ECLI:NL:RBLEE:2012:BW5751
Rechtbank Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vonnis in incident betreffende nietigheid van dagvaarding en proceskostenveroordeling
In deze zaak heeft de Rechtbank Leeuwarden op 9 mei 2012 een vonnis gewezen in een incident. De eiseres in de hoofdzaak, de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [A], heeft een vordering ingesteld tegen meerdere gedaagden, waaronder Tristar Shipping B.V. en Scheepvaartonderneming Blue Star C.V. [A] vordert hoofdelijke veroordeling van de gedaagden tot betaling van een bedrag van € 141.000,-, vermeerderd met rente en kosten, op basis van een overeenkomst van geldlening die op 23 september 2004 is gesloten. De gedaagden hebben zich borg gesteld voor deze overeenkomst, maar [A] heeft tot op heden geen betalingen ontvangen.
In het incident heeft gedaagde [B] verzocht om de dagvaarding nietig te verklaren, omdat deze niet voldeed aan de eisen van artikel 111 lid 2 sub d van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. [B] stelde dat de dagvaarding niet de gronden van de eis bevatte, waardoor hij niet in staat was zich adequaat te verweren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding inderdaad een ernstig gebrek vertoonde, omdat de gronden van de vordering niet waren vermeld. Hierdoor kon de dagvaarding niet dienen als een inleidend processtuk en werd deze nietig verklaard.
De rechtbank heeft [A] als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten van [B], die zijn begroot op € 3.273,00. De proceskostenveroordeling is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De overige gedaagden zijn naar de parkeerrol verwezen, aangezien Tristar Shipping B.V. inmiddels in staat van faillissement was verklaard. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. J.E. Biesma.