Motivering
Feiten
Op grond van de stukken van het geding en het verhandelde ter zitting staat het volgende vast:
1.1 Eiser is geboren op [datum] 1947 en gehuwd met mevrouw [eisers echtgenote].
1.2 Eiser en zijn echtgenote zijn beiden als vrijwilliger werkzaam bij de [stichting] te [woonplaats] ([de stichting]).
1.3 [de stichting] is aangemerkt als een Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI).
1.4 In de notulen van de bestuursvergadering van 16 december 2009 van [de stichting] is onder meer vastgelegd:
"T.a.v. de statuten wordt de volgende wijziging voorgesteld:
Niet alleen het bestuur maar iedere vrijwilliger heeft recht op een vrijwilligersvergoeding.
Aanvullend op de statuten stelt het bestuur daarom het volgende vast.
Evenals vorige jaren wordt de vrijwilligersvergoeding, zoals in de statuten vermeld, vastgesteld op € 4,50 per uur. Dit met een maxima van € 150,- per maand en € 1500,- per jaar. Dit zijn de maximale fiscale normen die gelden voor vrijwilligerswerk.
Afgesproken wordt om fiscale normen voortaan als vaste normen te hanteren en niet meer jaarlijks vast te stellen en te notuleren. Desgevraagd wordt medegedeeld , dat tot op heden medewerkers vrijwillig hebben afgezien van declaratie.
Deze twee acties samen maken het mogelijk om de niet ontvangen vrijwilligersvergoeding
op te voeren als aftrekpost voor de belastingen. Dit kan dan in het kader van ‘giften’.
Er wordt besloten om op 28-12-09 een extra vergadering te beleggen om de notulen van de
lopende vergadering vast te stellen.".
1.5 Op 31 december 2009 zijn bij notaris [notaris] de statuten van [de stichting] gewijzigd. Artikel 8, tweede lid, van die statuten luidt:
"De leden van het bestuur en alle vrijwilligers genieten ten laste van de kas der stichting geen beloning doch een onkostenvergoeding, welke per kwartaal wordt uitgekeerd en jaarlijks door het bestuur wordt vastgesteld.".
1.6 Eiser heeft in zijn aangifte IB/PVV 2008 een bedrag van € 4.400 aan overige giften opgenomen. In de specificatie overige giften staat onder meer vermeld:
"Vrijwilligerswerk [de stichting] (man) 1.500
Vrijwilligerswerk [de stichting] (vrouw) 1.500".
Vanwege de voor de giftenaftrek geldende drempels is een bedrag van € 3.531 als giften afgetrokken en heeft eiser een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 29.930 aangegeven.
1.7 Verweerder is bij het opleggen van onderhavige aanslag IB/PVV 2008 afgeweken van eisers aangifte door de giftenaftrek in verband met het vrijwilligerswerk ten behoeve van [de stichting] niet toe te staan. Verweerder heeft het belastbaar inkomen uit werk en woning met een bedrag van € 2.484 verhoogd en vastgesteld op € 32.414.
1.8 In antwoord op vragen van verweerder heeft [de stichting] bij brief van 26 november 2010 aan verweerder onder meer geschreven:
"Het Bestuur van onze [de stichting] te [woonplaats] wenst haar medewerkers jaarlijks een belastingvrije, geringe financiële vergoeding toe te kennen voor hun meer dan gemiddelde inzet bij de werkzaamheden voor [de stichting]. Deze vergoeding is gerelateerd aan de maximaal toelaatbare normen die de fiscus hiervoor voorschrijft, te weten € 4,50 per uur met een maximum van € 1.500, per jaar.
Ten tijde van de indiensttreding van de medewerkers is met hen een intake gesprek gehouden, waarin dit aan de orde kwam en waarbij hen de keuze werd gegeven, deze vergoeding daadwerkelijk te ontvangen, dan wel deze als gift terug te schenken aan de Stichting. In dat geval is aangegeven dat deze gift fiscaal aftrekbaar zou zijn. Deze keuze kon geheel vrijwillig en zonder enige dwang worden gemaakt. Tot op heden hebben alle medewerkers gekozen voor de laatste optie, waarbij door beide partijen is afgesproken dat een en ander met gesloten beurs zou plaatsvinden, dus zonder administratieve boekingen over en weer. Evaluatiegesprekken met de medewerkers vindt periodiek plaats.".
1.9 Verweerder heeft de rechtbank desgevraagd bij brief van 8 november 2011 onder meer als volgt geïnformeerd:
"Naar aanleiding van de zitting op dinsdag 25 oktober 201,1 is de inspecteur in de gelegenheid gesteld om alsnog na te gaan of de door belanghebbende genoemde vrijwilligers voor het jaar 2008 een giftenaftrek hebben geclaimd vanwege het afzien van een vrijwilligersvergoeding ten aanzien van werkzaamheden voor [de stichting]. Bijgaand doe ik u in drievoud mijn reactie met bijlagen toekomen.
In het onderstaande wordt nader ingegaan op de door belanghebbende genoemde personen.
Dat betreft de volgende personen:
1. [C2]; in de aangifte IB 2008 heeft deze persoon geen giftenaftrek geclaimd ten aanzien van [de stichting]. Ik verwijs naar de specificatie van de giftenaftrek in bijlage 1;
2. [D]; in de aangifte IB 2008 wordt een tweetal geringe bedragen ten aanzien van [de stichting] in aftrek geclaimd. Namelijk een bedrag van € 12 en een bedrag van € 195, wegens 65 uren vrijwilligerswerk. In verwijs naar de giftenspecificatie in bijlage 2;
3. [E]; in de aangifte IB 2008 wordt een giftenaftrek geclaimd ten aanzien van [de stichting] van € 1.500. De definitieve aanslag is zonder verder onderzoek conform aan de aangifte vastgesteld. Ik verwijs naar bijlage 3 voor de nadere specificatie;
4. [F]; in de aangifte IB 2008 wordt een totaal bedrag van € 1.614 in aftrek geclaimd, bestaande uit een viertal giften aan de [G], [H], [I] en [de stichting]. De definitieve aanslag is zonder nader onderzoek conform aan de ingediende aangifte opgelegd. Ik verwijs naar bijlage 4 voor een nadere specificatie.
De uitkomst van het bovenstaande en het eerdere onderzoek van de inspecteur is het volgende.
Allereerst wil ik opmerken dat van de 4 genoemde personen in feite één persoon (echt) vergelijkbaar is met belanghebbende. Dat betreft [E]. In deze aangifte is eveneens sprake van een vrijwilligersvergoeding, waarvan klaarblijkelijk wordt afgezien, ten bedrage van € 1.500.