vonnis
RECHTBANK LEEUWARDEN
zaaknummer / rolnummer: 106792 / HA ZA 10-793
Vonnis van 23 november 2011
de naamloze vennootschap
VERENIGDE ASSURANTIEBEDRIJVEN NEDERLAND N.V., h.o.d.n. BAVAM,
gevestigd te Rijswijk,
eiseres,
advocaat: mr. W.A.M. Rupert te Rotterdam,
de coöperatie met uitgesloten aansprakelijkheid
ALGEMENE FRIESE ONDERLINGE SCHADEVERZEKERINGS-MAATSCHAPPIJ ZEVENWOUDEN U.A.,
gevestigd te Heerenveen,
gedaagde,
advocaat: mr. R.S. van der Spek te Leeuwarden.
Partijen zullen hierna BAVAM en Zevenwouden genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek
- de akte van BAVAM.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
In deze procedure zal van de volgende vaststaande feiten worden uitgegaan.
2.1. De heer [A] (hierna te noemen: [A]) exploiteert een pluimveebedrijf. [A] heeft door tussenkomst van zijn assurantietussenpersoon [B] Verzekeringen (hierna te noemen: [B]) in 1994 ten behoeve van zijn pluimveebedrijf een bedrijfsschadeverzekering bij Zevenwouden afgesloten. Deze verzekering is sindsdien telkens verlengd. [B] op haar beurt is verzekerd bij BAVAM voor beroepsaansprakelijkheid.
2.2. Op de verzekeringsovereenkomst tussen [A] en Zevenwouden zijn van toepassing de door Zevenwouden gehanteerde polisvoorwaarden "1033 - Bedrijfsschade (UG) handel en industrie".
In deze polisvoorwaarden is onder meer het navolgende bepaald:
(…)
2. Begripsomschrijvingen
2.1. Bedrijfsschade: vermindering van de bruto winst als gevolg van een door een gedekte gebeurtenis veroorzaakte teruggang in productie of omzet van het op het polisblad omschreven bedrijf.
(…)
2.2. Bruto winst: de opbrengst van de productie of de omzet, verminderd met de variabele kosten.
2.3. Variabele kosten: de kosten die evenredig omhoog of omlaag gaan met verhoging of verlaging van productie of omzet zoals de inkoopprijzen van goederen, grond- en hulpstoffen, B.T.W. en emballage- en vrachtkosten.
(…)
Omschrijving van de dekking
3. Gedekte gebeurtenissen
De maatschappij vergoedt de bedrijfsschade als gevolg van verlies of beschadiging van het op het polisblad omschreven gebouw of de inhoud daarvan, veroorzaakt door:
(…)
3.4. blikseminslag, ongeacht of deze brand tengevolge heeft;
(…)
6. Uitsluitingen
Deze verzekering geeft geen dekking voor schade:
(…)
6.2. als gevolg van uitval van elektrische en elektronische apparatuur/installaties door overspanning/inductie, tenzij andere sporen van blikseminslag in of aan het object, waarin de verzekerde zaken aanwezig zijn, worden aangetroffen;
Schade
7. Verplichtingen na schade
7.1. Zodra de verzekeringnemer kennis draagt van een gebeurtenis die voor de maatschappij tot uitkering kan leiden, is hij verplicht:
(…)
7.1.2. alle maatregelen te nemen ter voorkoming en beperking van onmiddellijk dreigende schade;
(…)
7.2. Deze verzekering geeft geen dekking, indien de verzekeringnemer een van deze verplichtingen niet is nagekomen en daardoor de belangen van de maatschappij heeft geschaad.
(…)
9. Omvang van de schade
9.1. In geval van bedrijfsschade zal in overleg met de verzekeringnemer worden vastgesteld of de schaderegeling zal plaatsvinden op basis van vermindering van de omzet of van de productie.
(…)
9.3. De bedrijfsschade zal als volgt worden vastgesteld:
9.3.1. berekend wordt het percentage dat de bruto winst in het aan de gebeurtenis voorafgegane boekjaar uitmaakte van de omzet of de productie;
9.3.2. het onder 9.3.1. bedoelde percentage wordt omgeslagen over de vermindering in omzet of de productie. Het aldus berekende bedrag wordt verminderd met bespaarde vaste lasten en vermeerderd met gemaakte extra kosten.
2.3. Op 20 augustus 2009 heeft omstreeks 21.30 uur een stroomuitval plaatsgevonden in het pluimveebedrijf van [A]. Een geautomatiseerd systeem zond vervolgens een melding naar de mobiele telefoon van de zoon van [A]. Laatstgenoemde is naar de stal gelopen en constateerde toen dat de aardlekschakelaar was afgeslagen. De zoon heeft deze schakelaar daarop gereset en geconstateerd dat alles weer normaal functioneerde in de stal.
2.4. De volgende ochtend, 21 augustus 2009, heeft [A] bij binnenkomst van de stal een groot aantal dode leghennen aangetroffen. Daarbij constateerde hij tevens dat de stroom was uitgevallen, dat het automatische alarm niet had gewerkt en dat de ventilatoren waren uitgegaan. Diezelfde dag nog heeft [A] het onderzoeksbureau Agrotechniek (hierna te noemen: Agrotechniek) ingeschakeld om de oorzaak van de storing en de elektriciteitsuitval te onderzoeken.
2.5. Agrotechniek heeft naar aanleiding van haar onderzoek op 21 augustus 2009 gerapporteerd:
(…)
Gevonden storingen.
ACA-1 alarmkast:
* Kreeg wel storing extern maar gaf dit niet door.
EKU-c rechtsvoor:
* Geeft alarm
* Er zitten brandsporen op de print.
* Blikseminslag?
Conclusie:
De aca-1 gaf de storingen niet door terwijl hij dit 's avonds wel gedaan had. De EKU-C is defect en dit komt 99% zeker door de bliksem inslag van donderdag avond.
2.6. Agrotechniek heeft voorts op 25 augustus 2009 gerapporteerd:
(…)
Waarnemingen [A]
* 's avonds om 22:00 uur door nummer A veranderd in octalarm.
* Direct de werking van de Octalarm getest.
* Werking was goed.
* 's morgens om 06:30 uur bij de stal gekomen.
* Toen heeft hij geconstateerd dat de HDC klimaat computer geen spanning meer had.
* Er bleek een aardlekschakelaar uitgegaan.
* Deze heeft hij direct weer ingezet.
* Daarna heeft hij geconstateerd dat de kippen dood waren.
* Om 06:52 de aardlekschakelaar weer een keer uitgegaan (waarschijnlijk storing EKU-C).
Waarnemingen [C] en [D]
* ACA-1 werkt goed maar is niet te vertrouwen.
* EKU-C van klepmotor defect door blikseminslag deze moet vervangen worden.
* Werking van de Octalarm is goed, maar deze voor zekerheid na laten kijken.
Conclusie
De ACA-1 en de EKU-C zijn defect. Onze conclusie is dat de storingen zijn veroorzaakt door blikseminslag. Temeer ook omdat bij de buren apparatuur kapot is door blikseminslag.
2.7. Na de melding van de schade bij Zevenwouden heeft Zevenwouden aan expertisebureau Agrotax (hierna te noemen: Agrotax) opdracht gegeven om de schade te onderzoeken. De heren [E] van Agrotax en [F] (onafhankelijk deskundige op het gebied van elektrotechniek in de landbouw) hebben op of omstreeks 28 augustus 2009 ter plaatse een onderzoek uitgevoerd. Hiervan is een rapport opgesteld
2.8. Agrotax meldt in haar rapport van 31 augustus 2009 onder meer:
(…)
Schadeoorzaak
Als schadeoorzaak is inductie aannemelijk. De aca-1 alarmkast zou de storingen niet hebben doorgegeven, terwijl deze het 's avonds wel gedaan zou hebben. De EKU-c zou defect zijn, hetgeen met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid veroorzaakt zou zijn door overspanning in de nacht van donderdag op vrijdag (20-21 augustus).
(…)
Bedrijfsschade
De bedrijfsschade bedraagt de contante waarde van de eierenproductie, onder aftrek van de variabele kosten, zoals voer, water, stroom en arbeid. Gelet op de krapte in de markt bij opfokbedrijven voor leghennen, er is sprake van een aanzienlijke vraag naar scharrel- en Freiland leghennen, achten wij de mogelijkheid dat verzekerde binnen een half jaar weer leghennen heeft niet realistisch. Wij verwachten dat het bedrijf eerst over 26 weken weer kan draaien. Uitgaande van een gemiddeld legpercentage, over de toekomstige periode van 25 weken, bedraagt het aantal gemiste eieren ruim 2,6 miljoen.
(…)
CONCLUSIES EXPERT
* Uitgaande van de verklaringen door verzekerde en de heer [G] van Agrotechniek, aangevuld met hetgeen de experts op 28 augustus 2009 hebben waargenomen, kan gesteld worden dat er aannemelijk sprake is van overspanning ten gevolge van nabije blikseminslagen in de avond, nacht van 20 op 21 augustus 2009.
Aldus vastgesteld te Frederiksoord, 31 augustus 2009
Agrotax agrarische registerexperts
Ing. [E] re
Bijlagen: - verklaring van de heer Drs. [F]
(volgt verklaring [F], toevoeging rb.)
(…)
Het bleek dat één van de klepregelkasten defect was geraakt. Na opening van die kast was duidelijk een brandplek te zien was. Dit op het punt waar de print op de netspanning is aangesloten. Ook was te constateren dat het hier niet ging om een te heet geworden onderdeel, maar dat sprake moet zijn geweest van een spanningspuls als gevolg van blikseminslag in de omgeving. Kenmerkend was dat de vlek niet was weg te wrijven. Een spanningspuls als gevolg van een blikseminslag heeft namelijk een naaldvorm. Dit in tegenstelling met de netstroom, die een sinusvorm heeft. Bij een naaldvormige puls gaat de stroom niet zozeer door de kern van de geleider, maar meer langs het oppervlak daarvan. Dat noemt men het skin (huid) effect. Het oppervlak van de geleider wordt dan zo heet dat een microndikke metaallaag van de geleider verdampt en als een metaalfilm neerslaat op de directe omgeving. In dit geval was er duidelijk sprake van een dergelijke metaalneerslag. De conclusie moet worden getrokken dat het defect geraken van die regelkast het gevolg is van een blikseminslag in de omgeving, binnenkomend via het elektriciteitsnet. (…)
2.9. Zevenwouden heeft zich (mede) op grond van de rapportage van Agrotax niet gehouden geacht om dekking te verlenen onder de bedrijfsschadeverzekering voor de door [A] geleden schade. Uiteindelijk heeft BAVAM met [A] afgesproken om de schade van [A] aan hem te vergoeden en om vervolgens zelf verhaal te nemen op Zevenwouden. In dat kader is op 25 februari 2010 tussen [A] en BAVAM een akte van cessie opgemaakt. In deze akte is - voor zover van belang - bepaald:
(…)
Overwegende:
1. Dat door bemiddeling van [H] BV (hierna te noemen: [H]) een bedrijfsschadeverzekering tot stand is gekomen bij Zevenwouden Verzekeringen met polisnummer [nummer], waarbij werd verzekerd de bedrijfsschade van het pluimveebedrijf van [A] aan [adres];
2. Dat inductie niet is meeverzekerd op de betreffende polis, op de overige brandverzekeringen van [A] wel;
3. Dat in de nacht van 20 op 21 augustus 2009 door stroomuitval circa 19.000 legkippen zijn gestikt. De regelapparatuur is in deze nacht uitgevallen door onweersactiviteiten c.q. blikseminslag;
(…)
5. Dat [A] [H] aansprakelijk houdt op grond van beweerdelijk onzorgvuldig handelen door niet te zorgen voor dekking ten gevolge van inductie en dekking voor het uitvallen van regelapparatuur die de dood van het pluimvee tot gevolg kan hebben;
6. Dat [H] ervan op de hoogte was dat [A] ook schade door inductie verzekerd wilde zien, zoals dat ook op de overige polissen het geval is;
7. Dat [H] bij BAVAM een beroepsaansprakelijkheidsverzekering heeft afgesloten;
8. Dat BAVAM c.q. [H] van mening is dat Zevenwouden Verzekeringen ten onrechte dekking op onderhavige polis afwijst;
9. Dat BAVAM bereid is ten behoeve van haar verzekerde de vorderingen van [A], voor zover betrekking hebbende op onderhavige bedrijfsschade, waarvoor Zevenwouden Verzekeringen dekking heeft afgewezen, te kopen gelijk [A] bereid is die vorderingen aan BAVAM over te dragen;
(…)
Komen overeen:
a. [A] cedeert aan BAVAM haar vorderingen, zoals bedoeld onder overwegingen onder 9 tegen betaling van dat schadebedrag, zoals dat zal blijken uit het door [E] van Agrotax op te stellen schaderapport.
(…)
2.10. Nadat Agrotax de schade had getaxeerd, is door BAVAM aan [A] een bedrag van € 110.393,50 uitgekeerd.
2.11. Bij brief aan [B] Verzekeringen van 10 september 2009 heeft Zevenwouden volhard in haar standpunt dat zij niet gehouden is om dekking te verlenen onder de bedrijfsschadeverzekering.
2.12. Agrotax heeft BAVAM voor haar werkzaamheden in de onderhavige kwestie bij factuur van 17 maart 2010 een bedrag van € 3.751,48 inclusief BTW in rekening gebracht, welk bedrag door BAVAM is voldaan.
2.13. Op verzoek van Zevenwouden heeft deskundige [F] voornoemd een nadere schriftelijke verklaring d.d. 8 november 2010 opgesteld, waarin hij onder meer meldt:
"(…) Er zijn bij bovenvermeld schadegeval geen sporen geconstateerd die wezen in de richting van een directe inslag op de gebouwen. In het betreffende bedrijf waren veel elektronische apparaten aanwezig. Slechts een alarmkast en een klepregelkast waren defect geraakt. De aard en omvang van de schade wijst er op dat er geen sprake is geweest van een zogenaamde directe inslag op de gebouwen van het bedrijf maar van een inslag elders of tussen twee wolken die een spanningspiek hebben veroorzaakt op het lichtnet. Verzekeraars hebben dat gedefinieerd als een inductieschade. Bij een directe inslag zou alle of nagenoeg alle elektronica onherstelbaar zijn beschadigd."
3. Het geschil
3.1. BAVAM vordert dat de rechtbank, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, Zevenwouden veroordeelt om op grond van de bedrijfsschadeverzekering aan BAVAM te betalen een bedrag van € 110.393,50, te vermeerderen met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten ad € 5.994,50, en Zevenwouden veroordeelt in de proceskosten, waaronder de nakosten.
3.2. Zevenwouden voert verweer, met conclusie tot afwijzing van de vorderingen van BAVAM en veroordeling van BAVAM - bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad - in de proceskosten.
3.3. Op de stellingen van partijen wordt hierna - voor zover nodig - ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. BAVAM stelt dat Zevenwouden gehouden is om onder de bedrijfsschadeverzekering dekking te verlenen voor de onderhavige schade. Uit de polisvoorwaarden volgt dat indien het verzekerde gebouw of de inhoud daarvan beschadigd is geraakt, veroorzaakt door een blikseminslag, Zevenwouden de betreffende schade moet vergoeden. Uit de diverse rapportages blijkt duidelijk dat de schade is te herleiden tot een blikseminslag. Door die blikseminslag is de elektronische apparatuur in de stallen uitgevallen en zijn aldaar zich bevindende leghennen gestikt. BAVAM betwist dat er krachtens de polisvoorwaarden slechts dekking bestaat indien er sprake is van een rechtstreekse blikseminslag. Krachtens artikel 6.2. van de polisvoorwaarden valt ook schade onder de dekking indien er, zoals in casu, sprake is van inductie/overspanning die is veroorzaakt door blikseminslag en er in dat verband sporen van blikseminslag aanwezig zijn in of aan het verzekerde object. De blikseminslag staat in een condicio-sine-qua-non verband met het uitvallen van de elektrische installatie en het daaropvolgende stikken van de leghennen. Ter onderbouwing van de schade merkt BAVAM op dat deze is berekend op de gederfde winst door het tenietgaan van het overgrote deel van de in de stal aanwezige leghennen. Naast betaling van het door de deskundige van Agrotax vastgestelde schadebedrag van € 110.393,50 vordert BAVAM tevens betaling van buitengerechtelijke incassokosten ad € 2.842,00 en kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid
ad € 3.751,48.
4.2. Zevenwouden betwist de vordering van BAVAM. Zij acht zich niet gehouden om dekking te verlenen. In dat verband bestrijdt Zevenwouden dat er sprake is geweest van (een) rechtstreekse blikseminslag in de zin van artikel 3.4. van de polisvoorwaarden. Van blikseminslag in de polisvoorwaarden is géén sprake indien er sprake is van ontlading in een wolk of tussen wolken ten gevolge waarvan inductieschade optreedt. De schade is ontstaan door ontlading niet zijnde rechtstreekse blikseminslag. Dit betreft dan niet de in artikel 6.2. van de polisvoorwaarden genoemde 'andere sporen van blikseminslag in of aan het object'. De sporen op de printplaat zijn geen sporen van blikseminslag in of aan het object, maar de gevolgen van oververhitting ten gevolge van inductie. De rapporten van de deskundigen wijzen er ook op dat er sprake is van inductieschade. Voorts betwist Zevenwouden dat er sprake is van (het vereiste) causaal verband tussen een eventuele blikseminslag en de geleden schade. Als er al sprake is geweest van blikseminslag, dan is het uitvallen van de regelapparatuur daarvan slechts een indirect gevolg en de verstikking van de kippen weer een indirect gevolg daarvan. Er is sprake van een opeenvolgende reeks van gebeurtenissen waarvan het einde - de verstikking van de kippen - in redelijkheid niet meer aan de blikseminslag kan worden toegerekend. Daarvoor is sprake van een te ver verwijderd verband, aldus Zevenwouden. Zevenwouden betwist tevens de rechtsgeldigheid van de titel van cessie. BAVAM heeft [A] een bedrag uitgekeerd op de grondslag dat [A] door toedoen van [B] ten onrechte niet bij Zevenwouden is verzekerd voor de onderhavige schade. Dat staat echter haaks op de stelling van BAVAM dat [A] wél bij Zevenwouden verzekerd zou zijn (hetgeen de basis zou vormen van de regresvordering van BAVAM). Zevenwouden betwist ook de gestelde schade. Onduidelijk is hoe de schade precies is berekend; het is in elk geval niet in overeenstemming met artikel 9.3. van de polisvoorwaarden gebeurd. Ten slotte wijst Zevenwouden er op dat [A] heeft nagelaten om - zoals artikel 7.1.2. van de polisvoorwaarden voorschrijft - alle (noodzakelijke) maatregelen te nemen te voorkoming en beperking van (dreigende) schade. Het feit dat de regelapparatuur eerder op de avond al was uitgevallen, had tot verhoogde waakzaamheid bij [A] moeten leiden, door 's nachts de stal te inspecteren.
De rechtbank oordeelt als volgt.
4.3. Het meest verstrekkende verweer van Zevenwouden behelst dat er geen sprake is geweest van een rechtsgeldige cessie (aan BAVAM) wegens het ontbreken van een (rechtsgeldige) titel. Dit verweer zal worden verworpen. In het arrest van 29 juni 2001 (JOR 2001, 220) heeft de Hoge Raad beslist dat de akte van levering van een vordering niet de titel van de door de levering beoogde overdracht behoeft te vermelden. Voldoende is dat de verkrijger van de vordering redelijkerwijs uit de akte heeft mogen begrijpen dat zij tot levering was bedoeld. In de onderhavige akte van cessie behoefde, om de cessie rechtsgeldig te doen zijn, dan ook geen (deugdelijke) titel te worden vermeld. Overigens is de rechtbank van oordeel dat er sprake is van een rechtsgeldige titel voor de cessie van de vordering van [A] op Zevenwouden. In deze akte is overeengekomen dat BAVAM van [A] koopt de onder overweging 9 van de akte bedoelde vordering. Aldaar is de vordering omschreven als de vordering van [A], betrekking hebbend op de bedrijfsschade, waarvoor Zevenwouden dekking heeft afgewezen. Met de koop van die vordering is de titel voor de cessie gegeven.
4.4. Om voor vergoeding van schade op grond van een verzekeringsovereenkomst in aanmerking te komen, dient het voorval dat tot de schade heeft geleid onder de dekking van de polis te vallen. Partijen houdt in het onderhavige geval verdeeld de vraag of het voorval dat tot de sterfte van de leghennen in de stal van [A] heeft geleid onder de dekking van de polis van Zevenwouden valt. Bij de beantwoording van deze vraag komt het aan op de uitleg van de polisvoorwaarden. De rechtbank oordeelt hierover als volgt.
4.5. Uitgangspunt voor de uitleg van polisvoorwaarden vormen de criteria die de Hoge Raad heeft gegeven in de arresten van 9 juni 2006 (NJ 2006, 326) en 16 mei 2008 (NJ 2008, 284). Nu over dergelijke voorwaarden niet tussen partijen - in dit geval de initiële partijen [A] en Zevenwouden - onderhandeld pleegt te worden (en uit de stukken van dit geding geen andere conclusie getrokken kan worden dan dat niet gesteld is dat zulks in dit geval anders is), is de uitleg van polisvoorwaarden met name afhankelijk van objectieve factoren zoals de bewoordingen waarin de desbetreffende bepaling is gesteld, gelezen in het licht van de polisvoorwaarden als geheel en van de in voorkomend geval - zoals ook hier - bij de polisvoorwaarden behorende toelichting. Voorts dient tot uitgangspunt dat het een verzekeraar vrijstaat in de polisvoorwaarden de grenzen te omschrijven waarbinnen hij bereid is dekking te verlenen. Dat brengt ook de vrijheid mee om daarbij - op een wijze die voor de verzekeringnemer op grond van voormelde objectieve factoren voldoende duidelijk kenbaar is - binnen een samenhangend feitencomplex slechts aan bepaalde feiten of omstandigheden (rechts)gevolgen te verbinden en aan andere niet, dan wel onderscheid te maken tussen gevallen die feitelijk zeer dicht bij elkaar liggen.
4.6. Krachtens artikel 3.4. van de polisvoorwaarden valt onder de dekking van de bedrijfsschadeverzekering schade die het gevolg is van blikseminslag. Allereerst dient te worden bedacht dat een onderscheid moet worden gemaakt tussen de fenomenen directe (inslag op het verzekerde object) en indirecte (inslag in de omgeving van het verzekerde object) blikseminslag. Het in artikel 3.4. van de polisvoorwaarden opgenomen begrip "blikseminslag" omvat naar het oordeel van de rechtbank beide gevallen van blikseminslag, nu geen uitdrukkelijke uitzondering is gemaakt voor de dekking bij deze of gene vorm van blikseminslag. In beginsel valt dus zowel bedrijfsschade als gevolg van directe én indirecte blikseminslag onder de dekking van de polis.
4.7. Artikel 6 van de polisvoorwaarden geeft een aantal uitsluitingen van dekking. In casu is relevant de uitsluitingsgrond bij schade als gevolg van overspanning/inductie, als opgenomen in artikel 6.2. van de polisvoorwaarden. Deze polisbepaling dient naar het oordeel van de rechtbank aldus te worden uitgelegd, dat de verzekering geen dekking biedt voor schade die het gevolg is van uitval van elektronische apparatuur/installaties door overspanning/inductie. Dit lijdt slechts dan uitzondering indien andere sporen van blikseminslag in of aan het object, waarin de verzekerde zaken aanwezig zijn, worden aangetroffen. Deze uitzondering geldt naar het oordeel van de rechtbank niet bij blikseminslag in de omgeving van het verzekerde object.
4.8. De rechtbank overweegt dat het deskundigenrapport van Agrotax en de bijbehorende verklaring(en) van de deskundige [F] er - samengevat - op wijzen dat er sprake is van zogenaamde overspanningsschade, door een blikseminslag in de omgeving van het bedrijf van [A], welke is binnengekomen via het elektriciteitsnet en die tot uitval van elektriciteit heeft geleid. De rechtbank ziet geen aanleiding om aan de juistheid van deze expertises te twijfelen en zal deze dan ook als richtsnoer nemen voor wat betreft de oorzaak van de schade. Uit hetgeen (overigens) door BAVAM is gesteld, kan naar het oordeel van de rechtbank niet worden afgeleid dat de bliksem is ingeslagen in/aan de gebouwen van het bedrijf van [A], met overspanning/inductie als gevolg. Er zal dan ook vanuit worden gegaan dat de schade het gevolg is van overspanning door een blikseminslag in de omgeving van het bedrijf van [A].
4.9. De rechtbank komt in het verlengde daarvan tot de conclusie dat de in artikel 6.2. van de polisvoorwaarden opgenomen uitsluitingsgrond voor dekking bij overspanningsschade hier van toepassing is. Daaruit volgt dat de onderhavige bedrijfsschade (uiteindelijk) niet onder de dekking van de bedrijfsschadeverzekering valt en dat Zevenwouden derhalve terecht heeft geweigerd om de schade van [A] te vergoeden. De vordering van BAVAM als gecedeerde partij zal om die reden worden afgewezen. Al hetgeen partijen overigens nog te berde hebben gebracht kan - als niet meer van belang voor de uitkomst van het geschil - onbesproken blijven.
4.10. BAVAM zal als de in het ongelijk te stellen partij in de proceskosten worden veroordeeld. Deze kosten worden aan de zijde van Zevenwouden als volgt vastgesteld:
- vast recht € 2.565,00
- salaris van de advocaat € 2.842,00 (2 punten x € 1.421,00, tarief V)
--------------
Totaal € 5.407,00
5. De beslissing
De rechtbank:
5.1. wijst de vorderingen van BAVAM af;
5.2. veroordeelt BAVAM in de kosten van het geding, tot op heden aan de zijde van Zevenwouden vastgesteld op € 5.407,00;
5.3. verklaart dit vonnis voor wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. T.K. Hoogslag en in het openbaar uitgesproken op 23 november 2011, in tegenwoordigheid van de griffier.?