ECLI:NL:RBLEE:2011:BQ3284
Rechtbank Leeuwarden
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.H. Severein
- Y. Huizing
- G.B.A. Brummer
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in een strafzaak betreffende kinderporno
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Leeuwarden, is de verdachte beschuldigd van het verspreiden en in bezit hebben van kinderporno. De tenlastelegging betreft het verspreiden van een groot aantal afbeeldingen en films die seksuele gedragingen van minderjarigen tonen. De verdediging heeft aangevoerd dat de officier van justitie niet-ontvankelijk moet worden verklaard, omdat deze in strijd met de procedures de werkgever van de verdachte heeft ingelicht over de verdenking, wat heeft geleid tot het ontslag van de verdachte. De raadsman stelt dat deze handelwijze in strijd is met de beginselen van een behoorlijke procesorde, waaronder het zorgvuldigheidsbeginsel en de onschuldpresumptie.
De rechtbank heeft overwogen dat het recht op een eerlijk proces, zoals verankerd in artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, niet is geschonden. De rechtbank concludeert dat de gewraakte gedragingen van de officier van justitie geen directe invloed hebben gehad op de strafzaak zelf, maar op de arbeidsrechtelijke positie van de verdachte. Daarom wordt het verweer van de verdediging verworpen en wordt de officier van justitie ontvankelijk verklaard in de strafvordering.
De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaren, en heeft verbeurdverklaring van de inbeslaggenomen goederen verzocht. Tijdens de beraadslaging heeft de rechtbank vastgesteld dat het onderzoek onvolledig is geweest en dat er nader onderzoek nodig is naar de bestandsnamen en de inhoud van de in beslag genomen gegevensdragers. De rechtbank heeft de zaak verwezen naar de rechter-commissaris voor verder onderzoek en heeft de zitting geschorst tot een nader te bepalen datum.