ECLI:NL:RBLEE:2011:BQ7798

Rechtbank Leeuwarden

Datum uitspraak
26 mei 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
17/885006-11 VEV
Instantie
Rechtbank Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkeersongeval veroorzaakt door ambulancechauffeur met lichamelijk letsel als gevolg

In deze zaak heeft de Rechtbank Leeuwarden op 26 mei 2011 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een ambulancechauffeur die op 30 december 2009 betrokken was bij een verkeersongeval nabij Leeuwarden. De verdachte, bijgestaan door advocaat mr. S.M. Klomp, werd beschuldigd van roekeloos rijgedrag dat leidde tot een ernstig ongeval waarbij een andere bestuurder zwaar lichamelijk letsel opliep. De rechtbank heeft gelet op het onderzoek ter terechtzitting van 12 mei 2011 en de tenlastelegging die de verdachte beschuldigde van het veroorzaken van het ongeval door zeer onvoorzichtig te rijden met zijn ambulance, terwijl hij gebruik maakte van optische en geluidsignalen. De rechtbank achtte het primair ten laste gelegde bewezen, waarbij werd vastgesteld dat de verdachte zich zodanig had gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval had plaatsgevonden. De rechtbank nam in haar overwegingen de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het was begaan, en de persoonlijke situatie van de verdachte mee. De verdachte was zelf door het ongeval blijvend invalide geraakt, wat de rechtbank als verzachtende omstandigheid beschouwde. De officier van justitie had gevorderd om de verdachte schuldig te verklaren zonder strafoplegging, maar de rechtbank oordeelde dat er wel een straf moest worden opgelegd, zij het een aanzienlijk lichtere dan gebruikelijk. Uiteindelijk werd de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid voor zes maanden, met een proeftijd van twee jaar. De rechtbank sprak de verdachte vrij van het meer of anders ten laste gelegde.

Uitspraak

RECHTBANK LEEUWARDEN
Sector straf
parketnummer 17/885006-11VEV
verkort vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 26 mei 2011 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te [adres]
De rechtbank heeft gelet op het ter terechtzitting gehouden onderzoek van 12 mei 2011.
De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. S.M. Klomp, advocaat te Assen.
Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
verdachte
op of omstreeks 30 december 2009,
onder of nabij Leeuwarden,(althans) in de gemeente Leeuwarden,
als verkeersdeelnemer,
namelijk als bestuurder van een vierwielig motorrijtuig (een ambulance van
het merk Mercedes-Benz) rijdende over de weg, de N31, de Hendrik Algraweg,
komende uit de richting van Goutum en gaande in de richting van de
Newtonweg,
zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval
heeft plaatsgevonden,
doordat verdachte roekeloos, althans zeer, in elk geval aanmerkelijk,
onvoorzichtig en/of onoplettend en/of onachtzaam is geweest,
aangezien verdachte met het door hem bestuurde motorrijtuig, rijdende aldaar
met gebruikmaking van optische - en geluidsignalen, (ongeveer) ter hoogte van
hectometerpaal 42,5, ter plaatse waar de rijbaan van die weg middels een
doorgetrokken asstreep was verdeeld in twee rijstroken van nagenoeg gelijke
breedte, een zich voor hem, verdachte, op de rijbaan van die weg bevindend
ander motorrijtuig (een vrachtauto/bakwagen van het merk Daf) is gaan inhalen, althans ter linker is of wilde gaan voorbij rijden en daarbij of
daarna naar links is gereden of gezwenkt en/of geheel of gedeeltelijk is
uitgekomen of beland op het weggedeelte bestemd voor het hem, verdachte, over
die weg tegemoetkomende verkeer,
juist op het moment dat de bestuurder van een hem over die weg tegemoetkomend
motorrijtuig (een vrachtauto/bakwagen, van het merk Scania, en waardoor een
aanhangwagen werd voortbewogen) de plaats waar hij, verdachte, die
(inhaal)manoeuvre uitvoerde reeds (zeer) dicht was genaderd,
en waarbij of waarna verdachte met het door hem bestuurde motorrijtuig is
aangereden of (op)gebotst tegen (de (linker) zijkant van) dat hem, verdachte,
over die weg tegemoetkomende motorrijtuig, althans (de linker zijkant van) dat
hem, verdachte, over die weg tegemoetkomende motorrijtuig heeft geschampt,
tengevolge, althans mede tengevolge, waarvan dat hem over die weg
tegemoetkomende motorrijtuig is gaan scharen en/of vervolgens in de
- gezien de oorspronkelijke rijrichting van dat motorrijtuig - rechterberm
van die weg tot stilstand is gekomen,
en/of
(vervolgens) met (de rechter voorzijde van) het door hem, verdachte, bestuurde
motorrijtuig is aangereden of (op)gebotst tegen (de linkerzijde van) het door hem, verdachte, ingehaalde, althans in te (gaan) halen, motorrijtuig, althans
(de linker zijkant van) het door hem, verdachte, ingehaalde, althans het door
hem, verdachte, in te (gaan) halen, motorrijtuig heeft geschampt,
tengevolge, althans mede tengevolge, waarvan dat door hem verdachte
ingehaalde, althans in te (gaan) halen motorrijtuig in de - gezien de
oorspronkelijk rijrichting van dat motorrijtuig - rechterberm van die weg
is gereden of beland en/of (vervolgens) tegen één of meer in die berm
staande bomen is (aan)gereden of (op)gebotst en/of vervolgens in een
greppel tot stilstand is gekomen,
en/of
het door hem, verdachte, bestuurde motorrijtuig (nagenoeg) onbestuurbaar
of stuurloos is geworden of geraakt en (in de zogenaamde uitloopbeweging(en))
rakelings langs één of meer, achter eerdergenoemd hem, verdachte, over die weg
tegemoetkomende motorrijtuig, rijdende andere motorrijtuigen (te weten een
personenauto en/of een truck/trekker, van het merk Volvo, met oplegger) is
gereden en/of (vervolgens) frontaal, althans nagenoeg frontaal, is aangereden
of (op)gebotst tegen een (eveneens) achter meergenoemd hem, verdachte, over
die weg tegemoetkomende motorrijtuig rijdend ander motorrijtuig (een
truck/trekker, van het merk Scania, met oplegger)
waardoor, althans mede waardoor, de bestuurder van het door hem, verdachte
ingehaald wordende, althans het door hem in te (gaan) halen motorrijtuig,
[slachtoffer] geheten, zwaar lichamelijk letsel,
te weten (onder meer) een gebroken bovenbeen (rechts) en/of een gebroken
hand (rechts),
werd toegebracht of zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht dat daaruit
tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden
is ontstaan;
(art. 6 Wegenverkeerswet 1994)
Subsidiair zo het vorenstaande niet mocht leiden tot schuldigverklaring van en
strafoplegging aan verdachte
verdachte
op of omstreeks 30 december 2009,
onder of nabij Leeuwarden, (althans) in de gemeente Leeuwarden,
als bestuurder van een vierwielig motorrijtuig (een ambulance van het merk Mercedes-Benz) daarmee heeft gereden over de weg, de N31, de Hendrik
Algraweg, komende uit de richting van Goutum en gaande in de richting van de
Newtonweg,
en toen met het door hem bestuurde motorrijtuig, rijdende met gebruikmaking
van optische- en geluidsignalen, (ongeveer) ter hoogte van hectometerpaal
42.5, ter plaatse waar de rijbaan van die weg middels een doorgetrokken
asstreep was verdeeld in twee rijstroken van nagenoeg gelijke breedte, een
zich voor hem, verdachte, op de rijbaan van die weg bevindend ander
motorrijtuig (een vrachtauto/bakwagen van het merk Daf) is gaan inhalen,
althans ter linker is of wilde gaan voorbij rijden en daarbij of daarna naar
links is gereden of gezwenkt en/of geheel of gedeeltelijk is uitgekomen of
beland op het weggedeelte bestemd voor het hem over die weg tegemoet komende
verkeer,
juist op het moment dat de bestuurder van een hem over die weg tegemoetkomend
motorrijtuig (een vrachtauto/bakwagen, van het merk Scania, en waardoor een
aanhangwagen werd voortbewogen) de plaats waar hij, verdachte, die
(inhaal)manoeuvre uitvoerde reeds (zeer) dicht was genaderd,
en waarbij of waarna verdachte met het door hem bestuurde motorrijtuig is
aangereden of (op)gebotst tegen (de (linker) zijkant van) dat hem, verdachte,over die weg tegemoetkomende motorrijtuig, althans (de linker zijkant van) dat
hem over die weg tegemoetkomende motorrijtuig heeft geschampt,
tengevolge, althans mede tengevolge, waarvan dat hem over die weg
tegemoetkomende motorrijtuig is gaan scharen en/of vervolgens in de
- gezien de oorspronkelijke rijrichting van dat motorrijtuig - rechterberm
van die weg tot stilstand is gekomen,
en/of
(vervolgens) met (de rechter voorzijde van) het door hem bestuurde
motorrijtuig is aangereden of (op)gebotst tegen (de linkerzijde van) het door
hem ingehaalde, althans in te (gaan) halen, motorrijtuig, althans (de linker
zijkant van) het door hem ingehaalde, althans het door hem in te (gaan) halen,
motorrijtuig heeft geschampt,
tengevolge, althans mede tengevolge, waarvan dat door hem verdachte
ingehaalde, althans in te (gaan) halen motorrijtuig in de - gezien de
oorspronkelijk rijrichting van dat motorrijtuig - rechterberm van die weg
is gereden of beland en/of (vervolgens) tegen één of meer in die berm
staande bomen is (aan)gereden of (op)gebotst en/of vervolgens in een
greppel tot stilstand is gekomen,
en/of
het door hem, verdachte, bestuurde motorrijtuig (nagenoeg) onbestuurbaar of
stuurloos is geworden of geraakt en (in de zogenaamde uitloopbeweging(en))
rakelings langs één of meer, achter eerdergenoemd hem, verdachte, over die
weg tegemoetkomende motorrijtuig, rijdende andere motorrijtuigen (te weten
een personenauto en/of een truck/trekker, van het merk Volvo, met oplegger)
is gereden en/of (vervolgens) frontaal, althans nagenoeg frontaal, is
aangereden of (op)gebotst tegen een, (eveneens) achter meergenoemd hem,
verdachte, over die weg tegemoetkomende motorrijtuig, rijdend ander
motorrijtuig (een truck/trekker, van het merk Scania, met oplegger),
door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt,
althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd,
althans kon worden gehinderd;
(art. 5 Wegenverkeerswet 1994)
De in deze telastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover
daaraan in de Wegenverkeerswet 1994 betekenis is gegeven, geacht in dezelfde
betekenis te zijn gebezigd.
In de tenlastelegging voorkomende schrijffouten of kennelijke misslagen worden verbeterd gelezen. De verdachte is hierdoor niet in zijn belangen geschaad.
Vordering officier van justitie
De officier van justitie heeft ter terechtzitting gevorderd:
- bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde;
- veroordeling voor het primair ten laste gelegde;
- schuldigverklaring van verdachte zonder oplegging van een straf of maatregel.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht het primair ten laste gelegde bewezen, met dien verstande dat:
verdachte op 30 december 2009, nabij Leeuwarden, in de gemeente Leeuwarden, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een vierwielig motorrijtuig (een ambulance van het merk Mercedes-Benz) rijdende over de weg, de N31, de Hendrik Algraweg, komende uit de richting van Goutum en gaande in de richting van de Newtonweg, zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden, doordat verdachte zeer onvoorzichtig is geweest, aangezien verdachte met het door hem bestuurde motorrijtuig, rijdende aldaar met gebruikmaking van optische - en geluidsignalen, ongeveer ter hoogte van hectometerpaal 42,5, ter plaatse waar de rijbaan van die weg middels een doorgetrokken asstreep was verdeeld in twee rijstroken van nagenoeg gelijke breedte, een zich voor hem, verdachte, op de rijbaan van die weg bevindend ander motorrijtuig (een vrachtauto van het merk Daf) is gaan inhalen, en daarbij naar links is gereden en geheel of gedeeltelijk is uitgekomen op het weggedeelte bestemd voor het hem, verdachte, over die weg tegemoetkomende verkeer, juist op het moment dat de bestuurder van een hem over die weg tegemoetkomend motorrijtuig (een vrachtauto van het merk Scania, waardoor een aanhangwagen werd voortbewogen) de plaats waar hij, verdachte, die
inhaalmanoeuvre uitvoerde reeds zeer dicht was genaderd, en waarbij verdachte met het door hem bestuurde motorrijtuig is aangereden tegen de linker zijkant van dat hem, verdachte,
over die weg tegemoetkomende motorrijtuig, mede tengevolge, waarvan dat hem over die weg tegemoetkomende motorrijtuig is gaan scharen en vervolgens in de - gezien de oorspronkelijke rijrichting van dat motorrijtuig - rechterberm van die weg tot stilstand is gekomen,
en vervolgens met de rechter voorzijde van het door hem, verdachte, bestuurde motorrijtuig is aangereden tegen de linkerzijde van het door hem, verdachte, in te halen motorrijtuig, tengevolge waarvan dat door hem verdachte in te halen motorrijtuig in de - gezien de oorspronkelijke rijrichting van dat motorrijtuig- rechterberm van die weg is beland en vervolgens tegen één of meer in die berm staande bomen is gereden en vervolgens in een greppel tot stilstand is gekomen,
en het door hem, verdachte, bestuurde motorrijtuig nagenoeg onbestuurbaar is geworden en (in de zogenaamde uitloopbewegingen) rakelings langs één of meer, achter eerdergenoemd hem over die weg tegemoetkomend motorrijtuig, rijdende andere motorrijtuigen (te weten een personenauto en een truck van het merk Volvo, met oplegger) is gereden en vervolgens frontaal is aangereden tegen een eveneens achter meergenoemd hem over die weg tegemoetkomend motorrijtuig rijdend ander motorrijtuig (een truck van het merk Scania, met oplegger),
waardoor de bestuurder van het door hem, verdachte, in te halen motorrijtuig, [slachtoffer] geheten, zwaar lichamelijk letsel, te weten (onder meer) een gebroken bovenbeen (rechts) en een gebroken hand (rechts), werd toegebracht of zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden
is ontstaan.
De verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op het misdrijf:
Primair: overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994, terwijl het een ongeval betreft waardoor een ander lichamelijk letsel wordt toegebracht.
Het feit is strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.
Strafmotivering
De rechtbank neemt bij de bepaling van de hierna te vermelden strafsoort en strafmaat in aanmerking:
- de aard en de ernst van het gepleegde feit;
- de omstandigheden waaronder dit is begaan;
- de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken en deze naar voren komt uit het uittreksel uit de justitiële documentatie en het reclasseringsadvies;
- de eis van de officier van justitie;
- het pleidooi van de raadsvrouw.
Verdachte heeft door een zeer onvoorzichtige inhaalmanoeuvre met een door hem bestuurde ambulance een ernstig verkeersongeval veroorzaakt, tengevolge waarvan de bestuurder van een vrachtauto een tweetal fracturen heeft opgelopen. Voor de straftoemeting in een dergelijke zaak hanteert de rechtbank een landelijk oriëntatiepunt. Dit voorziet in een gevangenisstraf van twee maanden en ontzegging van de rijbevoegdheid van één jaar. De rechtbank wil echter, net als de officier van justitie, rekening houden met de gevolgen van het ongeval voor verdachte. Hij is zelf door het ongeval blijvend invalide en daardoor arbeidsongeschikt geworden. Verdachte kan zijn linker arm niet meer op een normale manier gebruiken. Hij is daardoor naar het oordeel van de rechtbank al zwaar gestraft. De rechtbank houdt er ook rekening mee dat verdachte al meer dan dertig jaren ambulancechauffeur was en ondanks de hoge eisen die aan hem werden gesteld, nooit een ongeluk heeft veroorzaakt. De officier van justitie heeft toepassing van artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht gevorderd. Zij wenst dat geen straf wordt opgelegd. Naar het inzicht van de rechtbank is genoemd artikel echter niet bedoeld voor een zaak als de onderhavige. Aan de voorwaarden voor toepassing van artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht is niet voldaan. De officier van justitie heeft grove schud aan een verkeersongeval bewezen geacht. Er is dus geen sprake van een feit van geringe ernst. Evenmin voeren de persoonlijkheid van de dader of de omstandigheden waaronder het feit is begaan tot de slotsom dat een straf achterwege moet blijven. De persoonlijkheid van verdachte en de omstandigheden van het feit waren al bekend toen de officier van justitie besloot verdachte te vervolgen. Het wettelijk systeem brengt daarom mee dat wel een straf moet worden opgelegd, maar dat deze aanzienlijk lichter moet zijn dan in het oriëntatiepunt voorzien. De rechtbank zal, gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, volstaan met het opleggen van een geheel voorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid.
Toepassing van wetsartikelen
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 14a, 14b en 14c van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 6, 175 en 179 van de Wegenverkeerswet 1994, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
DE UITSPRAAK VAN DE RECHTBANK LUIDT, RECHTDOENDE:
Verklaart het primair ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar in voege als voormeld en verdachte deswege strafbaar.
Veroordeelt verdachte te dier zake tot:
Ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen -bromfietsen daaronder begrepen- voor de tijd van zes maanden.
Bepaalt, dat deze bijkomende straf niet zal worden tenuitvoergelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd, welke hierbij wordt vastgesteld op twee jaren, aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezenverklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.H. Severein, voorzitter, mr. F. Sieders en mr. J.F.H. van den Belt, rechters, bijgestaan door mr. P.M. van der Spek, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 26 mei 2011.