ECLI:NL:RBLEE:2011:BQ0749

Rechtbank Leeuwarden

Datum uitspraak
8 april 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
17/880386-10 VON
Instantie
Rechtbank Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkrachting door psychisch overwicht van vader op dochter

In deze zaak heeft de Rechtbank Leeuwarden op 8 april 2011 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van verkrachting. De verdachte, die zich voordeed als de vader van de aangeefster, heeft in de periode van 11 tot en met 13 juli 2010 meermalen seksueel contact met haar gehad. De aangeefster, die in de veronderstelling verkeerde dat de verdachte haar vader was, heeft verklaard dat zij door zijn psychisch overwicht en manipulatieve gedrag gedwongen werd tot het ondergaan van seksuele handelingen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte gebruik heeft gemaakt van zijn positie en de emotionele afhankelijkheid van de aangeefster om haar te dwingen tot deze handelingen. De rechtbank heeft de verklaringen van de aangeefster als geloofwaardig beoordeeld, ondersteund door DNA-onderzoek dat sperma van de verdachte op de spijkerbroek van de aangeefster heeft aangetoond. De verdachte heeft geen verweer gevoerd en is niet verschenen tijdens de zitting. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. De rechtbank heeft geen contactverbod opgelegd, omdat er geen aanwijzingen waren dat de verdachte na de aangifte contact heeft gezocht met de aangeefster.

Uitspraak

RECHTBANK LEEUWARDEN
Sector straf
parketnummer 17/880386-10
vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 8 april 2011 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te [adres].
Verdachte is niet verschenen; wel is verschenen mr. A. de Haan, advocaat te [plaats], die verklaard heeft uitdrukkelijk tot de verdediging te zijn gemachtigd.
Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij in of omstreeks de periode van 11 juli 2010 tot en met 13 juli 2010 [plaats, in de gemeente naam ], meermalen, althans eenmaal,
door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of
(een) andere feitelijkhe(i)d(en) [aangeefster] heeft gedwongen tot het
ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit
het seksueel binnendringen van het lichaam van die [aangeefster],
hebbende verdachte in voornoemde periode meermalen, althans eenmaal,
- de bedekte en/of onbedekte borst(en) en/of de bedekte en/of onbedekte vagina
van die [aangeefster] betast/aangeraakt en/of
- zijn, verdachtes, tong in de mond van die [aangeefster] geduwd/gebracht
en/of
- zijn,verdachtes, vinger(s) en/of penis in de vagina van die [aangeefster]
geduwd/gebracht
en bestaande dat geweld en/of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die
bedreiging met geweld en/of die andere feitelijkhe(i)d(en) (telkens) hierin
dat verdachte
zulks terwijl die [aangeefster] steeds geobsedeerd is geweest met het
terugvinden van haar vader en dat contact nu ook niet meer kwijt wilde en/of
daardoor bereid was tot alles wat hij, verdachte, wilde,
(telkens) opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een psychisch overwicht
welke verdachte, (mede) gelet op
- verdachtes leeftijd en/of
- verdachtes geestelijke ontwikkeling en/of overwicht en/of
- verdachtes positie als vader van die [aangeefster] en/of
- de (mede) gelet op de hierboven genoemde voor die [aangeefster] ontstane
afhankelijke situatie als gevolg van een jarenlange obsessie tot het
terugvinden van haar vader en het niet (weer) willen verliezen van dat contact
met haar vader,
(telkens) op die [aangeefster] had,
in welke psychische overwicht situatie die [aangeefster] zich (telkens) niet
kon en/of durfde te verzetten en/of onttrekken tegen/aan die seksuele
handelingen van verdachte en/of daaraan geen weerstand kon en/of durfde te
bieden;
Subsidiair zo het vorenstaande niet mocht leiden tot schuldigverklaring van en
strafoplegging aan verdachte
hij in of omstreeks de periode van 11 juli 2010 tot en met 13 juli 2010 [plaats, in de gemeente naam ], meermalen, althans eenmaal,
door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of
(een) andere feitelijkhe(i)d(en) [aangeefster] heeft gedwongen tot het plegen
en/of dulden van een of meer ontuchtige handeling(en),
bestaande uit het meermalen, althans eenmaal,
- betasten/aanraken van de bedekte en/of onbedekte borst(en) en/of de
bedekte en/of onbedekte vagina van die [aangeefster] en/of
- duwen/brengen van zijn, verdachtes, tong in de mond van die [aangeefster] en/of
- duwen/brengen van zijn,verdachtes, vinger(s) en/of penis in de vagina
van die [aangeefster] en/of
- wrijven van verdachtes penis en/of het maken van heen- en weergaande
beweging(en) met verdachtes penis tussen de benen en/of langs de vagina van
die [aangeefster] en/of (vervolgens) is klaargekomen op/tegen het lichaam
van die [aangeefster]
en bestaande dat geweld en/of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die
bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte
zulks terwijl die [aangeefster] steeds geobsedeerd is geweest met het
terugvinden van haar vader en dat contact nu ook niet meer kwijt wilde en/of
daardoor bereid was tot alles wat hij, verdachte, wilde
(telkens) opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een psychisch overwicht
welke verdachte, (mede) gelet op
- verdachtes leeftijd en/of
- verdachtes geestelijke ontwikkeling en/of overwicht en/of
- verdachtes positie als vader van die [aangeefster] en/of
- de (mede) gelet op de hierboven genoemde voor die [aangeefster] ontstane
afhankelijke situatie als gevolg van een jarenlange obsessie tot het
terugvinden van haar vader en het niet (weer) willen verliezen van dat
contact met haar vader,
(telkens) op die [aangeefster] had,
in welke psychische overwicht situatie die [aangeefster] zich (telkens) niet
kon en/of durfde te verzetten en/of onttrekken tegen/aan die seksuele
handelingen van verdachte en/of daaraan geen weerstand kon en/of durfde te
bieden.
In de tenlastelegging voorkomende schrijffouten of kennelijke misslagen worden verbeterd gelezen. De verdachte is hierdoor niet in zijn belangen geschaad.
Vordering officier van justitie
De officier van justitie heeft ter terechtzitting gevorderd:
- veroordeling voor het primair ten laste gelegde;
- oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren;
- oplegging van de bijzondere voorwaarde van een contactverbod met aangeefster [aangeefster].
Beoordeling van het bewijs
De rechtbank past de hierna te noemen bewijsmiddelen1 toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder weergegeven.
1. De verklaring van aangeefster [aangeefster]2, geboortedatum 10 januari 1988, inhoudende:
V = verbalisant
A = aangever
A: Ik doe aangifte van seksueel misbruik, gepleegd door mijn vader [verdachte] op 11, 12 en 13 juli 2010 te [plaats].
V: Waar woon je vader?
A: In [adres].
V: Met wie woont hij daar?
A: Met zijn vrouw [naam]. Zij heeft een Islamitische naam aangenomen, zij heet nu [naam].
Ik heb mijn vader leren kennen op 31 december 2009.
V: Hoe heb jij je vader gevonden?
A: Via Hyves. Mijn halfbroertje, [naam], voegde mij toe op Hyves. Mijn achternaam was [naam] en die achternaam heeft mijn moeder veranderd in [naam]. Dat wist mijn halfbroertje en hij heeft mij lange tijd gezocht op internet.
V: Waar heb jij je vader voor het eerst ontmoet?
A: In zijn huis in [plaats].
V: Hoe voelde jij je toen jij je vader voor het eerst ontmoette?
A: Ik voelde mij heel compleet. Ik wist nu eindelijk waar ik vandaan kwam.
V: Hoe ging het contact toen verder?
A: Ergens midden januari 2010 heb ik mijn vader gebeld. Ik heb hem toegevoegd op MSN. Na 15 januari hadden wij weer contact via MSN en via de telefoon.
Mijn vader vroeg of ik wilde winkelen in Drachten. Dit was in februari. Daar begon mijn vader al apart te doen. Ik stond op het station op hem te wachten en toen omhelsde hij mij. Tijdens het winkelen had hij mij de hele tijd vast om mijn middel. Tijdens het drinken in een restaurant had ik het koud. Ik moest naast hem zitten en toen wreef hij mij de hele tijd over mijn schouder en rug. Ik schaamde mij rot.
Mijn vader begon mij een verhaal te vertellen over een mooi meisje [naam]. Mijn vader zei dat het e-mailadres [e-mailadres1] was van dat mooie meisje. Dat vond ik vreemd want mijn e-mailadres is [e-mailadres2]. Ik had de indruk dat hij het over mij had. Ik heb aan mijn moeder gevraagd of [verdachte] mijn vader wel was. Mijn moeder zei dat hij mijn vader was. Daarna belde ik hem. Hij zei dat ik zijn dochter was. Later heeft hij mij ook voorgesteld aan zijn familie.
V: Wanneer zie jij je vader voor het eerst weer daarna?
A: Eind februari. Wij hebben ondertussen veel contact gehad op MSN.
Ik was een keer bij mijn neefje [naam] op bezoek. Ik besloot om na dat bezoek even bij mijn vader langs te gaan. Ik moest bij mijn vader op schoot zitten. Mijn vader gaf mij een kusje op mijn hoofd, voorhoofd, wang, neus en kin en twee keer op mijn mond. Ik vond dat vreemd maar zijn vrouw zat er gewoon bij dus ik dacht dat het wel goed zou zijn. Mijn vader ging achter mij staan en hij legde toen zijn beide handen om mij heen en legde zijn handen op mijn kruis neer.
De eerste keer dat ik weer naar mijn vader toe ging, was hij net een dag terug uit Pakistan. Toen deed hij heel normaal, heel vaderlijk. Hij kon mij ook wel als een baby behandelen. Ik moest ook wel bij [naam] op schoot zitten en dan moest [naam] een slaapliedje zingen. [naam] zag mij ook als zijn dochter. Daarna moest ik bij mijn vader op schoot zitten. Dat deed ik ook. Op dat moment vond ik het ook leuk. Die kleine dingetjes die ik nooit heb gehad, vond ik leuk. Ook als hij mij op een schommel had geduwd. Ik liet het allemaal toe.
Mijn moeder en ik spraken af dat ik één keer in de twee weken naar mijn vader zou gaan. Dat was in mei 2010.
Ik heb mijn vader gebeld en zei dat ik langs zou komen. Toen begon hij mij te vertellen dat hij het heel leuk vond als hij mijn stem aan de telefoon hoorden en dat zijn hart dan sneller ging kloppen. Mijn vader zei dat hij kortademig van mij werd. Ik moest toen bij zijn hart voelen of zijn hart sneller klopte. Wij waren in de achtertuin en mijn vader had mij een kusje op de mond. Wij gingen hard knuffelen. Het was een hele aparte kus, niet zoals vader en dochter, maar hij legde zijn hele gevoel erin. Hij sloot zijn ogen tijdens die kus. Wij gingen toen naar binnen en toen deed hij heel normaal.
Ik deed alles om hem mij maar aardig te laten vinden. Als ik ergens ja op zei, gaf hij een positieve reactie. Ik vond het leuk als hij lief tegen mij deed.
(..)
Toen zei mijn vader wel tegen mij: "I need you, I want you". Dit zei hij wel over de telefoon en als ik bij hem was. Van dat soort gesprekken hadden wij. Dat hij niet kon slapen als ik niet bij hem was en dat hij mij dan miste. Rond juni 2010 begon mijn vader daarmee dat hij dit soort dingen tegen mij zei.
Zondag 11 juli 2010 heb ik om 20:00 uur mijn vader opgehaald van het station in [plaats]. Wij gingen naar een parkje vlakbij een boomhut. Mijn vader gaf mij kusjes op de mond. Mijn vader zei dat hij mij zoveel kusjes gaf omdat hij dat inhalen moest omdat wij dat vroeger niet hadden kunnen doen. Toen probeerde hij wel met zijn tong in mijn mond te steken maar ik hield mijn mond dicht. (..) Op het laatst zat hij gewoon over mijn borsten te wrijven. Toen ging hij ook onder mijn trui.
V: Wat bedoel je daarmee?
A: Bij mijn borsten.
(..)
V: Hoe ging dat verder?
A: Toen gaf hij mij weer kusjes maar deze keer had hij zijn tong in mijn mond.
(..)
V: Waar ging hij met zijn hand in je broek?
A: Bij mijn kruis.
V: Wat deed hij met zijn hand?
A: Wrijven
V: Hoe raakte hij je aan?
A: Gewoon binnen in mijn kruis.
V: Wat voel jij wat hij doet?
A: Gewoon mijn vagina. Hij gaat er gewoon in met zijn vinger
(..)
A: Als hij wil dat ik dat doe, doe ik het gewoon. Ik deed gewoon alles wat hij wilde. Om maar te zien dat hij trots op mij is. Ik heb alles toegelaten.
(..)
A: Mijn vader kwam de badkamer in. Mijn vader ging achter mij staan. Toen ging hij met zijn hand over mijn pyjama heen. Toen kneep hij weer in mijn borsten.
(..)
A: Het was inmiddels maandag 12 juli 2010. Hij probeerde weer zijn tong in mijn mond te doen. Toen deed hij mijn broek een beetje naar beneden. Mijn vader had zijn broek nog wel aan maar zijn piemel had hij eruit gehaald. Hij zit weer overal te wrijven. Hij probeerde zijn piemel in mijn vagina te doen. Ik zei dat het pijn deed. Hij hield toen op. Hij ging toen niet in mij maar met zijn piemel langs wrijven. Ik stond er als een houten pop. Op het laatst drukte hij mij tegen de muur aan. Hij hield op. Er kwam allemaal smerigheid op mij. Ik weet niet precies wat het was maar het kwam uit zijn piemel.
V: Is er die avond verder nog iets gebeurd?
A: Ja
A: Mijn vader zei dat we naar een speeltuintje toe zouden gaan. Hij begint mij weer kusjes te geven in de speeltuin.
V: Wat voor kusjes waren dat?
A: Met zijn tong. Toen deed hij weer zijn piemel uit zijn broek. Hij deed weer mijn broek een beetje naar beneden. Hij zei: "Zie je zoveel hou ik van je dat weet je toch?" Hij probeerde er weer in te komen. Ik zei dat ik het niet wilde omdat het pijn deed. Toen ging hij met zijn vinger in mijn vagina. Toen moest ik gaan liggen. Toen trok hij een broekspijp uit bij mij en toen moest ik mijn been wijd doen. Hij ging weer proberen om er weer in te komen. Maar dit keer ging hij proberen zo hard dat ik au riep. Toen zei hij van wil je niet. Ik zei toen nee. Toen deed hij zijn broek aan en ik ook. We zijn naar huis gegaan. Het was half twee.
V: Waar was het precies?
A: Vlak bij het huis van mijn vader.
V: Is hij bij dat speeltuintje klaargekomen?
A: Ja.
Ik lag in bed met een rotgevoel.
V: Wat vond jij er eigenlijk van?
A: Het kon niet. Als ik deze aandacht niet krijg dan krijg ik helemaal geen aandacht van hem. Dacht ik. Ik keek heel erg tegen hem op. Hij is mijn vader, mijn held.
V: En dan, hoe gaat dinsdag de 13de?
V: Waar was je precies?
A: Op de slaapkamer van de kinderen. Ik lag nog op bed. Hij wreef over mijn lichaam en mijn borsten. Hij gaf mij weer kusjes op mijn mond, deed zijn broek naar beneden en mijn
broek ook. Mijn vader zei tegen mij: "zullen wij auwen?" Ik zei toen van nee. Toen deed hij zijn hoofd schuin tegen de deur en was teleurgesteld dat ik niet wilde. Toen ging hij weer op dezelfde manier. Toen ging hij weer met zijn piemel langs mijn vagina. Toen voelde ik weer dat er iets langs de zijkant van mijn been iets droop en toen stopte hij.
(..)
Toen wij beneden waren zei hij dat hij heel blij met mij was, omdat ik zo lief was.
(..)
V: Hoe gaat het de volgende ochtend?
A: Mijn moeder belde mij en ik moest huilen. Ik heb haar toen verteld wat er gebeurd was.
(..)
V: Waarom is die aandacht van hem zo belangrijk?
A: Ik heb mijn hele leven gefantaseerd over mijn vader. Ik had een heel hoog beeld van hem en keek ontzettend tegen hem op. Ik voelde mij nietig en klein naast hem.
2. Interpretatie en conclusie van het DNA-onderzoek door het Nederlands Forensisch Instituut3, inhoudende:
Geconcludeerd wordt dat de bemonstering AAAM2410NL#01 van de spijkerbroek (binnenzijde kruis) sperma bevat dat afkomstig kan zijn van de verdachte [naam] RAAO3642NL. Omdat het hier een bemonstering van de spijkerbroek van het slachtoffer [aangeefster] betreft, wordt aangenomen dat het sperma vermengd is met celmateriaal dat afkomstig is van het slachtoffer [aangeefster] RAAP2289NL zelf.
De kans dat het DNA-profiel van een willekeurig gekozen man matcht met dit DNA-profiel is kleiner dan één op één miljard.
Geconcludeerd wordt dat de bemonstering AAAM2410NL#02 van de spijkerbroek (binnenzijde kruis) sperma bevat dat afkomstig kan zijn van de verdachte [verdachte] RAAO3642NL. Omdat het hier een bemonstering van de spijkerbroek van het slachtoffer [aangeefster] betreft, wordt aangenomen dat het sperma vermengd is met celmateriaal dat afkomstig is van het slachtoffer [aangeefster] RAAP2289NL zelf.
De kans dat het DNA-profiel van een willekeurig gekozen man matcht met dit DNA-profiel is kleiner dan één op één miljard.
3. De verklaring van getuige [naam]4, inhoudende:
V = verbalisant
A = antwoord getuige
V: Wij willen praten over uw man [verdachte]. Bent u getrouwd met [verdachte]?
A: Volgens de Islamitische wet zijn wij getrouwd.
V: Wat is [aangeefster] van hem?
A: Zij is een dochter van een vroegere vrouw van hem.
V: Wanneer komt [aangeefster] voor het eerst in jullie leven?
A: Misschien in januari of februari 2010.
V: Hoe is het contact gegaan tussen [verdachte] en [aangeefster]?
A: In het begin komt ze heel soms. [verdachte] en [aangeefster] hadden wel contact via MSN soms en ook telefonisch. Ze kwam wel op bezoek en speelde met de kinderen.
V: Hoe vaak is ze bij jullie geweest?
A: Ze was vaak bij ons. Ik kan dat niet tellen. In het begin ging ze altijd naar huis en later bleef [aangeefster] ook wel slapen.
V: Hoe vaak is ze blijven slapen?
A: Ik denk drie of vier keer.
V: Waar sliep [aangeefster] dan?
A: Bij de kinderen op de slaapkamer.
V: Je hebt dat gesprek met [aangeefster] gehad en dat ze [verdachte] beschuldigde van een zedenmisdrijf.
A: Haar nicht heeft het gezegd. Die nicht zei dat [aangeefster] seksueel misbruikt was door mijn man.
V: De paar weken voordat [aangeefster] met haar nichtje bij jou aan de deur kwam. Hoe gingen die weken daarvoor?
A: Ging goed, ze is drie dagen bij ons gebleven. 's Middags ging ze naar huis en diezelfde avond stond ze met haar nicht voor de deur en kwam ze het vertellen.
V: Welk lichamelijk contact heb jij gezien tussen [verdachte] en [aangeefster]?
A: [aangeefster] ging wel bij [verdachte] op schoot zitten als er wat was.
4. De verklaring van getuige [naam]5, inhoudende:
V = verbalisant
A = antwoord getuige
A: [aangeefster] is mijn nicht. Ze is altijd erg open geweest. Wat deze zaak betreft schaamt [aangeefster] zich erg.
V: Welke minder leuke dingen heeft [aangeefster] in haar jeugd meegemaakt?
A: Ze heeft nooit echt een vader gehad.
V: Een dik half jaar geleden heeft [aangeefster] haar vader [verdachte] gevonden, hoe vond ze dat. Wat merkte jij aan haar?
A: Ze was heel blij met haar broertjes en zusjes en haar neefjes. Ook vond ze het heel leuk om haar vader te ontmoeten.
V: Hoe ging het contact tussen [aangeefster] en haar vader? Wat heeft ze jou daarover verteld?
A: Dat hij haar eerst normaal belde, maar later ging hij haar ook in de nacht bellen. Wel vond ze het apart dat hij over "Tarzan en Jane" sprak. Hij had via MSN gezegd dat hij "Tarzan" was en [aangeefster] "Jane". Ook kreeg ze smsjes van: "I need you, I want you, I love you".
V: Heb jij die smsjes ook zelf gelezen?
A: Nee, [aangeefster] las de smsjes op.
V: Heb jij die MSN gesprekken zelf gelezen?
A: Ja, die heb ik zelf gelezen.
A: Op 14 juli 2010 zag ik gelijk aan haar gezicht dat het niet goed met haar ging. [aangeefster] zei dat er op seksueel gebied wat gebeurd was. [aangeefster] huilde toen ze alles vertelde.
V: Zou [aangeefster] de gebeurtenissen verzonnen kunnen hebben?
A: Nee. Zij is zo blij met haar vader en familie. Zij zou dat contact nooit op het spel zetten.
5. De verklaring van getuige [naam]6, inhoudende:
V = verbalisant
A = antwoord getuige
V: Zoals u weet heeft uw dochter [aangeefster] aangifte gedaan tegen haar vader [verdachte].
A: [aangeefster] is open en vertelt mij alles. Als ze iets gedaan heeft, kan ze het nooit voor zich houden.
V: Wanneer heeft u [verdachte] leren kennen?
A: 22 jaar geleden
V: Hoe lang hebben jullie een relatie gehad?
A: Hij is naar Nederland gekomen en we zijn getrouwd in 1985 of 1986. Toen ik zwanger raakte van [aangeefster] wilde hij niet meer.
V: [aangeefster] heeft sinds een half jaar weer contact met haar vader.
V: Hoe vond u het contact tussen [aangeefster] en [verdachte]?
A: Vreemd. Hij ging met [aangeefster] om, alsof het zijn vriendin was en niet zijn dochter. [aangeefster] zei dat zij zich schaamde over de manier waarop hij met haar omging.
[aangeefster] was zo blij dat ze eindelijk een vader had en was heel bang om hem weer te verliezen. Daarom deed ze alles wat hij wilde.
V: Wanneer hoorde u wat er was gebeurd?
A: Vorige week woensdag had ik haar aan de lijn. Ik hoorde aan haar stem wel dat het niet goed was. [aangeefster] zei toen dat [verdachte] iets raars had gedaan, wat ook pijn had gedaan. [aangeefster] moest ook heel erg huilen. Later heeft [aangeefster] ook opgeschreven dat ze weer "op de wereld" kwam toen ze mijn stem hoorde.
V: Hoe denkt u over het waarheidsgehalte van [aangeefster]'s verhaal?
A: [aangeefster] kan niet liegen. Zij kan niet tegen mij liegen. Dat is altijd al zo geweest. Ik twijfel geen moment aan [aangeefster].
6. Uitdraai van MSN-gesprekken7, inhoudende:
Verslagen van gesprekken die aangeefster [aangeefster] met verdachte heeft gehad via MSN in de periode van 15 januari 2010 tot en met 1 juli 2010.
De raadsman heeft ter terechtzitting vrijspraak bepleit voor het primair ten laste gelegde, nu de aangifte van [aangeefster] niet wordt ondersteund door enig bewijsmiddel. Het primair ten laste gelegde kan dan ook niet worden bewezen, aldus de raadsman. De raadsman heeft voorts aangevoerd dat indien de rechtbank van oordeel is dat de aangifte wel wordt ondersteund door één of meer stukken, er geen sprake is van dwang en er evenmin een bewezenverklaring tot stand kan komen van het primair ten laste gelegde.
Seksueel contact
De rechtbank overweegt het volgende. Op grond van de aangifte en de uitkomst van het DNA-onderzoek, zoals hierboven opgenomen, staat vast dat sprake is geweest van seksueel contact tussen aangeefster en verdachte. Nu op de spijkerbroek van aangeefster aan de binnenzijde op kruishoogte sperma van verdachte is aangetroffen dat is vermengd met celmateriaal van aangeefster, staat naar het oordeel van de rechtbank eveneens vast dat sprake is geweest van seksueel binnendringen van aangeefster door verdachte met de penis. De rechtbank volgt aangeefster voorts in haar verklaring ten aanzien van alle door verdachte verrichtte handelingen zoals deze in de tenlastelegging zijn opgenomen en acht deze dan ook bewezen, nu de verklaring van aangeefster wordt ondersteund door de uitkomst van het DNA-onderzoek en de rechtbank geen redenen ziet aan de verklaring van aangeefster te twijfelen. Bovendien heeft verdachte geen verklaring gegeven voor het feit dat zijn sperma aan de binnenkant van de broek van aangeefster is aangetroffen, hoewel dat op grond van de uitkomst van het DNA-onderzoek wel op zijn weg had gelegen.
Dwingen
De rechtbank overweegt met betrekking tot het bestanddeel "dwang" het volgende. Gelet op bovenstaande bewijsmiddelen stelt de rechtbank het volgende vast. Aangeefster is er in december 2009 achtergekomen wie haar vader is en heeft hem vervolgens thuis opgezocht. Verdachte, die 27 jaren ouder is dan aangeefster, heeft haar met open armen ontvangen en heeft aangeefster kenbaar gemaakt haar te beschouwen als zijn dochter. Er ontstond een intensief contact tussen verdachte en aangeefster, dat bestond uit veelvuldig telefoneren, sms-en, gesprekken voeren via MSN en elkaar regelmatig ontmoeten. Het contact werd van de zijde van verdachte steeds lichamelijker en verdachte toonde steeds meer affectie jegens aangeefster. Aangeefster heeft verklaard sommige gedragingen en opmerkingen van verdachte opmerkelijk te vinden en niet gepast, maar alles te hebben toegelaten vanwege het feit dat zij zo blij was dat ze haar vader eindelijk had leren kennen. Verder heeft aangeefster verklaard dat ze tegen hem opkeek en dat zij dit contact onder geen beding wilde verliezen. Aangeefster werd als het ware opgenomen in het gezin van verdachte en zijn vrouw en bleef een aantal keren logeren. Ook in de periode van 11 juli 2010 tot en met 13 juli 2010 verbleef aangeefster bij verdachte en zijn vrouw in [plaats]. In deze periode heeft verdachte de handelingen verricht zoals opgenomen in de tenlastelegging. Aangeefster heeft verklaard in deze periode enkele keren te hebben aangegeven het seksuele contact niet te wensen. Verdachte is desondanks doorgegaan. Woensdagavond 13 juli 2010 heeft aangeefster het hele verhaal verteld aan haar moeder en haar nicht, die beiden hebben verklaard dat aangeefster nogal van slag was, dat ze erg moest huilen toen zij het verhaal vertelde en dat zij beiden niet twijfelden aan hetgeen aangeefster hen vertelde. Aangeefster heeft kort nadien op 17 juli 2010 aangifte gedaan.
De rechtbank is van oordeel dat verdachte, gelet op het voorgaande, misbruik heeft gemaakt van zijn psychische overwicht op aangeefster door zich als haar vader voor te doen en haar stapsgewijs emotioneel afhankelijk van hem te maken en vervolgens opmerkingen te maken en handelingen te verrichten die steeds seksueler van aard werden. Dit terwijl aangeefster zich niet durfde te verzetten of te onttrekken aan deze handelingen uit angst haar vader te verliezen. De rechtbank ziet geen redenen te twijfelen aan de verklaring van aangeefster nu deze steun vindt in andere bewijsmiddelen en verdachte geen verklaring heeft afgelegd die de verklaring van aangeefster tegenspreekt of ontkracht. De rechtbank is voorts van oordeel dat niet van belang is of verdachte daadwerkelijk de vader is van aangeefster. Het gaat erom dat verdachte aan aangeefster kenbaar heeft gemaakt haar te beschouwen als zijn dochter en daar ook naar handelde.
Alles overwegende, is de rechtbank van oordeel dat verdachte aangeefster door bovengenoemde feitelijkheden heeft gedwongen tot het ondergaan van de in de tenlastelegging omschreven handelingen. De rechtbank acht het primair ten laste gelegde dan ook bewezen.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht het primair ten laste gelegde bewezen, met dien verstande dat:
hij in de periode van 11 juli 2010 tot en met 13 juli 2010 te [plaats], in de gemeente [plaats], meermalen, door feitelijkheden [aangeefster] heeft gedwongen tot het
ondergaan van handelingen die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [aangeefster], hebbende verdachte in voornoemde periode meermalen,
- de bedekte en onbedekte borsten en de bedekte en onbedekte vagina van die [aangeefster] betast;
- zijn, verdachtes, tong in de mond van die [aangeefster] gebracht en
- zijn, verdachtes, vingers en penis in de vagina van die [aangeefster] gebracht en bestaande die feitelijkheden telkens hierin dat verdachte, zulks terwijl die [aangeefster] het contact met haar vader niet meer kwijt wilde en daardoor bereid was tot alles wat hij, verdachte, wilde, telkens opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een psychisch overwicht welke verdachte, mede gelet op
- verdachtes leeftijd en
- verdachtes geestelijke ontwikkeling en overwicht en
- verdachtes positie als vader van die [aangeefster] en
- de mede gelet op de hierboven genoemde voor die [aangeefster] ontstane afhankelijke situatie als gevolg van het terugvinden van haar vader en het niet willen verliezen van dat contact met haar vader, op die [aangeefster] had, in welke psychische overwicht situatie die [aangeefster] zich telkens niet durfde te verzetten en/of te onttrekken aan die seksuele
handelingen van verdachte en/of daaraan geen weerstand kon en/of durfde te bieden.
De verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op het misdrijf:
Primair Verkrachting, meermalen gepleegd.
Dit feit is strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.
Strafbaarheid van verdachte
De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.
Strafmotivering
De rechtbank neemt bij de bepaling van de hierna te vermelden strafsoort en strafmaat in aanmerking:
- de aard en de ernst van het gepleegde feit;
- de omstandigheden waaronder dit is begaan;
- de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken en deze naar voren komt uit het uittreksel uit het algemeen documentatieregister;
- de vordering van de officier van justitie;
- het pleidooi van de raadsman.
De rechtbank acht verkrachting, meermalen gepleegd, bewezen. Het gaat hierbij om verkrachting van een 22 jarige vrouw die in de veronderstelling verkeerde, mogelijk terecht, dat verdachte haar vader is. Verdachte heeft er alles aan gedaan die veronderstelling te voeden. Het contact tussen aangeefster en verdachte was vanaf de aanvang van het contact, zijdens verdachte, seksueel getint, dit terwijl aangeefster geen enkele aanleiding daartoe gaf. De rechtbank meent dat verdachte als 49 jarige op een manipulatieve wijze zijn (veronderstelde) dochter heeft gebracht tot het gedogen van seksueel contact. Hij heeft geen enkel oog gehad voor de signalen van aangeefster dat zij het seksueel contact niet op prijs stelde. Verdachte heeft slechts stil gestaan bij zijn eigen seksuele drang.
Verdachte heeft er voor gekozen in het strafrechtelijk onderzoek te zwijgen en niet ter strafzitting te verschijnen en voorts niet mee te werken aan een reclasseringsonderzoek. De verdachte heeft het recht niet mee te werken. Dat maakt echter dat de rechtbank geen rekening kan houden met verdachtes persoonlijke omstandigheden welke hem hebben gebracht tot het plegen van het delict of die strafverminderend kunnen werken. De rechtbank zal aansluiting zoeken bij de (landelijke) oriëntatiepunten voor straftoemeting bij verkrachting. Uitgangspunt daarbij is een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 24 maanden. Nu de rechtbank niets bekend is over verdachtes motieven kan de rechtbank gevaar voor herhaling niet uitsluiten. Om die reden zal de rechtbank 6 van de 24 maanden voorwaardelijk opleggen. De rechtbank zal de officier van justitie niet volgen waar het gaat om haar voorstel een contactverbod tussen verdachte en aangeefster op te leggen. De rechtbank heeft namelijk geen aanwijzingen dat verdachte (na de aangifte) contact heeft gezocht met aangeefster.
Toepassing van wetsartikelen
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 57 en 242 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
DE UITSPRAAK VAN DE RECHTBANK LUIDT, RECHTDOENDE:
Verklaart het primair ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar in voege als voormeld en verdachte deswege strafbaar.
Veroordeelt verdachte te dier zake tot:
Een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden.
Bepaalt, dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot 6 maanden niet zal worden tenuitvoergelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd, welke hierbij wordt vastgesteld op twee jaren, aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Beveelt, dat de tijd door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde onvoorwaardelijke gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezenverklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Brinksma, voorzitter, mr. M.A.M. Wolters en mr. H.J. Idzenga, rechters, bijgestaan door mr. M.F. Alting, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 8 april 2011.
1 De genoemde processen-verbaal zijn in de wettelijke vorm en door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren opgemaakt; de genoemde pagina's bevinden zich in het doorgenummerde proces-verbaal met OPS-dossiernummer 2010070702-1, gesloten op 7 oktober 2010.
2 Het proces-verbaal van aangifte door [aangeefster], d.d. 17 juli 2010 , pagina's 30 t/m 54.
3 Rapport van het onderzoek naar biologische sporen en DNA-onderzoek naar aanleiding van een aangifte van een zedenmisdrijf gepleegd in [plaats] tussen 11 en 13 juli 2010, d.d. 22 oktober 2010 opgemaakt door het Nederlands Forensisch Instituut te Den Haag.
4 Het proces-verbaal van verhoor van getuige [naam], d.d. 6 september 2010, pagina's 107 t/m 121.
5 Het proces-verbaal van verhoor van getuige [naam], d.d. 21 juli 2010, pagina's 99 t/m 106.
6 Het proces-verbaal van verhoor van getuige [naam], d.d. 18 juli 2010, pagina's 59 t/m 67, met bijlagen.
7 Deze uitdraai heeft getuige [naam] bij haar verhoor d.d. 18 juli 2010 aan de politie overgelegd, pagina's 68 t/m 98.