heeft verweerder aan eiseres meegedeeld dat hij ter behoud van rechten en vooruitlopend op het verslag van het boekenonderzoek in afwijking van eiseres' aangifte een aanslag Vpb voor het jaar 2005 zal opleggen. Een afschrift van deze brief heeft verweerder bij brief van 27 november 2008 verzonden naar eiseres' adres in [B].
1.22 In de brief van 27 november 2008 heeft verweerder eiseres meegedeeld dat de belastbare winst voor de aanslag Vpb 2005 als volgt zal worden vastgesteld: