ECLI:NL:RBLEE:2011:BP1860
Rechtbank Leeuwarden
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Invoer van hasjiesj via zeiljachten op de Waddenzee
Op 20 januari 2011 heeft de Rechtbank Leeuwarden uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij de invoer van hasjiesj. De verdachte, geboren in 1987, werd bijgestaan door advocaat mr. E.C. van Nielen. De tenlastelegging betrof het opzettelijk binnenbrengen van grote hoeveelheden hasjiesj in Nederland, gepleegd in de periode van 1 mei 2010 tot en met 19 mei 2010. De rechtbank heeft geconstateerd dat de verdachte samen met medeverdachten op een zeiljacht heeft gevaren en betrokken was bij het overladen van pakketten met hasjiesj van het ene schip naar het andere. De verdachte verklaarde aanvankelijk dat zij dacht mee te gaan op een zeilreisje, maar later bleek dat zij betrokken was bij drugssmokkel. De rechtbank oordeelde dat er sprake was van medeplegen, omdat de verdachte actief heeft bijgedragen aan de invoer van de verdovende middelen. De rechtbank verwierp het verweer van psychische overmacht, omdat er geen bewijs was dat de verdachte onder druk stond om mee te werken aan de smokkel. De rechtbank achtte de verdachte strafbaar en legde een gevangenisstraf op gelijk aan de duur van het voorarrest, een werkstraf van 120 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden met een proeftijd van 2 jaar. De uitspraak is gedaan in het kader van de Opiumwet, waarbij de verdachte werd veroordeeld voor het opzettelijk handelen in strijd met de wet.