ECLI:NL:RBLEE:2011:BQ8923
Rechtbank Leeuwarden
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Inkomstenbelasting en waardering van landbouwgrond omgevormd tot bosgrond met subsidies
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Leeuwarden op 11 april 2011, gaat het om een geschil tussen een eiser, die samen met zijn broer een akkerbouwbedrijf exploiteert, en de inspecteur van de Belastingdienst over de waardering van landbouwgrond die is omgevormd tot bosgrond. De eiser heeft voor de jaren 1995 en 1996 aanslagen inkomstenbelasting ontvangen, die hij betwist. De inspecteur heeft de aanslagen gehandhaafd, waarbij de eiser stelt dat de waarde van de omgevormde grond lager is dan de boekwaarde, en dat dit zou moeten leiden tot een verlaging van het belastbaar inkomen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiser in de jaren 1994 tot en met 1996 een aanzienlijke hoeveelheid landbouwgrond heeft omgevormd tot blijvend bos en dat hij hiervoor diverse subsidies heeft ontvangen. De rechtbank overweegt dat de subsidies onlosmakelijk verbonden zijn met de grond en dat deze bij de waardering van de grond in aanmerking moeten worden genomen. De rechtbank concludeert dat de inspecteur de waarde van de grond terecht heeft vastgesteld, inclusief de subsidies, en dat de eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat de waarde in het economisch verkeer lager is dan de boekwaarde.
Uiteindelijk heeft de rechtbank de beroepen van de eiser ongegrond verklaard, wat betekent dat de aanslagen inkomstenbelasting zoals opgelegd door de inspecteur in stand blijven. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling en heeft partijen gewezen op de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof te Leeuwarden.