ECLI:NL:RBLEE:2011:BP1853
Rechtbank Leeuwarden
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Smokkel van grote hoeveelheden hasjiesj met zeiljachten vanuit Marokko naar Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Leeuwarden op 20 januari 2011 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het opzettelijk binnenbrengen van grote hoeveelheden hasjiesj in Nederland. De verdachte, bijgestaan door mr. W. Boonstra, werd beschuldigd van het vervoeren en aanwezig hebben van respectievelijk 3030 kilogram en 3214 kilogram hasjiesj, een middel als bedoeld in de Opiumwet. De tenlastelegging betrof een periode van 2010, waarin de verdachte samen met medeverdachten betrokken was bij de smokkeloperatie. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte twee zeiljachten had gehuurd, die gefinancierd waren met geld van derden, en dat hij op de hoogte was van de smokkelactiviteiten. Tijdens de zittingen werd duidelijk dat de verdachte en zijn medeverdachten op 15 mei 2010 op de Noordzee contact hadden gemaakt tussen de jachten voor het overladen van de hasjiesj. De rechtbank oordeelde dat de verdachte willens en wetens de aanmerkelijke kans had aanvaard dat er verdovende middelen aan boord waren. De rechtbank achtte de verdachte strafbaar en legde een gevangenisstraf op van 15 maanden, waarvan 5 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar. Tevens werd de teruggave gelast van een inbeslaggenomen personenauto, een Audi A3, aan de verdachte. De rechtbank hield rekening met de rol van de verdachte in de smokkel en het feit dat hij niet eerder in aanraking was gekomen met justitie.