ECLI:NL:RBLEE:2011:BT6508
Rechtbank Leeuwarden
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.H. Severein
- Y. Huizing
- F. Sieders
- Rechtspraak.nl
Vechttpartij in Club Q te Noardburgum met dodelijke afloop
In de zaak tegen de verdachte, die betrokken was bij een vechtpartij in bar/dancing Club Q te Noardburgum op 18 april 2010, heeft de rechtbank op 4 oktober 2011 uitspraak gedaan. De verdachte werd beschuldigd van het deelnemen aan een aanval of vechterij, openlijk geweld plegen en het veroorzaken van de dood van een slachtoffer. De rechtbank heeft gelet op het onderzoek ter terechtzitting, dat begon op 7 september 2011 en eindigde op 20 september 2011. De verdachte was aanwezig, bijgestaan door zijn advocaat, mr. I.J. Woltman.
De tenlastelegging omvatte drie punten: deelname aan een vechtpartij die leidde tot de dood van het slachtoffer, openlijk geweld plegen tegen het slachtoffer, en openlijk geweld plegen tegen een andere persoon op een openbare weg. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, en een schadevergoeding aan de benadeelde partij.
De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte daadwerkelijk geweld had gepleegd of dat hij een significante bijdrage had geleverd aan de vechtpartij. De rechtbank concludeerde dat er geen sprake was van een aanval of vechterij in de zin van de wet, en sprak de verdachte vrij van alle tenlastegelegde feiten. De vordering van de benadeelde partij werd niet-ontvankelijk verklaard, omdat deze betrekking had op feiten waarvoor de verdachte was vrijgesproken. De rechtbank benadrukte dat de beslissing van de officier van justitie om te vervolgen niet in strijd was met het gelijkheidsbeginsel, aangezien er geen vergelijkbare gevallen waren.
De uitspraak werd gedaan door de meervoudige kamer van de rechtbank Leeuwarden, waarbij de rechters de zaak zorgvuldig hebben beoordeeld op basis van getuigenverklaringen en de consistentie daarvan. De rechtbank concludeerde dat de verklaringen van getuigen niet voldoende waren om de verdachte te veroordelen, en dat er geen bewijs was dat de verdachte betrokken was bij het geweld dat tot de dood van het slachtoffer leidde.