ECLI:NL:RBLEE:2011:BZ5606
Rechtbank Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vergoeding van advocaatkosten en belastbaar inkomen in de inkomstenbelasting
In deze zaak heeft de Rechtbank Leeuwarden op 31 maart 2011 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser en de inspecteur van de Belastingdienst/Noord, kantoor Groningen, over de vraag of vergoede advocaatkosten moeten worden gerekend tot het belastbare loon in de zin van de Wet IB 2001. Eiser had een aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen ontvangen, die was berekend op een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 52.761. Na bezwaar werd deze aanslag verminderd tot € 52.369. Eiser stelde beroep in tegen deze beslissing, waarbij hij betoogde dat de advocaatkosten van € 2.712,50 niet tot zijn belastbare inkomen gerekend moesten worden.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de werkgever van eiser, in verband met de beëindiging van diens arbeidsovereenkomst, verplicht was om de advocaatkosten te vergoeden. De correspondentie tussen eiser en zijn werkgever toonde aan dat deze kosten in mindering moesten worden gebracht op de ontslagvergoeding. De rechtbank oordeelde dat de verwerking van deze kosten in de loonadministratie door de werkgever niet correct was en dat eiser niet gebonden was aan deze onjuiste verwerking. De rechtbank concludeerde dat de vergoeding van de advocaatkosten belastingvrij kon plaatsvinden, wat betekende dat het belastbare inkomen van eiser verlaagd moest worden tot € 49.656.
De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de uitspraak op bezwaar en paste de aanslag aan. Tevens werd de inspecteur gelast het betaalde griffierecht van € 39 aan eiser te vergoeden. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen werd gewezen op de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof te Leeuwarden.