ECLI:NL:RBLEE:2011:BP2426
Rechtbank Leeuwarden
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Invoer van grote hoeveelheden hasjiesj via zeiljachten en de rol van de verdachte in de drugssmokkel
In deze zaak heeft de Rechtbank Leeuwarden op 20 januari 2011 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij de invoer van grote hoeveelheden hasjiesj in Nederland. De verdachte, bijgestaan door advocaat mr. P.P.C.M. Waarts, werd beschuldigd van het opzettelijk binnenbrengen van hasjiesj, een middel dat onder de Opiumwet valt. De tenlastelegging betrof de periode van 1 mei 2010 tot en met 19 mei 2010, waarin de verdachte samen met anderen op verschillende locaties, waaronder de Waddenzee en de kust van Noord-Holland, grote hoeveelheden hasjiesj heeft vervoerd en aanwezig heeft gehad.
De rechtbank heeft geconstateerd dat op 19 mei 2010 informatie bij de Kustwacht was binnengekomen over een zeiljacht dat voor anker lag ter hoogte van Camperduin. Na een doorzoeking op 20 mei 2010 zijn er 195 pakketten hasjiesj aangetroffen en in beslag genomen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte samen met mededaders opzettelijk deze hasjiesj vanuit Marokko naar Nederland had gesmokkeld. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie, die een gevangenisstraf van 20 maanden had geëist, gedeeltelijk toegewezen en de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 maanden, waarvan 5 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar.
De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het is begaan, en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De rechtbank oordeelde dat de verdachte een essentiële rol had gespeeld in de drugssmokkel en dat zijn handelen bijdroeg aan het illegale circuit van invoer en distributie van verdovende middelen. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van andere ten laste gelegde feiten, omdat deze niet bewezen konden worden.