ECLI:NL:RBLEE:2011:BT6247

Rechtbank Leeuwarden

Datum uitspraak
13 september 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
AWB 11/167
Instantie
Rechtbank Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van het belanghebbende begrip in bestuursrechtelijke procedures met betrekking tot hondenverboden

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Leeuwarden op 13 september 2011, gaat het om de vraag of eisers, die bezwaar hebben gemaakt tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Súdwest Fryslân, als belanghebbenden kunnen worden aangemerkt. Het college had op 13 april 2010 een deel van het Tillefonnepaed te Workum aangewezen als een gebied waar het verboden is voor honden om te verblijven of te lopen, vanwege besmettingsgevaar voor koeien. Eisers, die met hun hond over dit pad wandelden, maakten bezwaar tegen dit besluit, maar het college verklaarde hun bezwaren ongegrond.

De rechtbank heeft in haar uitspraak eerst ambtshalve beoordeeld of eisers als belanghebbenden kunnen worden aangemerkt volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank concludeert dat eisers geen belanghebbenden zijn, omdat zij niet in de nabijheid van het Tillefonnepaed wonen en hun belang niet rechtstreeks bij het besluit betrokken is. Het enkele feit dat zij hun hond op het pad uitlaten, is onvoldoende om hen als belanghebbenden te kwalificeren.

De rechtbank verklaart het beroep van eisers gegrond, vernietigt de bestreden besluiten van het college en verklaart de bezwaren van eisers niet-ontvankelijk. Tevens wordt bepaald dat het college het griffiegeld aan eisers vergoedt. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open voor partijen en andere belanghebbenden, behoudens de wettelijke bepalingen.

Uitspraak

RECHTBANK LEEUWARDEN
Sector bestuursrecht
procedurenummer: AWB 11/167
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 13 september 2011 als bedoeld in afdeling 8.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)
in het geding tussen
[X], mede namens twaalf anderen,
allen wonende te Workum,
gemachtigde: J.M. Kerkhove,
eisers,
en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Súdwest Fryslân, als rechtsopvolger van het college van burgemeester en wethouders van de voormalige gemeente Nijefurd,
verweerder,
gemachtigden: mr. Elzinga en Van Kalfsbeek, beiden werkzaam bij verweerders gemeente.
Procesverloop
Bij brieven van 8 december 2010 heeft het college van Nijefurd eisers mededeling gedaan van zijn besluiten op bezwaar betreffende de toepassing van de Algemene Plaatselijke Verordening Nijefurd (APV). Tegen deze besluiten hebben eisers beroep aangetekend.
De zaak is behandeld ter zitting van de rechtbank, gehouden op 18 augustus 2011. Namens eisers is voornoemde gemachtigde verschenen, vergezeld van [X]. Verweerder heeft zich door voornoemde gemachtigden laten vertegenwoordigen.
Motivering
Feiten
1.1 Bij besluit van 13 april 2010, bekendgemaakt op 18 mei 2010, heeft het college van Nijefurd (een deel van) het Tillefonnepaed te Workum, op grond van artikel 2.4.17, eerste lid, aanhef en onder b, van de APV, aangewezen als plaats waar het de eigenaar of houder van een hond verboden is die hond te laten verblijven of te laten lopen. Het besluit is genomen vanwege besmettingsgevaar voor koeien met de parasiet neospora, die via hondenuitwerpselen op koeien kan worden overgebracht.
1.2 Eisers hebben tegen dit besluit bezwaar gemaakt. Zij wandelden tot voor kort met hun hond over het Tillefonnepaed en willen dat het pad open blijft voor honden. Bij beslissingen op bezwaar van 8 december 2010 heeft het college van Nijefurd de ingediende bezwaren ongegrond verklaard.
De beoordeling van het geschil
3.1 De rechtbank ziet aanleiding eerst ambtshalve te beoordelen of eisers belanghebbende zijn in de zin van de Awb. Ingevolge artikel 8:1, eerste lid, van de Awb, kan een belanghebbende tegen een besluit beroep instellen. Ingevolge artikel 1:2, eerste lid, van de Awb wordt onder belanghebbende verstaan: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken.
3.2 Het besluit tot aanwijzing van een concreet gebied als plaats waar het de eigenaar of houder van een hond verboden is die hond te laten verblijven of te laten lopen, betreft een (appellabel) besluit van algemene strekking, waarbij de belangen van (zeer) velen betrokken kunnen zijn. Het is niet de bedoeling geweest van de wetgever om beroep open te stellen voor een ieder. Bij een besluit als het onderhavige zal onderzocht moeten worden wiens belangen rechtstreeks bij een dergelijk besluit betrokken zijn. De rechtbank stelt vast dat geen van eisers aan het Tillefonnepaed woont. Het enkele feit dat zij ter plaatse hun hond hebben uitgelaten, is ontoereikend voor het oordeel dat zij zich in voldoende mate onderscheiden van anderen die zich (met een hond) op het pad wensen te begeven. Hun belang is dan ook niet rechtstreeks bij het besluit van 13 april 2010 betrokken. Dit betekent dat eisers geen belanghebbenden zijn in de zin van artikel 1:2, eerste lid, van de Awb.
3.3 Het college van Nijefurd heeft eisers daarom ten onrechte in hun bezwaren ontvangen. Het beroep van eisers zal om die reden gegrond worden verklaard en de bestreden besluiten op bezwaar zullen vernietigd worden. De rechtbank zal zelf in de zaak voorzien door de door eisers ingediende bezwaren tegen het besluit van 13 april 2010 alsnog niet-ontvankelijk te verklaren. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De rechtbank:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de bestreden besluiten;
- verklaart de door eisers ingediende bezwaren niet-ontvankelijk;
- bepaalt dat verweerder het griffiegeld ad € 150,00 aan eisers vergoedt.
Aldus gegeven door mr. E.M. Visser, rechter, in tegenwoordigheid van R.D.A.N. Webster als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 13 september 2011.
w.g. E.M. Visser
de griffier is buiten staat de uitspraak te ondertekenen
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat voor partijen hoger beroep open. Gelijke bevoegdheid komt toe aan andere belanghebbenden, zulks behoudens het bepaalde in art. 6:13 juncto 6:24 Awb.
Indien u daarvan gebruik wenst te maken dient u binnen zes weken na de dag van verzending van de uitspraak een brief (beroepschrift) alsmede een afschrift van deze uitspraak te zenden aan:
de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Postbus 20019
2500 EA Den Haag
In het beroepschrift vermeldt u waarom u de uitspraak niet juist vindt.