ECLI:NL:RBLEE:2012:BY0695

Rechtbank Leeuwarden

Datum uitspraak
3 oktober 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
119902 - HA ZA 12-149
Instantie
Rechtbank Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheidsincident en forumkeuzebeding in vrijwaringsprocedure tussen Allures Yachting S.A. en Constructions Mécaniques de Normandie S.A.

In deze zaak, die voor de Rechtbank Leeuwarden is behandeld, betreft het een bevoegdheidsincident in een vrijwaringsprocedure tussen Allures Yachting S.A. en Constructions Mécaniques de Normandie S.A. Allures, een Frans bedrijf dat zeiljachten ontwerpt en vervaardigt, heeft CMN in vrijwaring opgeroepen. De aanleiding voor deze vrijwaringsprocedure is een vordering van [A] c.s. tegen Allures en Rossinante, waarbij schadevergoeding wordt gevorderd wegens corrosie in de drinkwatertank van een zeiljacht. CMN stelt dat de rechtbank zich onbevoegd moet verklaren op basis van een forumkeuzebeding dat in de overeenkomsten tussen partijen is opgenomen, waarin het Tribunal de Commerce de Cherbourg als bevoegde instantie is aangewezen.

De rechtbank heeft de procedure en de relevante overeenkomsten bestudeerd, waaronder de 'Partnership Agreement' en de 'Construction Agreement'. CMN betoogt dat op basis van deze overeenkomsten de Franse rechter exclusief bevoegd is om van het geschil kennis te nemen. Allures daarentegen stelt dat het forumkeuzebeding niet van toepassing is, omdat de overeenkomsten niet specifiek betrekking hebben op het zeiljacht van [A] c.s. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de vordering van Allures tot vrijwaring gegrond is op de 'Partnership Agreement', die wel degelijk relevant is voor de kwestie.

Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat het forumkeuzebeding geldig is en dat de rechtbank zich onbevoegd moet verklaren om van het geschil in vrijwaring kennis te nemen. Dit betekent dat de Franse rechter bevoegd is om het geschil te behandelen. De rechtbank heeft Allures veroordeeld in de proceskosten van CMN, die zijn begroot op € 452,00 aan salaris advocaat en € 1.744,00 aan vast recht. Het vonnis is uitgesproken op 3 oktober 2012 door mr. J.E. Biesma.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK LEEUWARDEN
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 119902 / HA ZA 12-149
Vonnis in incident van 3 oktober 2012
in de vrijwaringszaak van
de vennootschap naar vreemd recht
ALLURES YACHTING S.A.,
gevestigd te Tourlaville (Frankrijk),
eiseres in vrijwaring,
verweerster in het incident,
advocaat mr. P.J. de Jong Schouwenburg, kantoorhoudende te Amsterdam,
tegen
de vennootschap naar vreemd recht
CONSTRUCTIONS MÉCANIQUES DE NORMANDIE S.A.,
gevestigd te Parijs (Frankrijk),
gedaagde in vrijwaring,
eiseres in het incident,
advocaat mr. R.S. van der Spek, kantoorhoudende te Leeuwarden.
Partijen zullen hierna Allures en CMN genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de incidentele conclusie tot onbevoegdverklaring
- de incidentele conclusie van antwoord.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.
2. De feiten
2.1. Allures is een Frans bedrijf dat zich bezig houdt met het ontwerpen en vervaardigen van (onder meer) zeiljachten. De zeiljachten Allures A4, vervaardigd door Allures, zijn in 2003 op de markt gebracht en Rossinante Trading B.V. (hierna te noemen: Rossinante) is deze zeiljachten sinds eind 2005 gaan verkopen.
2.2. Allures is met CMN partij bij een "Construction Agreement" d.d. 8 maart 2004. Allures is met CMN eveneens partij bij een "Partnerschip Agreement" d.d. 28 februari 2003. Daarnaast zijn Allures en CMN partij bij een "Master Construction Agreement" d.d. 3 april 2003.
2.3. In de "Construction Agreement" is in artikel 12 - voor zover van belang - de volgende bepaling opgenomen: "(…)Au cas où un accord amiable ne purrait être trouvé, les parties soumettront leu différend au Tribunal de Commerce de Cherbourg.(…)". Artikel 8 van de "Partnership Agreement" bepaalt - voor zover van belang - : "La Loi Française régira ce Contrat. (…) Cependant, toutes les contestations qui pourraient survenir á l'occasion ou en rapport avec le présent Contrat seront soumises au Tribunal de Commerce de Cherbourg."
2.4. CMN levert aan Allures metalen (aluminium) onderdelen voor zeiljachten, waaronder onderdelen voor de zeiljachten 'Allures 44'.
2.5. Op 21 april 2007 is een koopovereenkomst tot aanschaf van een 'Allures 44' tussen Rossinante en de heer [A] en mevrouw [B] (hierna enkelvoudig te noemen: [A] c.s.) tot stand gekomen. [A] c.s. heeft een procedure bij de rechtbank Leeuwarden aanhangig gemaakt waarin zij hebben gevorderd Rossinante en Allures te veroordelen tot betaling van € 57.272,85 aan schadevergoeding wegens door hen geleden schade wegens corrosie in de drinkwatertank van hun aangekochte zeiljacht. Deze procedure is bij de Rechtbank Leeuwarden bekend onder rolnummer 116527 / HA ZA 11-748.
2.6. Bij vonnis van 11 april 2012 heeft de rechtbank Leeuwarden Allures toegestaan om CMN in vrijwaring op te roepen.
3. Het geschil in vrijwaring
3.1. Allures vordert in deze vrijwaringsprocedure - kort gezegd - dat CMN wordt veroordeeld tot betaling aan Allures van datgene waartoe Allures als gedaagde in de hoofdzaak jegens [A] c.s. mocht worden veroordeeld.
3.2. Allures legt aan haar vorderingen het volgende ten grondslag. CMN voorziet Allures van metalen (aluminium) onderdelen voor zeiljachten, waaronder de drinkwatertanks in de Allures 44. CMN heeft de drinkwatertank van het door [A] c.s. gekochte zeiljacht ook geleverd. Mocht Allures worden aangesproken tot enige schadevergoeding van de beweerdelijk geleden schade door de corrosie in de drinkwatertank van de zeiljacht van [A] c.s, dan bestaat tussen Allures en CMN een rechtsverhouding die voor laatstgenoemde een verplichting tot vrijwaring meebrengt. CMN wist waarvoor de door haar geleverde drinkwatertanks moesten dienen, namelijk voor toepassing in (onder meer) zeiljachten van Allures. Indien vast komt te staan dat [A] c.s. schade heeft geleden door corrosie in de drinkwatertank dan betekent dat, dat de drinkwatertank ondeugdelijk was en dat CMN niet conform de overeenkomsten heeft geleverd.
4. Het geschil in het incident tot onbevoegdheid en de beoordeling daarvan
4.1. CMN vordert dat de rechtbank zich onbevoegd verklaart om van het geschil in de vrijwaringsprocedure kennis te nemen. CMN heeft aan haar vordering ten grondslag gelegd dat partijen in de "Partnership Agreement", de "Construction Agreement" en de "Master Construction Agreement" (hierna: de overeenkomsten) een geldig forumkeuzebeding conform artikel 23 EEX-verordening zijn overeengekomen. Op grond van dat keuzebeding is het 'Tribunal de Commerce de Cherbourg' gelet op artikel 23 van de Verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (hierna: EEX-verordening) bevoegd om van het geschil in vrijwaring kennis te nemen.
4.2. Allures voert verweer met conclusie tot afwijzing van de incidentele vordering van CMN. Allures voert daartoe het volgende aan. De "Partnership Agreement" noch de "Construction Agreement" noch de "Master Construction Agreement" ziet specifiek op het zeiljacht van [A] c.s. Er is daarom geen forumkeuzebeding overeengekomen waardoor de rechtbank Leeuwarden op grond van artikel 6 lid 2 EEX-verordening bevoegd is van het geschil kennis te nemen, omdat CMN wordt opgeroepen in vrijwaring en de rechtbank Leeuwarden het gerecht is waar de oorspronkelijke vordering aanhangig is. Daarnaast baseert Allures haar vordering op onrechtmatige daad waardoor op grond van artikel 5 lid 3 EEX-verordening het gerecht van het feit waar het schadetoebrengende feit zich heeft voorgedaan bevoegd is, in casu de woonplaats van [A] c.s., zijnde Leeuwarden. Bovendien is het uit overwegingen van proceseconomie en rechtszekerheid onwenselijk dat de Franse rechter beslist over de aansprakelijkheid van CMN in plaats van de rechtbank Leeuwarden gelijktijdig met de beslissing over de vordering in de hoofdzaak.
4.3. Ter bepaling van haar bevoegdheid overweegt de rechtbank het navolgende. Op grond van de hoofdregel in artikel 2 van de EEX-verordening is de rechter in de lidstaat waar de gedaagde zijn woonplaats heeft, bevoegd. Artikel 6 lid 2 EEX-verordening schept ten aanzien van een vordering tot vrijwaring daarnaast een alternatieve bevoegdheid voor het gerecht waar de oorspronkelijke vordering aanhangig is. Nu de hoofdvordering van [A] c.s. tegen Allures en Rossinante bij deze rechtbank aanhangig is, is de rechtbank op grond van voornoemde bepaling in beginsel bevoegd van de onderhavige vordering tot vrijwaring kennis te nemen.
4.4. Aan de hiervoor vastgestelde bevoegdheid op grond van de EEX-verordening kan afbreuk worden gedaan door een exclusieve forumkeuze als bedoeld in artikel 23 EEX-verordening, waar CMN zich op beroept. Omtrent de vraag of partijen rechtsgeldig zijn overeengekomen dat slechts de Rechtbank van Koophandel van Cherbourg (Frankrijk) bevoegd is van dit geschil kennis te nemen, overweegt de rechtbank als volgt. Deze vraag moet beantwoord worden aan de hand van het bepaalde in artikel 23 EEX-verordening, welk artikel grotendeels overeenstemt met artikel 17 Verdrag van Brussel van 1968 betreffende de rechterlijke bevoegdheid en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (EEX-Verdrag). De jurisprudentie van het Europese Hof van Justitie (verder te noemen HvJ) ter zake van dat artikel is vanwege de gelijkluidendheid evenzeer van belang voor de uitleg van artikel 23 EEX-verordening.
4.5. Artikel 23 EEX-verordening bepaalt onder meer dat een overeenkomst tot aanwijzing van een bevoegd gerecht wordt gesloten:
a. hetzij bij een schriftelijke overeenkomst of bij een schriftelijke bevestigde mondelinge overeenkomst;
b. hetzij in een vorm die wordt toegelaten door de handelwijzen die tussen de partijen gebruikelijk zijn geworden;
c. hetzij, in de internationale handel, in een vorm die overeenstemt met een gewoonte waarvan de partijen op de hoogte zijn of hadden behoren te zijn en die in de internationale handel algemeen bekend is en door partijen bij dergelijke overeenkomsten in de betrokken handelsbranche doorgaans in acht wordt genomen.
In casu zijn partijen in een drietal schriftelijke overeenkomsten overeengekomen dat het Tribunal de Commerce de Cherbourg (Frankrijk) bevoegd is van geschillen kennis te nemen die betrekking hebben op deze overeenkomsten. Er is daarom voldaan aan de vereisten van artikel 23 EEX-verordening.
4.6. Tussen partijen staat vast dat de "Partnership Agreement" de algemene samenwerking tussen Allures en CMN beschrijft. In de "Partnership Agreement" is bepaald dat geschillen die in verband met deze overeenkomst zullen ontstaan zullen worden voorgelegd aan de Rechtbank van Koophandel van Cherbourg.
Artikel 23 EEX-verordening bepaalt dat wanneer partijen een gerecht hebben aangewezen voor de kennisneming van geschillen die naar aanleiding van een bepaalde rechtsbetrekking zijn ontstaan of zullen ontstaan, dit gerecht exclusief bevoegd is, tenzij partijen anders zijn overeengekomen. De grondslag van de vordering is daarbij bepalend voor de bevoegdheid.
Allures voert in haar incidentele conclusie van antwoord aan dat het forumkeuzebeding niet van toepassing is omdat de overeenkomsten niet specifiek zien op het schip waarop de vordering betrekking heeft. De rechtbank volgt Allures niet in deze stelling. De door Allures ingestelde vordering tot vrijwaring door CMN is namelijk gegrond op de stelling dat CMN op basis van (onder andere) de "Partnership Agreement" de drinkwatertank voor het zeiljacht van [A] c.s. heeft geleverd en dat Allures door [A] c.s. wordt aangesproken wegens schade door een gebrek aan die drinkwatertank. Allures heeft ook niet gesteld op grond van welke overeenkomst de levering van de drinkwatertank dan wél heeft plaatsgevonden.
Er is bovendien niet gesteld of gebleken dat partijen met betrekking tot de levering van de onderhavige drinkwatertank hebben willen afwijken van de bepalingen van de "Partnership Agreement" zodat deze bepalingen geacht worden hierop van toepassing te zijn.
Dat Allures haar vordering eveneens baseert op een onrechtmatige daad van CMN maakt dit niet anders nu Allures stelt schade te hebben geleden door de levering van een (ondeugdelijk) product, welke levering naar aanleiding van de "Partnership Agreement" heeft plaatsgevonden.
4.7. Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen komt de rechtbank tot de conclusie dat op het onderhavige geschil een forumkeuzebeding van toepassing is dat voldoet aan de door artikel 23 EEX-verordening gestelde eisen. Dit brengt mee dat het aangewezen gerecht bij uitsluiting van gerechten van andere lidstaten bevoegd is om van het geschil kennis te nemen. Artikel 23 EEX-verordening laat geen ruimte voor toetsing van de belangen van partijen bij de keuze van het forum, terwijl bovendien artikel 23 EEX-verordening prevaleert boven artikel 6 EEX-verordening, Daarbij merkt de rechtbank op dat artikel 28 EEX-verordening aan de Franse rechter de mogelijkheid biedt om de uitspraak aan te houden in afwachting van de uitspraak in de in Nederland aanhangige hoofdzaak.
De rechtbank zal de incidentele vorderingen van CMN toewijzen en zich onbevoegd verklaren om van het geschil in vrijwaring kennis te nemen.
4.8. Allures zal als de in het ongelijk te stellen partij in de proceskosten worden veroordeeld, zoals hieronder nader zal worden aangegeven.
5. De beslissing
De rechtbank
in het incident
5.1. wijst de vordering toe,
5.2. veroordeelt Allures in de kosten van het incident, aan de zijde van CMN tot op heden begroot op € 452,00 aan salaris advocaat,
in de vrijwaringszaak
5.3. verklaart zich onbevoegd om van de vordering van Allures kennis te nemen,
5.4. veroordeelt Allures in de proceskosten, aan de zijde van CMN tot op heden begroot op € 1.744,00 aan vast recht.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.E. Biesma en in het openbaar bij vervroeging uitgesproken op 3 oktober 2012.?