ECLI:NL:RBLEE:2012:BX5568
Rechtbank Leeuwarden
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Huurrecht en belangenafweging bij voortgezet gebruik van huurwoning na beëindiging relatie
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Leeuwarden op 18 juli 2012, staat de vraag centraal of de ex-partner van de contractuele huurder recht heeft op voortgezet gebruik van de huurwoning na de beëindiging van hun relatie. De eiser, de contractuele huurder, vordert dat de gedaagde, zijn ex-partner, de woning verlaat. De gedaagde heeft echter een affectieve relatie gehad met de eiser en heeft samen met hem een zoon, [A], die bij haar in de woning woont. De huurovereenkomst voor de woning staat op naam van de eiser, maar de gedaagde stelt dat zij ook recht heeft op de woning op basis van hun gezamenlijke woonhistorie en de belangen van hun kind.
De kantonrechter overweegt dat de gedaagde niet van rechtswege medehuurder is, maar dat de onderlinge rechtsverhouding tussen partijen en de belangenafweging bepalend zijn voor de uitkomst. De rechter concludeert dat het belang van het kind, [A], om in zijn vertrouwde omgeving te blijven, zwaarder weegt dan de belangen van de eiser. De gedaagde heeft de zorg voor [A] en het is niet in het belang van het kind om de woning te verlaten. De kantonrechter wijst de vordering van de eiser af en oordeelt dat de gedaagde het huurrecht op de woning toekomt, waarbij de belangen van het kind voorop staan.
De rechter beslist dat de eiser de proceskosten moet vergoeden aan de gedaagde, die zijn gemachtigde heeft ingeschakeld. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige belangenafweging in huurrechtelijke geschillen, vooral wanneer kinderen betrokken zijn.