ECLI:NL:RBLEE:2012:BW6607

Rechtbank Leeuwarden

Datum uitspraak
16 mei 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
17/880048-12 VON
Instantie
Rechtbank Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte wegens gebrek aan bewijs in valsheid in geschrift en verduistering in dienstbetrekking

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Leeuwarden op 16 mei 2012, stond de verdachte terecht op beschuldiging van valsheid in geschrift en verduistering in dienstbetrekking. De tenlastelegging omvatte onder andere het opzettelijk zich wederrechtelijk toe-eigenen van edelmetalen ter waarde van ongeveer € 31.168,- en het valselijk opmaken van een papieren controlesysteem. De rechtbank heeft de zaak beoordeeld op basis van de beschikbare bewijsstukken en de verklaringen van de verdachte en de aangever.

De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende wettig bewijs was om de verdachte te veroordelen voor de tenlastegelegde feiten. De aangever, een directeur van het bedrijf waar de verdachte werkzaam was, had aangifte gedaan van verduistering en valsheid in geschrift. Echter, de rechtbank constateerde dat de onderliggende stukken, zoals orderbonnen, ontbraken en dat de Excel-overzichten die door de aangever waren opgesteld, niet konden worden gecontroleerd. Hierdoor was er geen objectief bewijs dat de aangifte ondersteunde.

De verdachte ontkende de beschuldigingen en gaf aan dat hij alleen werkstukken had gemaakt waarvoor hij een orderbon had ontvangen. De rechtbank concludeerde dat, gezien het gebrek aan bewijs, de verdachte niet kon worden veroordeeld voor de feiten die hem ten laste waren gelegd. Daarom sprak de rechtbank de verdachte vrij van zowel de valsheid in geschrift als de verduistering in dienstbetrekking. Tevens werd het bevel tot voorlopige hechtenis opgeheven en werd de onmiddellijke invrijheidstelling van de verdachte bevolen.

Uitspraak

RECHTBANK LEEUWARDEN
Sector straf
parketnummer 17/880048-12
vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 16 mei 2012 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1970 te [geboorteplaats],
wonende te [adres],
thans gedetineerd in P.I. Leeuwarden te Leeuwarden.
De rechtbank heeft gelet op het ter terechtzitting gehouden onderzoek van 14 mei 2012.
De verdachte is verschenen, bijgestaan door C.C. Wijburg, advocaat te Utrecht.
Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 1 oktober 2010 tot en met 22 november 2011
te Leeuwarden, opzettelijk, meermalen telkens een hoeveelheid edelmetalen (in
totaal ter waarde van ongeveer E 31.168,- en/of 31.719,-), in elk geval enig
goed, dat/die geheel of ten dele toebehoorde(n) aan [naam], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en welk(e)
goed(eren) verdachte uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking van/als
tandtechnisch medewerker van het [naam2],
in elk geval anders dan door misdrijf onder zich had, wederrechtelijk zich
heeft toegeëigend;
2.
hij in of omstreeks de periode van 1 oktober 2010 tot en met 22 november 2011
te Leeuwarden meermalen, althans eenmaal, (telkens) het papieren controlesysteem,
- (elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen
- valselijk heeft opgemaakt of vervalst, immers heeft
verdachte (telkens) valselijk onder meer,
-de fabricage van een ordernummer en werkstuk vermeld terwijl die al eerder
was gemaakt (zogenaamde "dubbel") en/of
-de fabricage van een ordernummer en werkstuk vermeld terwijl daarvoor in
werkelijkheid geen order was (zogenaamde "spook") en/of
-in het papieren controlesysteem werkstukken vermeld als edelkroon (terwijl er
in werkelijkheid geen edelkronen werden gemaakt maar er een order was voor
cercon kronen en/of protheses en/of facings (voor welke werkstukken geen
edelmetaal nodig was) zulks (telkens) met het oogmerk om die/dat
geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen
gebruiken;
In de tenlastelegging voorkomende schrijffouten of kennelijke misslagen worden verbeterd gelezen. De verdachte is hierdoor niet in zijn belangen geschaad.
Vordering officier van justitie
De officier van justitie heeft ter terechtzitting gevorderd:
- veroordeling voor het onder 1. en 2. ten laste gelegde;
- oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden.
Beoordeling van het bewijs
De rechtbank is met de raadsman van oordeel dat de onder 1. en 2. ten laste gelegde feiten niet wettig en overtuigend bewezen kunnen worden. De rechtbank overweegt daaromtrent het volgende.
Ten aanzien van de onder 1. ten laste gelegde verduistering in dienstbetrekking bevat het dossier een aangifte gedaan door één van de directeuren van [naam2], de heer [naam]. Aangever verklaart dat hij veel onderzoek in de administratie heeft verricht en dat daaruit blijkt dat verdachte edelmetaal dat hij uit hoofde van zijn functie onder zich had, heeft verduisterd. Daarbij heeft aangever een deel van de administratie overgelegd. Dit deel van de administratie is opgenomen in het dossier. De rechtbank constateert dat een deel van de onderliggende stukken, waaronder de orderbonnen, ontbreekt en dat het wel in het dossier bevindende deel van de administratie geen objectieve bescheiden bevat die de aangifte ondersteunen. Met name is daarbij van belang dat de in het dossier bevindende Excel-overzichten, op basis waarvan het tekort aan edelmetaal in 2011 is berekend, door aangever zijn opgesteld en de daarop voorkomende gegevens, bij gebreke van onderliggende stukken, niet kunnen worden gecontroleerd. Verdachte ontkent het feit stellig. Nu voor de verduistering van de hoeveelheid edelmetalen naast de aangifte geen steunbewijs in het dossier zit, is de rechtbank van oordeel dat onvoldoende wettig bewijs aanwezig is om tot een bewezenverklaring van het onder 1. ten laste gelegde te komen. De rechtbank spreekt verdachte derhalve vrij van het onder 1. ten laste gelegde.
Ook ten aanzien van de onder 2. ten laste gelegde valsheid in geschrift is door [naam] aangifte gedaan. Volgens de aangifte zijn door verdachte spookwerkstukken gemaakt, ordernummers dubbel ingeboekt, orders onder een foute naam ingeboekt en edelmetalen gebruikt in werkstukken waarvoor normaal alleen cercon wordt gebruikt. Deze orders hadden volgens de aangever nooit zo opgemaakt mogen worden. Verdachte heeft deze stelling echter bestreden en hij heeft een verklaring voor deze gestelde onjuistheden gegeven. Hij stelt dat hij alleen werkstukken heeft gemaakt waarvoor hij een orderbon had gekregen, dat op één orderbon soms meerdere werkstukken werden gemaakt, omdat het eerste werkstuk niet paste en dat het regelmatig gebeurde dat hij aanpassingen niet op de orderbon kon zetten omdat de orderbon al bij hem was weggehaald. De rechtbank is van oordeel dat bij gebreke van de orderbonnen niet kan worden gecontroleerd of de door aangever opgestelde lijsten met ordernummers en geproduceerde werkstukken juist is en daarmee of het door verdachte op de werkformulieren verantwoorde edelmetaalgebruik al dan niet overeenkomt met de voor de geproduceerde werkstukken benodigde hoeveelheid edelmetaal. Op basis van de stukken die zich in het dossier bevinden oordeelt de rechtbank dat er geen objectieve bescheiden zijn die de stelling van de aangever ondersteunen. De rechtbank spreekt verdachte wegens gebrek aan wettig bewijs vrij van het onder 2. ten laste gelegde.
DE UITSPRAAK VAN DE RECHTBANK LUIDT, RECHTDOENDE:
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder 1. en 2. is ten laste gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.
Heft op het bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van 16 mei 2012.
Beveelt de onmiddellijke invrijheidstelling van verdachte.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.G.W. Lootsma-Oude Nijeweme, voorzitter, mr. M. Haisma en mr. T. Kortlang-de Vries, rechters, bijgestaan door M. Heerschop, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 25 mei 2012.
Mr. Kortlang-de Vries is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.