ECLI:NL:RBLEE:2012:BX1386
Rechtbank Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Geldvordering en proceskostencompensatie in zorgverzekeringskwestie
In deze zaak vorderde De Friesland Zorgverzekeraar N.V. betaling van een bedrag van € 773,69 aan [gedaagde], die premieplichtig was op basis van een basisverzekering. De vordering was gebaseerd op onbetaalde nominale premies en eigen risico bedragen over verschillende maanden in 2009 en 2010. [gedaagde] verweerde zich door te stellen dat hij aan zijn betalingsverplichtingen had voldaan en dat hij rauwelijks was gedagvaard. Hij bood bewijs aan van zijn stellingen, maar de kantonrechter oordeelde dat hij onvoldoende bewijs had geleverd om zijn verweer te onderbouwen.
De kantonrechter oordeelde dat De Friesland recht had op de gevorderde hoofdsom, omdat [gedaagde] niet had aangetoond dat hij aan zijn verplichtingen had voldaan. Het beroep van [gedaagde] op verrekening werd verworpen, omdat hij beschikte over een uitvoerbaar vonnis in een andere procedure, wat betekende dat verrekening niet aan de orde was. De rechtbank oordeelde ook dat De Friesland geen recht had op vergoeding van buitengerechtelijke kosten, omdat zij niet voldoende duidelijkheid had verschaft aan [gedaagde] over de openstaande vorderingen.
De kantonrechter besloot dat [gedaagde] moest betalen aan De Friesland, maar compenseerde de proceskosten, waarbij [gedaagde] slechts een deel van de kosten aan De Friesland moest vergoeden. De uitspraak werd gedaan op 11 juli 2012, waarbij de kantonrechter de vordering van De Friesland toewijsde en de kosten tussen partijen compenseerde.