ECLI:NL:RBLEE:2011:BQ0956

Rechtbank Leeuwarden

Datum uitspraak
23 maart 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
346424 \ CV EXPL 11-806
Instantie
Rechtbank Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verhoging van dwangsom ter bevordering van wedertewerkstelling van zwangere werkneemster

In deze zaak heeft de kantonrechter te Leeuwarden op 23 maart 2011 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiseres], een zwangere werkneemster, en de besloten vennootschap Taxicentrale [X]. De eiseres had [X] gedagvaard om te voldoen aan een eerdere veroordeling tot wedertewerkstelling, uitgesproken op 2 februari 2011. In dat vonnis was [X] veroordeeld om eiseres toe te laten tot haar werkzaamheden als telefoniste/taxichauffeuse vanuit haar standplaats Leeuwarden, met een dwangsom van € 250,- per dag bij niet-nakoming, tot een maximum van € 5.000,-. Eiseres stelde dat deze dwangsom niet voldoende was om [X] te bewegen tot nakoming van de veroordeling, en vorderde daarom een verhoging van de dwangsom naar € 1.000,- per dag, met een maximum van € 75.000,-.

De kantonrechter oordeelde dat eiseres een spoedeisend belang had bij haar vordering. De rechter stelde vast dat [X] tot op heden had geweigerd eiseres toe te laten tot haar werkzaamheden, ondanks de eerdere veroordeling. De kantonrechter vond de argumenten van [X] om eiseres niet toe te laten niet valide, vooral gezien het feit dat eiseres zwanger was en recht had op haar werk. De rechter besloot de dwangsom te verhogen naar € 500,- per dag, met een maximum van € 20.000,-, en verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad. Tevens werd [X] veroordeeld in de proceskosten van eiseres, die op € 672,81 werden begroot.

Uitspraak

RECHTBANK LEEUWARDEN
Sector kanton
Locatie Heerenveen
zaak-/rolnummer: 346424 \ CV EXPL 11-806
vonnis van de kantonrechter ex art. 254 lid 4 Rv d.d. 23 maart 2011
inzake
[eiseres],
hierna te noemen: [eiseres],
wonende te [woonplaats],
eiseres,
gemachtigde: mr. J. Keizer,
tegen
De besloten vennootschap Taxicentrale [X].,
hierna te noemen: [X],
statutair gevestigd te [plaats], kantoorhoudende te Leeuwarden,
gedaagde,
procederende in persoon, vertegenwoordigd door [X].
Procesverloop
1. [eiseres] heeft [X] gedagvaard voor de zitting van 8 maart 2011 en op de bij exploot vermelde gronden gevorderd bij wijze van voorlopige voorziening uitvoerbaar bij voorraad om [X] te veroordelen om te voldoen aan de hoofdveroordeling uit het vonnis van 2 februari 2011, inhoudende dat [X] [eiseres] dient toe te laten tot haar werkzaamheden van telefoniste/taxichauffeuse vanuit haar standplaats Leeuwarden, met alle bijbehorende faciliteiten, één en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom van
€ 1.000, - per dag of gedeelte van een dag dat [X] na één dag na betekening van dit vonnis in gebreke blijft aan deze veroordeling te voldoen, met een maximum van
€ 75.000, -.
[X] heeft een schriftelijke conclusie van antwoord ingediend.
De mondelinge behandeling is gehouden op 8 maart 2011. Van het verhandelde zijn aantekeningen gemaakt.
Vervolgens is vonnis bepaald.
Motivering
De feiten
2. In deze procedure geldt het volgende als vaststaand.
2.1. Bij vonnis van 2 februari 2011 heeft de kantonrechter te Heerenveen in kort geding [X] veroordeeld om [eiseres] toe te laten tot haar werkzaamheden van telefoniste/chauffeuse vanuit haar standplaats Leeuwarden, met alle bijbehorende faciliteiten, een en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 250, - per dag of gedeelte van een dag dat [X] na 2 dagen na betekening van dat vonnis in gebreke bleef om aan deze veroordeling te voldoen, met een maximum van € 5.000, -.
2.2. [X] heeft tot op heden geweigerd [eiseres] toe te laten tot haar werkzaamheden.
2.3. [eiseres] is enkele maanden zwanger.
De standpunten van partijen
3.1. [eiseres] stelt dat de bij vonnis van 2 februari 2011 opgelegde dwangsom kennelijk een niet afdoende en adequate prikkel was om [X] te brengen tot voldoening aan de veroordeling tot wedertewerkstelling. [eiseres] vordert daarom thans een dwangsom van € 1.000, - per dag of gedeelte van een dag dat [X] na betekening van dit vonnis in gebreke blijft, zulks met een maximum van € 75.000, -. De argumenten die [X] aanvoert om haar niet toe te laten zijn volgens [eiseres] niet valide en discriminerend.
3.2. [X] stelt zich op het standpunt dat zij de uitspraak van de kantonrechter respecteert en de opgelegde dwangsom betaalt. Als zij [eiseres] toelaat tot het verrichten van haar werkzaamheden, zal [eiseres] de collega's weer ophitsen, hetgeen tot spanningen zal leiden, met een zeer groot risico op nadelige gevolgen voor de zwangerschap. [X] wenst niet medeplichtig te zijn aan moord. Voorts heeft [X] aangevoerd dat er geen wijzigingen zijn ten opzichte van de vorige keer, zodat er geen aanleiding bestaat om de dwangsom te verhogen.
De beoordeling
4.1 De kantonrechter is van oordeel dat [eiseres] een voldoende spoedeisend belang heeft bij haar vordering.
4.2. [X] is bij vonnis van 2 februari 2011 veroordeeld om [eiseres] weer toe te laten tot haar werkzaamheden. Daarbij is een dwangsom opgelegd teneinde druk uit te oefenen op [X], opdat [X] de tegen haar uitgesproken hoofdveroordeling zal nakomen. Aangezien [X] in juli 2010 gevolg had gegeven aan de toen uitgesproken veroordeling, heeft de kantonrechter in zijn vonnis van 2 februari 2011 de dwangsom wederom op € 250, - per dag gesteld, met een maximum van € 5.000, -. Thans is echter gebleken dat deze dwangsom niet voldoende is om [X] er toe te brengen om [eiseres] weer toe te laten tot haar werkzaamheden. De door [X] aangevoerde argumenten om [eiseres] niet toe te laten tot haar werkzaamheden, acht de kantonrechter niet valide. Een zwangere werkneemster mag haar werkzaamheden verrichten tot het moment van haar zwangerschaps- en bevallingsverlof. De kantonrechter heeft in zijn vonnis van 2 februari 2011 al overwogen dat er geen goede gronden zijn om [eiseres] niet toe te laten tot haar werkzaamheden. Door de weigering om [eiseres] niet toe te laten tot haar werkzaamheden, gedraagt [X] zich niet als goed werkgever.
4.3. Nu [X] al bij vonnis van 2 februari 2011 is veroordeeld om [eiseres] toe te laten tot haar werkzaamheden, zal de kantonrechter die veroordeling niet nogmaals uitspreken. Wel zal de kantonrechter een nieuwe dwangsom opleggen en wel van een bedrag van € 500, - per dag of gedeelte van een dag dat [X] [eiseres] na twee dagen na betekening van dit vonnis niet toelaat tot haar werkzaamheden. Aan deze te verbeuren dwangsommen zal een maximum worden verbonden van € 20.000, -. Het feit dat de kantonrechter niet de door [eiseres] gevorderde dwangsom volledig toewijst, betekent niet dat [X] deels in het gelijk wordt gesteld. De kantonrechter gaat er vooralsnog vanuit dat voormelde dwangsom voldoende is om [X] er toe te bewegen om te voldoen aan de veroordeling tot wedertewerkstelling.
4.4. [X] zal als de in het ongelijk te stellen partij worden verwezen in de proceskosten.
Beslissing
De kantonrechter:
Rechtdoende in kort geding
bepaalt dat [X] een dwangsom verbeurt van € 500, - per dag of gedeelte van een dag dat [X] na twee dagen na betekening van dit vonnis niet voldoet aan de veroordeling tegen haar uitgesproken bij vonnis van 2 februari 2011;
verbindt aan de aldus te verbeuren dwangsommen een maximum van € 20.000, -;
veroordeelt [X] in de kosten van dit geding, aan de zijde van [eiseres] begroot op
€ 500, - wegens salaris en € 172,81 wegens verschotten;
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Aldus gewezen door mr. R. Giltay, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 23 maart 2011 in tegenwoordigheid van de griffier.
c 41