ECLI:NL:RBLEE:2011:BQ2990
Rechtbank Leeuwarden
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Openlijk geweld en poging tot afpersing in de binnenstad van Leeuwarden
In deze zaak heeft de Rechtbank Leeuwarden op 26 april 2011 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van openlijk geweld en poging tot afpersing. De tenlastelegging betrof een incident dat plaatsvond op 7 augustus 2010 in de binnenstad van Leeuwarden, waar de verdachte samen met een medeverdachte geweld heeft gepleegd tegen een slachtoffer. De rechtbank heeft gelet op het onderzoek ter terechtzitting van 12 april 2011, waarbij de verdachte aanwezig was en werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. P. Bollema.
De officier van justitie vorderde veroordeling van de verdachte voor het primair onder A ten laste gelegde, met een gevangenisstraf van 15 maanden, waarvan 5 maanden voorwaardelijk. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de verklaring van het slachtoffer niet voldoende werd ondersteund door andere bewijsmiddelen. De camerabeelden van het incident toonden aan dat de verdachte en zijn medeverdachte enkele minuten lang een gesprek hadden met het slachtoffer voordat het geweld plaatsvond. De rechtbank concludeerde dat niet kon worden bewezen dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan poging tot afpersing of diefstal met geweld.
De rechtbank heeft het meer subsidiair ten laste gelegde bewezen verklaard, namelijk openlijk in vereniging geweld plegen tegen het slachtoffer. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte het slachtoffer heeft geslagen en geschopt, wat heeft geleid tot letsel. Bij de strafoplegging heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het is begaan, en de blanco strafblad van de verdachte. Uiteindelijk is de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie maanden, met inachtneming van de tijd die hij in verzekering heeft doorgebracht.
De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de primair en subsidiair ten laste gelegde feiten, maar heeft hem wel schuldig bevonden aan het meer subsidiair ten laste gelegde feit van openlijk geweld. De uitspraak benadrukt de ernst van geweldsdelicten en de impact daarvan op de samenleving.