ECLI:NL:RBLEE:2011:BO9609

Rechtbank Leeuwarden

Datum uitspraak
3 januari 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
17/982004-10 VON
Instantie
Rechtbank Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorhanden hebben van professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik

In deze zaak heeft de Rechtbank Leeuwarden op 3 januari 2011 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 4 november 2010 professioneel vuurwerk voorhanden had, bestemd voor particulier gebruik. De verdachte, bijgestaan door mr. E. Albayrak, werd beschuldigd van het in bezit hebben van een aanzienlijke hoeveelheid illegaal vuurwerk, waaronder 1950 mortierbommen, 5 flowerbeds, 143 Chinese rollen, 7680 nitraatknallers, 10.320 stuks knalvuurwerk en 7200 strijkers. De rechtbank heeft geconstateerd dat het vuurwerk niet voldeed aan de eisen van het Vuurwerkbesluit, aangezien het niet was voorzien van de benodigde aanduidingen en gebruiksaanwijzingen. De officier van justitie vorderde een gevangenisstraf van dertig maanden en onttrekking aan het verkeer van het in beslag genomen vuurwerk. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan het voorhanden hebben van professioneel vuurwerk, wat in strijd is met de wet. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van dertig maanden, met aftrek van de tijd die hij in voorarrest heeft doorgebracht, en heeft het in beslag genomen vuurwerk onttrokken aan het verkeer. De rechtbank heeft daarbij rekening gehouden met de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het is begaan, en de eerdere veroordelingen van de verdachte met betrekking tot illegaal vuurwerk.

Uitspraak

RECHTBANK LEEUWARDEN
Sector straf
parketnummer 17/982004-10 VON
vonnis van de meervoudige economische kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 3 januari 2011 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te [adres]
De rechtbank heeft gelet op het ter terechtzitting gehouden onderzoek van 20 december 2010.
De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. E. Albayrak, advocaat te Leeuwarden.
Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 4 november 2010, op een of meerdere locaties in de
gemeente Leeuwarden, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of
meer anderen, althans alleen, al dan niet opzettelijk, professioneel vuurwerk
bestemd voor particulier gebruik, te weten:
- enkelschotsbuizen, te weten 1950 mortierbommen (TXB-546), althans een aantal
mortierbommen (TXB-546) en/of
- combinaties van fonteinen, mijnen, Romeinse kaarsen en enkelschotsbuizen,
te weten 5 flowerbeds (UMC-100), althans een aantal flowerbeds (UMC-100)
en/of
- knalvuurwerk en/of knalstrengen, te weten 143 Chinese rollen (T-809),
althans een aantal Chinese rollen (T-809) en/of
- knalvuurwerk en/of knalstrengen, te weten 7680 nitraatknallers (TXP 847),
althans een aantal nitraatknallers (TXP 847) en/of
- knalvuurwerk en/of knalstrengen, te weten 10.320 stuks, merk Achtung
(TXP-001), althans een aantal stuks, merk Achtung en/of
- knalvuurwerk en/of knalstrengen, te weten 7200 strijkers (K0207), althans
een aantal strijkers (K0207);
voorhanden heeft gehad;
Subsidiair zo het vorenstaande niet mocht leiden tot schuldigverklaring van en
strafoplegging aan verdachte
hij op of omstreeks 4 november 2010, op één of meer locaties in de gemeente
Leeuwarden, althans in Nederland, al dan niet opzettelijk, als een ander dan
een persoon met gespecialiseerde kennis professioneel vuurwerk, te weten:
- enkelschotsbuizen, te weten 1950 mortierbommen (TXB-546), althans een aantal
mortierbommen (TXB-546) en/of
- combinaties van fonteinen, mijnen, Romeinse kaarsen en enkelschotsbuizen,
te weten 5 flowerbeds (UMC-100), althans een aantal flowerbeds (UMC-100)
en/of
- knalvuurwerk en/of knalstrengen, te weten 143 Chinese rollen (T-809),
althans een aantal Chinese rollen (T-809) en/of
- knalvuurwerk en/of knalstrengen, te weten 7680 nitraatknallers (TXP 847),
althans een aantal nitraatknallers (TXP 847) en/of
- knalvuurwerk en/of knalstrengen, te weten 10.320 stuks, merk Achtung
(TXP-001), althans een aantal stuks, merk Achtung en/of
- knalvuurwerk en/of knalstrengen, te weten 7200 strijkers (K0207), althans
een aantal strijkers (K0207);
voorhanden heeft gehad.
In de tenlastelegging voorkomende schrijffouten of kennelijke misslagen worden verbeterd gelezen. De verdachte is hierdoor niet in zijn belangen geschaad.
Vordering officier van justitie
De officier van justitie heeft ter terechtzitting gevorderd:
- veroordeling voor het primair ten laste gelegde;
- oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van dertig maanden, zulks met aftrek van de tijd die door verdachte in voorarrest is doorgebracht;
- onttrekking aan het verkeer van het in beslag genomen vuurwerk.
Bewijsoverweging
Het onder verdachte in beslag genomen vuurwerk is professioneel vuurwerk in de zin van het Vuurwerkbesluit. Op basis van de verklaring van verdachte en de uiterlijke kenmerken van het in beslag genomen vuurwerk kan immers worden geconcludeerd dat het hier ging om professioneel vuurwerk. De rapportages van de deskundige van het NFI en de verbalisant van het Regionaal Milieuteam van de regiopolitie Drenthe ondersteunen die conclusie. Op grond van artikel 1.2.2. lid 1 van het Vuurwerkbesluit is het verboden om professioneel vuurwerk voorhanden te hebben, indien dit vuurwerk is bestemd voor particulier gebruik. Op grond van het vijfde lid van dit artikel is in ieder geval sprake van bestemd voor particulier gebruik indien het vuurwerk te koop wordt aangeboden of ter beschikking wordt gesteld aan een particulier (lid 5 sub b), dan wel dat het voorhanden wordt gehouden met het oogmerk om het aan particulieren ter beschikking te stellen (lid 5 sub e). Uit de stukken en uit de verklaringen van verdachte bij de politie en ter zitting blijkt dat het bij hem aangetroffen vuurwerk inderdaad voorhanden werd gehouden met dat oogmerk en ook dat vuurwerk dat tot dezelfde partij behoorde aan particulieren is verkocht, waarbij tussenhandelaren door de rechtbank ook worden beschouwd als "particulieren" in de zin van het Vuurwerkbesluit.
Beoordeling van het bewijs
De rechtbank past met betrekking tot het primair ten laste gelegde de hierna te noemen bewijsmiddelen1 toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder weergegeven.
1. de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 20 december 2010, onder meer inhoudende:
Op 4 november 2010 heb ik in een loods aan het [adres] in de gemeente Leeuwarden opzettelijk vuurwerk voorhanden gehad. Dit betrof 1950 mortierbommen (TXB-546), 5 flowerbeds (UMC-100), knalvuurwerk, te weten 143 Chinese rollen (T-809), knalvuurwerk, te weten 7680 nitraatknallers (TXP 847), knalvuurwerk, te weten 10.320 stuks, merk Achtung (TXP-001), knalvuurwerk, te weten 7200 strijkers (K0207). Dit vuurwerk lag in een loods. Ook het door de politie op 4 november 2010 aangetroffen en in beslag genomen vuurwerk in een bestelauto van het merk Renault, type Master, kenteken [kentekennummer], en een bestelauto, merk Volkswagen, type LT, kenteken [kentekennummer], was afkomstig van de partij vuurwerk die ik voorhanden had. Ik wist dat dit niet-toegestaan vuurwerk was. Ik ben niet een persoon die professioneel vuurwerk voorhanden mag hebben.
2. het in wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal kennisgeving van inbeslagneming, met bijlage2, waaruit -zakelijk weergegeven- onder meer blijkt dat er op 4 november 2010 te [plaats] in de gemeente Leeuwarden in totaal 324 dozen met daarin verschillende soorten vuurwerk tot een totaalgewicht van 5.195 kilogram in beslag zijn genomen.
3. het in wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van inbeslagneming, met bijlage3,
waaruit -zakelijk weergegeven- onder meer blijkt dat er op 5 november 2010 (de rechtbank leest: 4 november 2010) te Leeuwarden in totaal een hoeveelheid vuurwerk tot een totaalgewicht van 772,4 kilogram in beslag is genomen.
4. het in wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van inbeslagneming, met bijlage4, waaruit -zakelijk weergegeven- onder meer blijkt dat er op 4 november 2010 te Leeuwarden in totaal een hoeveelheid vuurwerk tot een totaalgewicht van 239,5 kilogram in beslag is genomen.
5. het in wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van onderzoek aan in beslag genomen vuurwerk, met bijlagen5 hetwelk -zakelijk weergegeven- onder meer inhoudt:
Op 5 november is door mij, [naam], hoofdagent van regio politie Drenthe, tijdelijk werkzaam bij het Regionaal Milieuteam, in totaal 6311 kilogram vuurwerk op uiterlijke kenmerken onderzocht.
Het vuurwerk is op 4 november 2010 aangetroffen in de loods aan het [adres]
Mortierbom (Vuurwerkbom)
Uit eigen waarneming blijkt het volgende:
Soort: Mortierbom
Aantal stuks: 1950 stuks
Artikel nr: TXB-546
ADR-aanduiding: 1.4G
Onderzoek verbalisant
Ik heb het in beslag genomen vuurwerk onderzocht. Ik zag dat de mortier niet was voorzien van de aanduiding "geschikt voor particulier gebruik" als bedoeld in artikel 2.1.3 lid 1 onder a van het Vuurwerkbesluit. Ik zag dat de mortier niet was voorzien van een Nederlandse gebruiksaanwijzing als bedoeld in artikel 2.1.3 lid 1 onder e en lid 4 van het Vuurwerkbesluit. Ik zag dat mortier niet was voorzien van een CE-markering als bedoeld in artikel 11 van de EG-richtlijn pyrotechnische artikelen, gelet op artikel 1a4.1. lid 1 van het Vuurwerkbesluit. Ik zag dat de mortier niet was ingedeeld in een categorie als bedoeld in artikel 2.1.3. lid 1 onder h van het Vuurwerkbesluit, gelet op artikel 1a1.3 lid 3 van het Vuurwerkbesluit. Na uiterlijke waarneming is mij niet gebleken dat dit vuurwerkartikel niet voldoet aan het Vuurwerkbesluit. Ik zag dat de mortier herlaadbaar vuurwerk zoals bedoeld in artikel 2 lid 4 van de Regeling aanwijzing consumenten- en theatervuurwerk is en om deze reden geen toegestaan consumentenvuurwerk jo artikel 1.2.2 lid 4 van het Vuurwerkbesluit.
Conclusie verbalisant
Aan de hand van de uiterlijke kenmerken van het vuurwerk stelde ik vast dat dit niet voldeed aan het Vuurwerkbesluit.
Flowerbed (Batterij)
Uit eigen waarneming blijkt het volgende:
Soort: Flowerbed
Aantal stuks: 5
Artikel nr: UMC-100
ADR-aanduiding: 1.3G
Onderzoek verbalisant
Ik heb het in beslag genomen vuurwerk onderzocht. Ik zag dat het flowerbed niet was voorzien van de aanduiding "geschikt voor particulier gebruik" als bedoeld in artikel 2.1.3 lid 1 onder a van het Vuurwerkbesluit. Ik zag dat het flowerbed niet was voorzien van een Nederlandse gebruiksaanwijzing als bedoeld in artikel 2.1.3. lid 1 onder e en lid 4 van het Vuurwerkbesluit. Ik zag dat het flowerbed niet was voorzien van een CE-markering als bedoeld in artikel 11 van de EG-richtlijn pyrotechnische artikelen, gelet op artikel 1a.4.1. lid 1 van het Vuurwerkbesluit.
Ik zag dat het flowerbed niet was ingedeeld in een categorie als bedoeld in artikel 2.1.3 lid 1 onder h van het Vuurwerkbesluit, gelet op artikel 1a1.3 lid 3 van het Vuurwerkbesluit.
Conclusie verbalisant
Aan de hand van de uiterlijke kenmerken van het vuurwerk stelde ik vast dat dit niet voldeed aan het Vuurwerkbesluit.
Chinese rol (Firecracker)
Uit eigen waarneming blijkt het volgende:
Soort: Chinese rol (Firecracker)
Aantal stuks: 143
Artikel nr: T-809
ADR-aanduiding: 1.4G
Onderzoek verbalisant
Ik heb het in beslag genomen vuurwerk onderzocht. Ik zag dat de Chinese rol niet was voorzien van de aanduiding "geschikt voor particulier gebruik" als bedoeld in artikel 2.1.3 lid 1 onder a van het Vuurwerkbesluit. Ik zag dat de Chinese rol niet was voorzien van een Nederlandse gebruiksaanwijzing als bedoeld in artikel 2.1.3. lid 1 onder e en lid 4 van het Vuurwerkbesluit. Ik zag dat de Chinese rol niet was voorzien van een CE-markering als bedoeld in artikel 11 van de EG-richtlijn pyrotechnische artikelen, gelet op artikel 1a.4.1. lid 1 van het Vuurwerkbesluit. Ik zag dat de Chinese rol niet was ingedeeld in een categorie als bedoeld in artikel 2.1.3 lid 1 onder h van het Vuurwerkbesluit, gelet op artikel 1a1.3 lid 3 van het Vuurwerkbesluit.
Knalvuurwerk met lont (Bangers)
Uit eigen waarneming/onderzoek blijkt het volgende:
Soort: Nitraatknaller
Aantal stuks: 7680
Artikel nr: TXP-847
ADR-aanduiding: 1.4G
Onderzoek verbalisant
Ik heb het in beslag genomen vuurwerk onderzocht. Ik zag dat het professioneel vuurwerk conform artikel 3.1.1 van het Vuurwerkbesluit niet was voorzien van:
a. de aanduiding: "Niet geschikt voor particulier gebruik";
b. een vermelding of afbeelding van de soort van het vuurwerk waaruit duidelijk blijkt wat de te verwachten effecten tijdens het functioneren zijn;
c. de naam, de handelsnaam of het handelsmerk en de naam en de plaats van vestiging van de fabrikant;
d. indien de fabrikant niet is gevestigd in de Europese Gemeenschap: de naam, de handelsnaam of het handelsmerk en de naam en de plaats van vestiging van de importeur;
e. indien de importeur niet in Nederland is gevestigd: de naam, de handelsnaam of het handelsmerk en de naam en de plaats van vestiging van de distributeur;
f. de naam en het type van het artikel, het door de fabrikant bij de vervaardiging toegekende artikelnummer dat dient ter identificatie van het vuurwerk en het productiejaar van het vuurwerk;
g. de categorie, bedoeld in artikel 1a1.3., waartoe het professionele vuurwerk behoort;
h. de NEM;
i. een gebruiksaanwijzing met zodanige aanwijzingen en waarschuwingen dat bij het dienovereenkomstig handelen geen letsel of schade bij de gebruiker en omstanders ontstaan.
Na uiterlijke waarnemingen is mij gebleken dat dit vuurwerkartikel niet voldoet aan het
Vuurwerkbesluit.
Opmerking verbalisant
Op grond van de uiterlijke kenmerken merk ik op dat dit vuurwerk niet voldoet aan de
RNEV2004. Daarom vallen deze artikelen niet onder de overgangsregeling.
Knalvuurwerk met lont
Uit eigen waarneming/onderzoek blijkt het volgende:
Soort: Achtung
Aantal items: 10.320
Artikel nr: TXP-001
ADR-aanduiding: 1.3G
Onderzoek verbalisant
Ik heb het in beslag genomen vuurwerk onderzocht
Ik zag dat het knalvuurwerk met lont niet was voorzien van de aanduiding: "geschikt voor particulier gebruik" als bedoeld in artikel 2.1.3. lid 1 onder a van het Vuurwerkbesluit. Ik zag dat het knalvuurwerk met lont niet was voorzien van een Nederlandse gebruiksaanwijzing als bedoeld in artikel 2.1.3 lid 1 onder e en lid 4 van het Vuurwerkbesluit. Ik zag dat het knalvuurwerk met lont niet was voorzien van een CE-markering als bedoeld in artikel 11 van de EG-richtlijn pyrotechnische artikelen, gelet op artikel 1a.4.1. lid 1 van het Vuurwerkbesluit. Ik zag dat het knalvuurwerk met lont niet was ingedeeld in een categorie als bedoeld in artikel 2.1.3 lid 1 onder h van het Vuurwerkbesluit, gelet op artikel 1a1.3 lid 3 van het Vuurwerkbesluit. Na uiterlijke waarneming is mij niet gebleken dat dit vuurwerkartikel voldoet aan het Vuurwerkbesluit.
Conclusie verbalisant
Aan de hand van de uiterlijke kenmerken stelde ik vast dat dit niet voldeed aan het Vuurwerkbesluit. Tevens voldeed het aan de hand van de uiterlijke kenmerken niet aan de RNEV 2004. Derhalve is de overgangsbepaling niet van toepassing.
Strijker (Banger)
Uit eigen waarneming/onderzoek blijkt het volgende:
Soort: Strijker (banger)
Aantal stuks: 7200
Artikel nr: K0207
ADR-aanduiding: 1.4G
Algemene omschrijving vuurwerk
Een strijker is knalvuurwerk dat is voorzien van een wrijvingsontsteker.
Onderzoek verbalisant
Ik heb het in beslag genomen vuurwerk onderzocht. Ik zag dat het knalvuurwerk niet was voorzien van de aanduiding: "geschikt voor particulier gebruik" als bedoeld in artikel 2.1.3. lid 1 onder a van het Vuurwerkbesluit. Ik zag dat het knalvuurwerk niet was voorzien van een Nederlandse gebruiksaanwijzing als bedoeld in artikel 2.1.3 lid 1 onder e en lid 4 van het Vuurwerkbesluit. Ik zag dat het knalvuurwerk niet was voorzien van een CE-markering als bedoeld in artikel 11 van de EG-richtlijn pyrotechnische artikelen, gelet op artikel 1a.4.1. lid 1 van het Vuurwerkbesluit. Ik zag dat het knalvuurwerk niet was ingedeeld in een categorie als bedoeld in artikel 2.1.3 lid 1 onder h van het Vuurwerkbesluit, gelet op artikel 1a1.3 lid 3 van het Vuurwerkbesluit. Na uiterlijke waarneming is mij niet gebleken dat dit vuurwerkartikel voldoet aan het Vuurwerkbesluit.
NFI-verklaring
Dit type knalvuurwerk is onderzocht door het NFI. Zie deskundigenverklaring "Strijkers" van het NFI, versie 4 2008.
Opmerking verbalisant
Ik zag dat de strijker in strijd met artikel 2 lid 3 van de Regeling aanwijzing consumenten- en theatervuurwerk was voorzien van een wrijvingsontsteker.
Conclusie verbalisant
Aan de hand van de uiterlijke kenmerken van het vuurwerk stelde ik vast dat dit niet voldeed aan het Vuurwerkbesluit.
6. een schriftelijk stuk, te weten het rapport van het Nederlands Forensisch Instituut6, opgemaakt door Ing. [naam], NFI-deskundige Explosies en Explosieven, hetwelk -zakelijk weergegeven- onder meer inhoudt:
1. Ontvangen materiaal
Ontvangen van Politie Fryslân d.d. 24 november 2010
Overzicht onderzoeksmateriaal
Referentie NFI Omschrijving politie
1.002 Artillery shells TXB-546 (mortier)
1.003 Jumbo Bomb TXP-001 (knallers)
1.004 POW TXP-847 (knallers)
6 Conclusie
Op grond van de onderzoeksresultaten wordt het volgende geconcludeerd:
1a. Het onderzoeksmateriaal [1.003 en 1.004] betreft vuurwerk dat niet voldoet aan de eisen die worden gesteld in artikel 9 lid 1 juncto bijlage III, en wel voldoet aan de eisen die worden gesteld in artikel 3, juncto bijlage II van de RNEV 2004.
Het onderzoeksmateriaal [1.002] betreft vuurwerk dat niet voldoet aan de eisen die worden gesteld in artikel 8 van de RNEV 2004.
1b. Het onderzoeksmateriaal [1.002 en 1.004] heeft de eigenschappen om als 1.4G geclassificeerd te worden volgens de Defaultlijst 2004.
2. Het onderzoeksmateriaal [1.002 t/m 1.004] betreft professioneel vuurwerk, zoals bedoeld in het huidige Vuurwerkbesluit.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht het primair ten laste gelegde bewezen, met dien verstande dat:
hij op 4 november 2010, in de gemeente Leeuwarden, opzettelijk professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik, te weten:
- enkelschotsbuizen, te weten 1950 mortierbommen (TXB-546), en
- combinaties van fonteinen, mijnen, Romeinse kaarsen en enkelschotsbuizen, te weten 5 flowerbeds (UMC-100), en
- knalvuurwerk, te weten 143 Chinese rollen (T-809), en
- knalvuurwerk, te weten 7680 nitraatknallers (TXP 847), en
- knalvuurwerk, te weten 10.320 stuks, merk Achtung (TXP-001), en
- knalvuurwerk, te weten 7200 strijkers (K0207),
voorhanden heeft gehad.
De verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op het misdrijf:
Primair: Overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 9.2.2.1. van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan.
Dit feit is strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.
Strafbaarheid van verdachte
De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.
Strafmotivering
De rechtbank neemt bij de bepaling van de hierna te vermelden strafsoort en strafmaat in aanmerking:
- de aard en de ernst van het gepleegde feit;
- de omstandigheden waaronder dit is begaan;
- de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken en deze naar voren komt uit het uittreksel uit het algemeen documentatieregister;
- de vordering van de officier van justitie;
- het pleidooi van de raadsman.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het voorhanden hebben van een zeer omvangrijke hoeveelheid professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik. Het gaat om 1950 mortierbommen, 5 flowerbeds, 143 Chinese rollen, 7680 nitraatknallers, 10.320 stuks knalvuurwerk en 7200 strijkers die verdachte in een door hem gehuurde loods had opgeslagen.
Buiten discussie staat dat de partij vuurwerk een handelsvoorraad betreft. Als de partij niet was onderschept, dan zou via verdachte een grote hoeveelheid, zwaar knalvuurwerk bij eindgebruikers terecht zijn gekomen, met alle gevaar en overlast van dien. Daarbij komt nog het gevaar voor de omwonenden van de loods. Verdachte, die in de maand december in legaal vuurwerk handelt, heeft op de zitting de gevaaraspecten gebagatelliseerd van illegaal vuurwerk. Naar het oordeel van de rechtbank miskent hij daarmee volledig zijn verantwoordelijkheid. Juist iemand die een vergunning heeft om in vuurwerk te handelen en zich verplicht heeft aan de bijbehorende veiligheidsvoorschriften te voldoen, zou beter moeten weten.
Overigens is verdachte eerder veroordeeld in verband met illegaal vuurwerk.
Gelet op de richtlijnen die de rechtbank als uitgangspunt hanteert voor het bezit van illegaal vuurwerk, de omvang van de hoeveelheid die verdachte voorhanden had en de overige omstandigheden van deze zaak, ziet de rechtbank geen aanleiding af te wijken van het strafvoorstel van de officier van justitie. De rechtbank zal verdachte dan ook veroordelen tot de hierna te noemen onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
In beslag genomen goederen
Het in beslag genomen vuurwerk zal worden onttrokken aan het verkeer, nu met betrekking tot deze goederen het primair bewezenverklaarde feit is begaan, terwijl het ongecontroleerde bezit hiervan in strijd is met de wet.
Toepassing van wetsartikelen
De rechtbank heeft gelet op artikel 36b en 36c van het Wetboek van Strafrecht, artikelen 1.2.2., 3.1.1. en 5.3.5. van het Vuurwerkbesluit, artikel 9.2.2.1. van de Wet milieubeheer en de artikelen 1a, 2 en 6 van de Wet op de economische delicten, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
DE UITSPRAAK VAN DE RECHTBANK LUIDT, RECHTDOENDE:
Verklaart het primair ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar in voege als voormeld en verdachte deswege strafbaar.
Veroordeelt verdachte te dier zake tot:
Een gevangenisstraf voor de duur van dertig maanden.
Beveelt, dat de tijd door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Verklaart onttrokken aan het verkeer het in beslag genomen vuurwerk.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezenverklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Brinksma, voorzitter, mr. M.R. de Vries en mr. J. van Bruggen, rechters, bijgestaan door L. Palstra, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 3 januari 2011.
1 De genoemde processen-verbaal zijn in de wettelijke vorm en door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren opgemaakt; de genoemde pagina's bevinden zich in het doorgenummerde proces-verbaal met dossiernummer 2010901-JUS-001, gesloten op 29 november 2010.
2 Het proces-verbaal Kennisgeving van inbeslagneming met bijlage, proces-verbaalnummer 201000901-IBN-002, opgemaakt op 9 november 2010, pagina's 270 tot en met 272
3 Het proces-verbaal Kennisgeving van inbeslagneming met bijlage, proces-verbaalnummer 2010111265-30, opgemaakt op 18 november 2010, pagina's 264 tot en met 266
4 Het proces-verbaal Kennisgeving van inbeslagneming met bijlage, proces-verbaalnummer 201000901-IBN-003, opgemaakt op 4 november 2010, pagina's 273 tot en met 275
5 Het proces-verbaal van onderzoek aan in beslag genomen vuurwerk, opgemaakt door het Regionaal Milieuteam van de Politie Drenthe, proces-verbaalnummer 201009001-AH-025, opgemaakt op 22 november 2010, pagina's 291 tot en met 333
6 Het rapport van het Nederlands Forensisch Instituut, zaaknummer 2010.11.25.065, opgemaakt d.d. 10 december 2010 door Ing. [naam], NFI-deskundige Explosies en Explosieven