ECLI:NL:RBLEE:2011:BP6718
Rechtbank Leeuwarden
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Poging tot doodslag en wapenbezit met vordering na voorwaardelijke veroordeling
In deze zaak heeft de Rechtbank Leeuwarden op 4 maart 2011 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van poging tot doodslag en wapenbezit. De verdachte, geboren in 1989 en thans gedetineerd, had op 10 augustus 2010 in Leeuwarden met een pistool geschoten op het slachtoffer, die op de grond lag. De rechtbank heeft gelet op de verklaringen van de verdachte, het slachtoffer en getuigen, alsook op camerabeelden van het incident. De verdachte heeft tijdens de zitting verklaard dat hij met een pistool in de richting van het slachtoffer is gelopen en heeft geschoten, terwijl het slachtoffer zich op de grond bevond. De rechtbank oordeelde dat de verdachte voorwaardelijk opzet op de dood van het slachtoffer had, gezien de omstandigheden van het schieten op korte afstand.
De officier van justitie had een gevangenisstraf van 30 maanden geëist, waarvan 8 maanden voorwaardelijk, met reclasseringstoezicht. De rechtbank heeft deze eis overgenomen, mede gezien het strafblad van de verdachte, dat meerdere eerdere veroordelingen bevatte. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet in een noodweersituatie verkeerde, aangezien de wederrechtelijke aanranding al was beëindigd op het moment van het schieten. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan zowel poging tot doodslag als wapenbezit en heeft de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder voorwaardelijk opgelegde straf toegewezen.
Daarnaast heeft de rechtbank een schadevergoeding van € 1.000,00 toegewezen aan het slachtoffer voor immateriële schade, terwijl het materiële deel van de vordering niet-ontvankelijk werd verklaard. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 maanden, met bijzondere voorwaarden voor reclasseringstoezicht en de verplichting om aan de benadeelde partij te betalen.