ECLI:NL:RBLEE:2011:BP4430

Rechtbank Leeuwarden

Datum uitspraak
11 februari 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
17/880332-10 VON
Instantie
Rechtbank Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontucht met minderjarige dochter en poging tot seksueel binnendringen

In deze zaak heeft de Rechtbank Leeuwarden op 11 februari 2011 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van ontucht met zijn minderjarige dochter en pogingen tot seksueel binnendringen. De verdachte, geboren op [geboortedatum] en thans gedetineerd in P.I. Noord, werd bijgestaan door advocaat mr. W. Boonstra. De tenlastelegging omvatte meerdere feiten van ontucht gepleegd tussen 1991 en 2010, waarbij de verdachte zijn dochter op verschillende manieren seksueel heeft benaderd en betast. De rechtbank heeft gelet op de verklaringen van de verdachte, de aangeefster en getuigen, alsook op de psychologische rapportages die de verstandelijke beperking van de dochter bevestigden. De rechtbank oordeelde dat de verdachte misbruik heeft gemaakt van zijn vertrouwenspositie als vader en dat de gepleegde feiten ernstige gevolgen hebben voor de slachtoffers. De rechtbank achtte de verdachte strafbaar en veroordeelde hem tot een gevangenisstraf van drie jaar, waarvan één jaar voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar en onder toezicht van de reclassering. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en het recidiverisico, en legde bijzondere voorwaarden op voor de reclassering.

Uitspraak

RECHTBANK LEEUWARDEN
Sector straf
parketnummer 17/880332-10 VON
vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 11 februari 2011 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te [adres]
thans gedetineerd in P.I. Noord, gevangenis De Marwei, te Leeuwarden, Holstmeerweg 7.
De rechtbank heeft gelet op het ter terechtzitting gehouden onderzoek van 28 januari 2011.
De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. W. Boonstra, advocaat te Leeuwarden.
Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 1 december 1991 tot 4 december 1998, op
diverse data en/of tijdstippen, te [adres], (althans) in de gemeente
[naam], (meermalen) ontucht heeft gepleegd met zijn minderjarig
kind, te weten [naam], [geboortedatum], bestaande die
ontucht hierin dat hij verdachte (meermalen) de ontblote vagina en/of borsten
en/of billen van die [naam] heeft gestreeld en/of betast;
(Artikel 249 lid 1 juncto artikel 57 Wetboek van Strafrecht)
2.
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2008 tot 1 augustus 2010, te
[adres], (althans) in de gemeente [naam], ter uitvoering van het
door verdachte voorgenomen misdrijf om met [naam] (zijnde
verdachtes dochter), van wie verdachte wist dat die [naam] aan
een zodanige gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van haar
geestvermogens leed dat die [naam] niet of onvolkomen in staat
was haar wil daaromtrent te bepalen of kenbaar te maken of daartegen weerstand
te bieden, een of meer handeling(en) te plegen, die bestond(en) uit of mede
bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [naam], immers heeft hij, verdachte, opzettelijk een condoom om zijn,
verdachtes, ontblote penis gedaan en/of (vervolgens) met zijn, verdachtes,
ontblote penis tegen de ontblote vagina van die [naam] geduwd,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(Artikel 243 juncto artikel 45 Wetboek van Strafrecht)
Subsidiair zo het vorenstaande niet mocht leiden tot schuldigverklaring van en
strafoplegging aan verdachte
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2008 tot 1 augustus 2010, te
[adres], (althans) in de gemeente [naam], ter uitvoering van het
door verdachte voorgenomen misdrijf om door (een) feitelijkhe(i)d(en)
[naam] (zijnde verdachtes dochter) te dwingen tot het ondergaan
van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het
seksueel binnendringen van het lichaam van die [naam],
immers heeft hij, verdachte, opzettelijk een condoom om zijn verdachtes,
ontblote penis gedaan en/of (vervolgens) met zijn, verdachtes, ontblote penis
tegen de ontblote vagina van die [naam] geduwd,
terwijl hij, verdachte, hierbij gebruik heeft gemaakt van zijn psychisch
overwicht op die [naam], doordat hij, verdachte, de vader is
van die [naam] en/of wist dat die [naam]
verstandelijk beperkt is, waardoor die [naam] niet, althans
onvoldoende, weerstand kon bieden aan die voorgenomen seksuele handeling(en),
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(Artikel 242 juncto artikel 45 Wetboek van Strafrecht)
3.
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2008 tot 1 augustus 2010, te
[plaats], (althans) in de gemeente [naam], met [naam]
(zijnde verdachtes dochter), van wie hij, verdachte, wist dat die [naam] in staat van bewusteloosheid, verminderd bewustzijn of
lichamelijke onmacht verkeerde, dan wel aan een zodanige gebrekkige
ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn/haar geestvermogens leed dat die
[naam] niet of onvolkomen in staat was zijn/haar wil
daaromtrent te bepalen of kenbaar te maken of daartegen weerstand te bieden,
een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, bestaande uit:
- het betasten en/of strelen van de ontblote vagina en/of borsten van die
[naam] en/of
- het door die [naam] laten vasthouden en/of betasten van
zijn, verdachtes, ontblote penis;
(Artikel 247 Wetboek van Strafrecht)
Subsidiair zo het vorenstaande niet mocht leiden tot schuldigverklaring van en
strafoplegging aan verdachte
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2008 tot 1 augustus 2010, te
[plaats], (althans) in de gemeente [naam], door geweld of (een)
andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere
feitelijkhe(i)d(en) [naam] (zijnde verdachtes dochter) heeft
gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige
handeling(en), bestaande uit:
- het betasten en/of strelen van de ontblote vagina en/of borsten van die
[naam] en/of
- het door die [naam] laten vasthouden en/of betasten van
zijn, verdachtes, ontblote penis
en bestaande die feitelijkhe(i)d(en) hierin dat hij, verdachte gebruik heeft
gemaakt van zijn psychisch overwicht op die [naam], doordat
hij, verdachte, de vader is van die [naam] en/of wist dat die
[naam] verstandelijk beperkt is, waardoor die [naam] van der
Let niet, althans onvoldoende, weerstand kon bieden aan voornoemde seksuele
handeling(en);
(Artikel 246 Wetboek van Strafrecht)
In de tenlastelegging voorkomende schrijffouten of kennelijke misslagen worden verbeterd gelezen. De verdachte is hierdoor niet in zijn belangen geschaad.
Vordering officier van justitie
De officier van justitie heeft ter terechtzitting gevorderd:
- veroordeling voor het onder 1., 2. primair en 3. primair ten laste gelegde;
- oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar;
- oplegging van de bijzondere voorwaarde van reclasseringstoezicht en een behandeling voor zedendelinquenten bij de AFP te Assen.
Beoordeling van het bewijs
De rechtbank past de hierna te noemen bewijsmiddelen1 toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder weergegeven.
ten aanzien van feit 1
1. De verklaring van verdachte2, -zakelijk weergeven- onder meer inhoudende:
Ergens rond of na 1991 heb ik mijn dochter [naam] bij haar billen vastgepakt. Ik wilde daarmee min of meer mee aangeven dat ik wel seks met haar wilde hebben. Ik geloof wel dat mijn kinderen eerlijk zijn en daar niet over liegen. Op de zaterdagavonden douchte ik de kinderen altijd. Ik douchte ze allemaal vrijwel wekelijks. Ik weet niet tot welke leeftijd ik de kinderen heb gedoucht, misschien tot een jaar of 10.
2. De verklaring van verdachte, -zakelijk weergegeven- onder meer inhoudende:
Ik denk dat [naam] een jaar of 14, 15 was. Ik heb het een keer bij haar geprobeerd. Ik heb haar een keer bij haar achterwerk aangeraakt. Ik denk dat dit thuis gebeurd is aan de [adres]. Voor zover me bij staat liepen we de trap op en toen heb ik haar bij haar achterwerk gepakt, gewoon aangeraakt. Als zij op dat moment seks had willen hebben dan had ik dat ook gewild. Ik wilde op die manier laten merken dat ik zin in seks had.3 Vraag verbalisant: [naam] verklaart daar anders over, dat jij haar van achteren benaderde en dat jij je hand van achteren aan de voorkant van haar broek binnen liet gaan en haar bij haar vagina voelde. Antwoord: ik kan me dat niet herinneren, maar als zij dit gezegd heeft, zal dit zo zijn. Ik geloof het best. [naam] liegt daar niet om, daar geloof ik niks van.4
Vraag verbalisant: Hoe ging dat met het douchen van [naam]? Antwoord: Nou er is naar mijn weten tijdens het douchen niets gebeurd. Voor mijn gevoel zou ik het dan weten. Maar het zou best kunnen als jullie dat zeggen.5
3. De verklaring van aangeefster [naam], -zakelijk weergegeven- onder meer inhoudende:
Geboren: 4 december 1982. Een paar jaar nadat mijn opa was overleden in 1991 was ik met mijn vader bij mijn oma thuis in [plaats]. Op zolder liet hij mij seksboekjes zien, met allemaal van die tienermeisjes.6 Ik weet niet hoe dat kwam, maar ik sta op en loop weg of zo, misschien dat ik naar de wc wou, maar ineens komt mijn vader van achteren aangelopen en die steekt zijn hand in mijn broek. Die greep naar mijn vagina zeg maar.7 Vraag verbalisant: Wat is er bij jou aan seksuele handelingen gebeurd? Antwoord: Nou, die ene keer bij mijn oma dus. Stak ie zijn hand in mijn broek. Toen zat ie aan mijn vagina. Vraag: In je onderbroek ook? Antwoord: Ja.8 Hij voelde. Het deed wel pijn, dat weet ik nog wel.9 Het is eigenlijk mijn hele jeugd tot mijn 16?... Hij heeft gezegd: dit mag je niet aan je moeder vertellen. Altijd als er iets gebeurde met mijn vader, dan waren we altijd met zijn tweeën. En dan moest ik altijd heel erg opletten, gaat er ook iets gebeuren wat ik niet wil? Altijd als ik alleen met hem was, dan was ik niet veilig. Ik weet nog heel goed, mijn vader douchte ons vroeger altijd. Terwijl mijn moeder de zorg deed bij de kinderen, maar de kinderen douchen, dat deed mijn vader altijd. Vraag verbalisant: waarom dan? Antwoord: Dan kan hij ons betasten terwijl dat geoorloofd is, want hij is ons dan aan het wassen.10 Ik kan me heel goed voorstellen dat hij me onder de douche wel vaak betast heeft, bij de borsten en zo. Ik weet nog dat ik op een gegeven moment een bepaalde leeftijd had, ik weet niet meer hoe oud ik toen was, maar toen ze ik tegen mijn moeder: "Heit hoeft mij niet meer te douchen, want ik kan het zelf wel!" Hij heeft mij bij de borsten en mijn vagina betast, of erbij langs, de binnenkant van de billen of zo.11
ten aanzien van feit 2 en 3
1. De verklaring van verdachte12, -zakelijk weergeven- onder meer inhoudende:
Ergens in 2008 of 2009 heb ik de vagina en de borsten van [naam], mijn dochter, betast. Zij heeft mijn penis vastgehouden en ik heb geprobeerd om bij haar binnen te dringen. Ik heb [naam] haar kleren uitgedaan en zij is bovenop mij komen zitten. Ik heb toen een condoom omgedaan. De penetratie wilde niet lukken omdat zij te nauw was. [naam] heeft mijn penis vastgehouden en heen en weer gedaan. Ook heb ik met mijn vinger langs [naam] haar ontblote vagina gestreeld.
2. De verklaring van verdachte, -zakelijk weergegeven- onder meer inhoudende:
[naam] en ik kunnen verschrikkelijk goed met elkaar. Het is een keer, en ook maar een keer, voorgekomen dat het te ver ging.13 Ik denk dat [naam] een jaar of 19 was.14 We waren toen beiden naakt. En nou ja, het is op wat strelen en zo in gegaan. Het was ook de bedoeling om tot penetratie over te gaan. Daar heb ik een condoom voor gebruikt, maar dat is niet gelukt.15 Dat wilde niet. Dit is gebeurd op [adres], bij ons thuis. Dat is ongeveer twee jaar geleden. Het initiatief kwam bij mij vandaan. Het was de bedoeling dat we seks zouden hebben. Ik heb haar niet verteld wat er ging gebeuren. Ik weet het niet meer, maar ik zal vast haar kleren uit hebben gedaan.16 [naam] zat op mij. Zij was te nauw ofzo. De penis wilde niet in de vagina.17 Ik heb haar toen ook aan haar borsten gestreeld en tussen haar benen. Ik heb haar een beetje gevingerd. Niet diep erin, maar meer dat je bij de vagina langs strijkt als dat je naar binnen gaat. [naam] heeft met de hand aan mijn penis gezeten. Ze deed de penis een klein beetje heen en weer.18
3. De verklaring van aangeefster [naam], -zakelijk weergegeven- onder meer inhoudende:
Vanaf catechisatie zei mijn vader dat hij wat moest ophalen bij de zaak weg. Toen probeerde hij het. Het seksen.19 Hij probeerde naar mijn broek te gaan. Ik zei dat kan niet want ik was ongesteld. Hij wou naar mijn kutje toe maar toen zei ik nee dat kan niet omdat ik ook nog ongesteld was.20 Ik heb het tegen mama gewoon heel eerlijk gezegd.21 Vraag verbalisant: Wij hebben gehoord dat er iets in de [adres] is gebeurd. Antwoord: Ja. Vraag: Reageer daar eens op. Antwoord: Nee. Vraag: Wij hebben ook gehoord dat daar seks is geweest. Antwoord: Oké, ik kan het mij zo 1,2,3 niet bedenken. Als papa het heeft gezegd dan zal dat wel zo zijn, maar het komt mij niet even te boven. Als papa dat zegt dan zal het wel zo zijn.22
4. De verklaring van getuige [naam], -zakelijk weergegeven- onder meer inhoudende:
Vorig jaar november 2008 hoorde ik via een collega [naam] dat er ook iets gebeurd was tussen mijn vader en [naam]. Ik vroeg [naam] en toen bleek dat er inderdaad wat was gebeurd. Ik vroeg aan haar of er tussen haar en heit wat gebeurd was waar ze met mijn moeder niet over mocht praten. Daar antwoordde ze: "Ja"op. Ik vroeg heel direct aan [naam] of ze seks met heit had gehad. Ze antwoordde: "Ja". Ik heb haar die vraag heel duidelijk en rechtstreeks gesteld. Ik deed dit omdat zij toch enigszins een beperking heeft. Mijn moeder vertelde mij later dat alles, en daar bedoel ik seksuele handelingen mee, tussen [naam] en mijn vader was gebeurd.23
5. De verklaring van getuige [naam]24, -zakelijk weergegeven- onder meer inhoudende:
[naam] is licht verstandelijk beperkt. Ongeveer twee jaar geleden bracht ik [naam] in de auto naar een zangkoor waar [naam] repetitie had. [naam] vertelde toen dat zij wel eens wat deed met haar vader. Vervolgens vroeg ik aan [naam]: "Lichamelijk?" waarop [naam]: "Ja" antwoordde. Daarna vroeg ik aan [naam]: "Seks?". Ook nu antwoordde [naam]: "Ja".
6. De verklaring van getuige [naam], -zakelijk weergegeven- onder meer inhoudende:
[naam] is ons speciaal kind. [naam] functioneert op het niveau van een 15, 16 jarige.25 Ik geloof [naam] met betrekking tot het seksueel misbruik door mijn man [verdachte] vol overtuiging.26 Ik heb [naam] gevraagd of het klopte dat heit seks met haar had gehad. [naam] antwoordde: "Ja".27 Ze vertelde ook dat het veilig was gebeurd, met een condoom.28
7. Een schriftelijk stuk omtrent de verstandelijke beperking van [naam], -zakelijk weergegeven- onder meer inhoudende:
Verklaring betreffende verstandelijke vermogens van [naam], geboren 13-02-1989. Het laatste psychologische onderzoek heeft plaatsgevonden in oktober 2003. Hierin kwam tot uiting dat er bij haar sprake is van een lichte verstandelijke beperking. Als de uitkomst van dit onderzoek wordt vertaald naar leeftijd komt dit neer op het functioneren van een ruime zesjarige. Hoewel de geldigheidsduur van dit onderzoek is verstreken mag worden vastgesteld dat haar huidige niveau van functioneren hiermee in overeenstemming is.29
8. Een schriftelijk stuk omtrent de verstandelijke bepekering van [naam], -zakelijk weergegeven- onder meer inhoudende:
Betreft [naam], [adres] te [plaats]. Omschrijving van de diagnose: Geen psychiatrisch beeld bij een 21 jarige, licht verstandelijk beperkte jonge vrouw. Classificatie volgens DSM IV: As 2: lichte of matige verstandelijke beperking.30
Verweer
De raadsman heeft ter terechtzitting vrijspraak van het onder 2. en 3. ten laste gelegde bepleit. De raadsman heeft hiertoe aangevoerd dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs aanwezig is nu slechts de verdachte een deels bekennende verklaring heeft afgelegd en het dossier voorts geen steunbewijs bevat.
De rechtbank overweegt ten aanzien van het verweer van de raadsman het navolgende.
De rechtbank stelt uit bovenstaande bewijsmiddelen vast dat de verdachte zowel bij de politie als ter terechtzitting heeft bekend dat hij seksuele handelingen, waaronder een poging tot binnendringen van het lichaam, heeft verricht met zijn dochter [naam]. De verklaringen [naam], [naam] en [naam] ondersteunen deze bekennende verklaring van verdachte nu zij allen van [naam] hebben gehoord dat er seks tussen verdachte en [naam] heeft plaatsgevonden. Daarnaast vertoont de verklaring van [naam] een opvallende gelijkenis met de verklaring van verdachte met betrekking tot het gebruik van een condoom door verdachte. Dat slachtoffer [naam] niet specifiek over de ten laste gelegde feiten verklaart, wellicht mede veroorzaakt door haar verstandelijke beperking, doet daar niet aan af. De rechtbank neemt in haar overweging mee dat [naam] wel belastend heeft verklaard over een andere seksuele toenadering door verdachte. De rechtbank acht de aan verdachte onder 2. primair en 3. primair ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen. De rechtbank verwerpt het verweer van de raadsman.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht het onder 1., 2. primair en 3. primair ten laste gelegde bewezen, met dien verstande dat:
1.
hij omstreeks de periode van 1 december 1991 tot 4 december 1998, op
diverse data en tijdstippen, te [plaats], in de gemeente [naam], meermalen ontucht heeft gepleegd met zijn minderjarig kind, te weten [naam], [geboortedatum], bestaande die ontucht hierin dat hij verdachte meermalen de ontblote vagina en borsten
en billen van die [naam] heeft gestreeld en betast;
2. primair
hij omstreeks de periode van 1 januari 2008 tot 1 augustus 2010, te [plaats], in de gemeente [naam], ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met [naam] zijnde verdachtes dochter, van wie verdachte wist dat die [naam] aan een zodanige gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van haar geestvermogens leed dat die [naam] niet of onvolkomen in staat was haar wil daaromtrent te bepalen of kenbaar te maken of daartegen weerstand te bieden, handelingen te plegen, die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [naam], immers heeft hij, verdachte, opzettelijk een condoom om zijn, verdachtes, ontblote penis gedaan en vervolgens met zijn, verdachtes, ontblote penis tegen de ontblote vagina van die [naam] geduwd, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3. primair
hij omstreeks de periode van 1 januari 2008 tot 1 augustus 2010, te [plaats], in de gemeente [naam], met [naam], zijnde verdachtes dochter, van wie hij, verdachte, wist dat die [naam] aan een zodanige gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van haar geestvermogens leed dat die [naam] niet of onvolkomen in staat was haar wil daaromtrent te bepalen of kenbaar te maken of daartegen weerstand te bieden, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, bestaande uit:
- het betasten en strelen van de ontblote vagina en borsten van die [naam] en
- het door die [naam] laten vasthouden en betasten van zijn, verdachtes, ontblote penis;
De verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op de misdrijven:
1. Ontucht plegen met zijn minderjarig kind, meermalen gepleegd.
2. primair Poging tot met iemand van wie de dader weet dat zij aan een zodanige gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van haar geestvermogens lijdt dat zij niet of onvolkomen in staat is haar wil daaromtrent te bepalen of kenbaar te maken of daartegen weerstand te bieden, handelingen plegen die mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam.
3. primair Met iemand van wie de dader weet dat zij aan een zodanige gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van haar geestvermogens lijdt dat zij niet of onvolkomen in staat is haar wil daaromtrent te bepalen of kenbaar te maken of daartegen weerstand te bieden, buiten echt ontuchtige handelingen plegen.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.
Strafbaarheid van verdachte
De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.
Strafmotivering
De rechtbank neemt bij de bepaling van de hierna te vermelden strafsoort en strafmaat in aanmerking:
- de aard en de ernst van de gepleegde feiten;
- de omstandigheden waaronder deze zijn begaan;
- de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken en deze naar voren komt uit het uittreksel uit het algemeen documentatieregister en het voorlichtingsrapport van de Reclassering Nederland d.d. 14 september 2010 en de Pro Justitia rapportages van de psychiater d.d. 2 december 201 en de psycholoog d.d. 8 november 2010;
- het bepaalde in artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht;
- de vordering van de officier van justitie;
- het pleidooi van de raadsman.
Verdachte heeft ongeveer twaalf tot negentien jaar geleden gedurende een langere periode één van zijn toen nog minderjarige dochters meermalen misbruikt door ontuchtige handelingen met haar te plegen. Daarnaast heeft verdachte zich kort geleden schuldig gemaakt aan misbruik van zijn jongste dochter die (slechts) over beperkte geestelijke vermogens beschikt, door ontuchtige handelingen met haar te plegen en door haar te laten plegen, waarbij hij ook heeft geprobeerd haar lichaam binnen te dringen.
De verdachte heeft ter bevrediging van zijn eigen seksuele behoeftes inbreuk gemaakt op de lichamelijke en geestelijke integriteit van zijn dochters. Hij heeft daarbij misbruik gemaakt van de vertrouwensrelatie die hij met zijn dochters heeft. Het is algemeen bekend dat de gevolgen van seksuele contacten bij jonge kinderen ernstig en langdurig kunnen zijn, zoals ook is gebleken uit de slachtofferverklaring van de oudste dochter. Verdachte heeft bij zijn handelen louter en alleen oog gehad voor zijn eigen directe behoeftebevrediging en heeft zich op geen enkele wijze bekommerd om de gevoelens van de slachtoffers en hun (seksuele) ontwikkeling. In 2006 is verdachte veroordeeld voor het bezit van kinderporno. Noch deze veroordeling, noch twee brieven van de oudste zoon waarin verdachte ter verantwoording wordt geroepen voor incest dat hij in het verleden met een aantal van zijn kinderen zou hebben gepleegd, hebben hem ervan weerhouden misbruik te maken van zijn jongste dochter.
De feiten zijn des te ernstiger nu verdachte de vader is van de slachtoffers en het vertrouwen dat kinderen in hun vader mogen stellen en de veiligheid die zij van hem mogen verwachten op een buitengewoon ernstige wijze heeft beschaamd en veronachtzaamd.
Het hoeft voorts weinig betoog dat feiten als de onderhavige in de samenleving enorme gevoelens van afschuw en verontwaardiging oproepen.
Over de persoon van de verdachte zijn een psychologisch en een psychiatrisch rapport geschreven. Tevens is er een reclasseringsadvies uitgebracht. Beide rapportages geven aan dat verdachte gepreoccupeerd lijkt te zijn met seks en dat hij slachtoffers kiest die kwetsbaar en van hem afhankelijk zijn. Spijt lijkt niet diep te gaan, invoelingsvermogen met slachtoffers ontbreekt. Verdachte vergoelijkt en bagatelliseert zijn gedrag. Het risico op herhaling wordt op langere termijn hoog gemiddeld geacht. Verdachte bevestigt dat ook door zijn mededeling dat wanneer de gelegenheid zich voordoet en de ander kenbaar maakt dat die iets wil, het zich zo weer voor zou kunnen doen. De onderzoekers concluderen dat er geen sprake is van een ziekelijke stoornis, noch van een persoonlijkheidsstoornis, doch van narcistische persoonlijkheidsproblematiek. Verdachte had echter inzicht in het ongeoorloofde van zijn handelen en had voldoende vermogen om zijn wil te bepalen en het ongeoorloofde te vermijden. Verdachte wordt volledig toerekeningsvatbaar geacht.
De deskundigen achten zonder een meerdaagse deeltijdbehandeling van verdachte de prognose ongunstig. Een behandeling (bij de AFP in Assen) gericht op het doorgroeien naar een meer volwassen emotioneel leven alsook gericht op een optimaal inzicht in zijn handelen en een plan gericht op voorkoming, is noodzakelijk om het recidiverisico binnen aanvaardbare grenzen te krijgen. Wel wordt een behandeling voor verdachte als uitermate zwaar geoordeeld en de kans op 'afhaken' groot omdat verdachte de noodzaak voor een behandeling niet echt lijkt in te zien. De behandeling zou derhalve als bijzondere voorwaarde bij een forse voorwaardelijke straf moeten worden opgelegd. De rechtbank neemt de conclusies over.
De rechtbank acht evenwel de door de officier van justitie geëiste straf niet in overeenstemming met de ernst van de feiten, mede gelet op de persoon van de verdachte. De rechtbank heeft kennisgenomen van de loyaliteitsgevoelens van de slachtoffers en overige familieleden jegens verdachte, doch acht deze niet relevant voor de hoogte van de straf; bescherming van gezin en maatschappij dienen bij de strafoplegging te prevaleren. Gelet op de voor deze delicten geldende oriëntatiepunten en het feit dat verdachte geen enkel inzicht toont in de ernst van zijn handelen en de verantwoordelijkheid buiten zichzelf legt, acht de rechtbank slechts een langdurige gevangenisstraf passend en geboden. Wel zal de rechtbank een deel daarvan voorwaardelijk opleggen met daaraan gekoppeld toezicht door de reclassering. Gelet op het recidiverisico en het feit dat verdachte de feiten heeft gepleegd in een omgeving waarin hij te zijner tijd weer zal terugkeren, acht de rechtbank het van belang dat het toezicht door de reclassering gedurende een langere periode dan gebruikelijk zal kunnen plaatsvinden. De rechtbank zal daarom de proeftijd op 3 jaar stellen.
Toepassing van wetsartikelen
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 45, 56, 57, 63, 243, 247 en 249 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
DE UITSPRAAK VAN DE RECHTBANK LUIDT, RECHTDOENDE:
Verklaart het onder 1., 2. primair en 3. primair ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar in voege als voormeld en verdachte deswege strafbaar.
Veroordeelt verdachte te dier zake tot:
Een gevangenisstraf voor de duur van drie jaren.
Bepaalt, dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot één jaar niet zal worden tenuitvoergelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde voor het einde van de proeftijd, welke hierbij wordt vastgesteld op drie jaren, de hierna te noemen algemene of bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.
Stelt als algemene voorwaarden:
a. dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
b. dat de veroordeelde ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit, medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt.
Stelt als bijzondere voorwaarde, dat de veroordeelde:
- zich bij het ingaan van de proeftijd meldt bij Reclassering Nederland te Leeuwarden;
- ervoor zorgt dat hij gedurende de proeftijd bereikbaar is voor deze reclasseringsinstelling;
- zich gedurende de proeftijd gedraagt naar de voorschriften en aanwijzingen hem te geven door of namens genoemde reclasseringsinstelling, ook als dat inhoudt een ambulante behandeling bij de AFP te Assen.
Draagt genoemde reclasseringsinstelling op de veroordeelde bij de naleving van de voorwaarden hulp en steun te verlenen.
Beveelt, dat de tijd door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezenverklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Brinksma, voorzitter, mr. R. Baluah en mr. F. Sieders, rechters, bijgestaan door mr. J. Houwink, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 11 februari 2011.
1 De genoemde processen-verbaal zijn in de wettelijke vorm en door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren opgemaakt; de genoemde pagina's bevinden zich in het doorgenummerde proces-verbaal met OPS-dossiernummer PL02R1 2009010130-1, gesloten op 16 september 2010.
2 De verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting (van 28 januari 2011).
3 Het proces-verbaal van verhoor verdachte, d.d. 9 augustus 2010, pagina 157.
4 Het proces-verbaal van verhoor verdachte, d.d. 9 augustus 2010, pagina 158.
5 Het proces-verbaal van verhoor verdachte, d.d. 10 augustus 2010, pagina 187.
6 Het proces-verbaal van aangifte door [naam], d.d. 3 augustus 2010, pagina 48.
7 Het proces-verbaal van aangifte door [naam], d.d. 3 augustus 2010, pagina 49.
8 Het proces-verbaal van aangifte door [naam], d.d. 3 augustus 2010, pagina 50.
9 Het proces-verbaal van aangifte door [naam], d.d. 3 augustus 2010, pagina 51.
10 Het proces-verbaal van aangifte door [naam], d.d. 3 augustus 2010, pagina 49.
11 Het proces-verbaal van aangifte door [naam], d.d. 3 augustus 2010, pagina 51.
12 De verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 28 januari 2011.
13 Het proces-verbaal van verhoor verdachte, d.d. 9 augustus 2010, pagina 152.
14 Het proces-verbaal van verhoor verdachte, d.d. 9 augustus 2010, pagina 153.
15 Het proces-verbaal van verhoor verdachte, d.d. 9 augustus 2010, pagina 152.
16 Het proces-verbaal van verhoor verdachte, d.d. 9 augustus 2010, pagina 153.
17 Het proces-verbaal van verhoor verdachte, d.d. 9 augustus 2010, pagina 154.
18 Het proces-verbaal van verhoor verdachte, d.d. 9 augustus 2010, pagina 156.
19 Het proces-verbaal van verhoor getuige [naam], d.d. 19 augustus 2010, pagina 111.
20 Het proces-verbaal van verhoor getuige [naam], d.d. 19 augustus 2010, pagina 112.
21 Het proces-verbaal van verhoor getuige [naam], d.d. 19 augustus 2010, pagina 115.
22 Het proces-verbaal van verhoor getuige [naam], d.d. 19 augustus 2010, pagina 121.
23 Het proces-verbaal van verhoor getuige [naam], d.d. 28 mei 2009, pagina 40.
24 Het proces-verbaal van verhoor getuige [naam], d.d. 29 juni 2010, pagina 98.
25 Het proces-verbaal van verhoor getuige [naam], d.d. 22 juni 2010, pagina 86.
26 Het proces-verbaal van verhoor getuige [naam], d.d. 22 juni 2010, pagina 90.
27 Het proces-verbaal van verhoor getuige [naam], d.d. 22 juni 2010, pagina 91.
28 Het proces-verbaal van verhoor getuige [naam], d.d. 22 juni 2010, pagina 92..
29 Een schriftelijk stuk, opgesteld door [naam] d.d. 12 augustus 2010, pagina 137.
30 Een kopie van een schriftelijk stuk, opgesteld door [naam], d.d. 2 december 2010.