Motivering
Feiten
Op grond van de stukken van het geding en het verhandelde ter zitting staat het volgende vast:
1.1 In 2003 heeft eiseres onderzoek doen verrichten naar de fiscale aspecten verbonden aan het stichten, verkopen en beheren van de nieuw te bouwen multifunctionele accommodatie (het gebouw) te [vestigingsplaats]. Blijkens de besluitenlijst van de op 6 mei 2003 gehouden achtste stuurgroepvergadering over het gebouw, aan welke vergadering onder meer werd deelgenomen door de burgemeester, drie van de wethouders en de gemeentesecretaris van eiseres, is het volgende aan de orde gekomen:
"Ten aanzien van de vraag of de gemeente Ooststellingwerf met het eventueel gebruik maken van een fiscale constructie, de opvatting van de minister ten aanzien van dergelijke constructies naast zich neer wenst te leggen, wordt gesteld dat het niet gaat om het ontduiken van de wet, maar wel om gebruik te maken van de mazen in de regelgeving. Benadrukt wordt dat de gemeenteraad het initiatief daartoe heeft genomen, en de mogelijkheden onderzocht wil zien. De aandacht wordt ook gevestigd op de handelwijze van andere overheidsorganen zoals de provincie. Bovendien wordt geconstateerd dat het rijk de gemeente ook wel weet te vinden als het om de financiën. De vraag blijft evenwel hoe kansvol een eventueel onderzoek zal zijn. De beschouwingen leiden tot de constatering dat er feitelijk 2 fasen zijn te onderscheiden. Allereerst moet de beheerconstructie worden ontwikkeld, en aansluitend moet de fiscaliteit worden geregeld. Dat leidt tot de benadering om een knip aan te brengen, dat wil zeggen als eerste fase aansturen op een aanbieding voor het ontwikkelen van een optimaal haalbare constructie voor beheer en exploitatie. Daarnaast is als eventuele tweede fase te onderscheiden de ontwikkeling van de fiscale constructie. In dat verband heeft [advieskantoor] aangeboden bereid te zijn een nadere presentatie te verzorgen voor de stuurgroep, en deel te nemen aan een discussie waarbij sturend naar besluitvorming wordt toegewerkt. Dat besluit moet dan uitsluitsel geven in het wel of niet laten ontwikkelen van een fiscaal model, en eventueel welk fiscaal model. Aansluitend moet een daarop gerichte aanbieding worden uitgebracht. Deze tweede fase zou plaats moeten kunnen vinden naast de ontwikkeling van de eerste fase, en zou daar vervolgens op moeten kunnen worden aangesloten. Wanneer nader contact met [advieskantoor] hieromtrent leidt tot de conclusie dat deze benadering een goed begaanbare weg is, en leidt tot een passende aanbieding voor de ontwikkeling van de constructie voor eigendom, beheer en exploitatie, dan kan als zodanig de opdracht worden verstrekt.
Voorzover er oriënterend opmerkingen worden gemaakt omtrent de beheerconstructie, wordt geconstateerd dat er reeds een voornemen is uitgesproken ten aanzien van de verzelfstandiging van het voortgezet onderwijs, zij het dat toen nog sprake was van een volledig zelfstandige huisvestingsituatie. Sindsdien leidt de ontwikkeling de ontwikkeling van een multifunctionele accommodatie tot een aanzienlijk complexer beeld. Als een mogelijke optie wordt genoemd een situatie met 2 stichtingen, een stichting voor het Voortgezet onderwijs en een beheerstichting. Voor de beheerstichting wordt dan gedacht aan deelname door de 3 participanten, de gemeente, en een derde patij gericht op het gebruik van de aula voor de gemeenschap. Als optie wordt ook genoemd een mogelijke exploitant voor de aula. Hoe dit verder ook zij, het wachten is op het onderzoek naar de mogelijkheden, met als resultaat een voorstel voor het optimaal haalbare."
1.2 In 2003 is door en in opdracht van de gemeente de bouw van het gebouw te [vestigingsplaats] gestart. In het gebouw worden een school, een bibliotheek en een centrum voor de kunsten gehuisvest. Gedurende de bouw heeft eiseres het in aanbouw zijnde gebouw en de ondergrond verkocht en geleverd aan de daartoe opgerichte rechtspersoon: "[beheerstichting]" (beheerstichting). De verkoop en levering hebben plaatsgevonden op 22 december 2005. De overeengekomen koopprijs die de beheerstichting heeft betaald bedroeg € 500.000 inclusief btw (€ 420.168,07 exclusief btw). De beheerstichting heeft met eiseres eveneens op 22 december 2005 een overeenkomst gesloten waarbij aan eiseres opdracht is gegeven om tegen betaling van een bedrag van € 500.000 inclusief btw de afbouw van het gebouw te (laten) verzorgen. Eveneens op 22 december 2005 is tussen eiseres, de [stichting A], de [stichting B] en de [stichting C] een raamovereenkomst gesloten betreffende de toekomstige verhuur van de het gebouw door de beheerstichting aan deze gebruikers. Op 20 december 2006 is de
huurovereenkomst tussen de beheerstichting en de [stichting A] ondertekend. Op 13 december 2006 zijn de respectievelijke huurovereenkomsten tussen de beheerstichting en de beide andere genoemde huurders betreffende de (ver)huur van (delen van) het gebouw getekend.
1.3 De beheerstichting is op 14 december 2005 opgericht. Het stichtingsbestuur bestaat uit vijf leden. Eén lid wordt door het bestuur benoemd op voordracht van eiseres, één lid op voordracht van de [stichting A], één lid op voordracht van de [stichting B], één lid op voordracht van de [stichting C] en één lid op de gezamenlijke voordracht van de aldus benoemde bestuursleden. Het laatstbedoelde lid zal de positie van voorzitter bekleden.
1.4 De beheerstichting is op 19 december 2005 een overeenkomst van geldlening aangegaan bij de [bank] voor een bedrag van 1 miljoen euro.
Eiseres heeft zich ten opzichte van deze bank borggesteld voor deze lening bij akte van 20 december 2005.
1.5 Ter uitvoering van de onder 1.2 vermelde rechtshandelingen zijn op 22 december 2005 de volgende overeenkomsten gesloten:
1.5.1 De koop-/verkoop overeenkomst, gesloten tussen eiseres en de beheerstichting, waarin onder meer is opgenomen:
"De Gemeente verklaart aan de Stichting te hebben verkocht, gelijk de Stichting verklaart van de Gemeente te hebben gekocht het Gebouw."
In artikel 9 van deze overeenkomst is onder de benaming "verkoopregulerend beding" het volgende gesteld:
"1. Partijen verklaren, dat de Gemeente zich het recht van wederinkoop van het Gebouw heeft voorbehouden voor onbepaalde tijd, met ingang van de dag waarop deze koopovereenkomst tussen Partijen is gesloten.
2. De Gemeente zal en mag uitsluitend van het recht van wederinkoop gebruik maken wanneer zich daartoe een, naar mening van de Gemeente, gegronde reden voordoet.
3. Indien de Gemeente van het recht van wederinkoop wenst gebruik te maken, zal zij bij deurwaardersexploot aan de Stichting verklaren, dat zij zich op haar recht van wederinkoop beroept, inhoudende dat zij an haar recht van wederinkoop gebruik maakt en dat zij bereid is tot terugbetaling van de bovengemelde koopsom, tegelijk met de feitelijke levering van het Gebouw door de Stichting. De door de Gemeente te betalen vergoeding aan de Stichting is dus gelijk aan het bedrag genoemd in artikel 2 lid 1 vermeerderd met de kosten ter zake van de afbouw, alsmede vermeerderd met eventueel door de Stichting ter zake betaalde Overdrachtsbelasting. De Stichting gaat hiermee, blijkens ondertekening dezes. uitdrukkelijk akkoord.
4. Het uitgebracht worden van de in lid 3 genoemde verklaring is de vervulling van de ontbindende voorwaarde, waaronder deze overeenkomst van verkoop en koop is aangegaan, zodat door het enkel uitbrengen van die verklaring de goederenrechteljke overeenkomst zal zijn ontbonden, zodat, met inachtneming van het bepaalde in lid 5, ook de eigendom van het Gebouw drie maanden of zoveel meer of minder als Partijen overeenkomen na het uitbrengen van voormeld exploit weer op de Gemeente zal zijn overgegaan met alle gevolgen van dien.
5. De Gemeente is gerechtigd om door het laten doen van inschrijving van het in lid 3 bedoelde deurwaardersexploot en de door de Stichting afgegeven kwijting betreffende de terugbetaling van de koopsom in de daartoe bestemde openbare onroerend-goed-registers, de onroerende zaken weer te harer name te doen stellen. Voorzover nodig verleent de Stichting hierbij aan de Gemeente een onherroepelijke volmacht om alle feitelijke en rechtshandelingen te verrichten die nodig zijn om de eigendomsoverdracht te bewerkstelligen.
6. De Stichting is verplicht het Gebouw tot het moment dat de Gemeente gebruik maakt van haar recht van wederinkoop voor haar rekening tegen brand- en andere schaden (all risk) te verzekeren en verzekerd te houden bij een solide verzekeringsmaatschappij. De kosten die gepaard gaan met het verzekeren, kan de Stichting bij de Gemeente declareren. De Stichting zal de door haar ter zake ontvangen offertes, met vermelding van de offerte van haar voorkeur, ter goedkeuring voorleggen aan de Gemeente. De Gemeente behoeft alleen te
voldoen aan een declaratieverzoek van de Stichting wanneer de desbetreffende verzekering is afgesloten op basis van een door haar goedgekeurde offerte. Assurantiepenningen, die door de Stichting worden ontvangen wegens aan het Gebouw geleden schade of die aan haar nog mochten verschuldigd zijn, zullen, indien en voorzover deze niet worden aangewend tot bestrijding van de kosten van herstel der schade, door de Gemeente kunnen worden in mindering gebracht op de door deze te betalen koopsom of, indien de koopsom reeds betaald is, kunnen worden teruggevorderd van de Stichting.
7. De Stichting is verplicht, tot het moment dat de Gemeente gebruik maakt van haar recht van wederinkoop, de voormelde zaken in goede staat te onderhouden; zij zal tot het moment dat de Gemeente gebruik maakt van haar recht van wederinkoop de zaken niet van aard of bestemming mogen veranderen zonder vooraf verkregen schriftelijke toestemming van de Gemeente.
8. De Gemeente zal, met of zonder een of meer deskundigen, tot het moment dat de Gemeente van haar recht van wederinkoop gebruik maakt, het recht hebben het Gebouw te betreden tijdens de reguliere openingstijden, ten einde te controleren of door de Stichting aan deze verplichtingen wordt voldaan.
9. Tot het moment dat de Gemeente gebruik maakt van haar recht van wederinkoop. zal:
a) de Stichting niet anders dan met vooraf verkregen schriftelijke toestemming van de Gemeente het Gebouw geheel of ten dele aan derden in eigendom mogen overdragen of daarop enig beperkt of zakelijk genotsrecht of een kwalitatieve verbintenis of lijdende erfdienstbaarheid mogen verlenen, of de goederen mogen verhuren of verpachten of onder welke titel ook in gebruik mogen afstaan;
b) geen vooruitbetaling van huurpenningen of pachtpenningen mogen worden bedongen of aangenomen en geen cessie van toekomstige huur- of pachtpenningen mogen plaatshebben, voorzover deze zich uitstrekt over de periode na vervulling van gemelde ontbindende voorwaarde.
10. De Stichting zal verplicht zijn het Gebouw binnen drie maanden na de dagtekening van het in lid 2 vermelde deurwaardersexploot ter beschikking van de Gemeente te stellen. Tot de dag van terbeschikkingstelling zullen de onroerende zaak-, grond- en alle andere zakelijke belastingen en lasten voor rekening van de Stichting blijven, waarvan de nodige verrekeningen tussen Partijen alsdan zullen plaats hebben.
11. De kosten, verbonden aan de uitoefening van het recht van wederinkoop en aan de gevolgen daarvan, zullen voor rekening van de Gemeente zijn.
12. Bij overtreding of niet-nakoming door de Stichting van enige bepaling der onderhavige overeenkomst, zal de Gemeente gerechtigd zijn van haar een onmiddellijk opvorderbare boete te vorderen voor iedere overtreding of niet-nakoming, met bevoegdheid van de Gemeente de eventueel meer geleden schade van de Stichting te vorderen en om desgewenst tegelijk boete en nakoming van de hoofdverbintenis te verlangen. De Stichting zal in gebreke zijn door het enkele feit van de overtreding of niet-nakoming en door het enkel verloop van een bepaalde termijn, zonder dat een ingebrekestelling of aanmaning nodig zal zijn. De boete
wordt door Partijen vastgesteld op de feitelijke onderhandse verkoopwaarde van het Gebouw direct vóór de overtreding of niet-nakoming, met een minimum van de door de Gemeente gedragen investeringslasten voor de bouw in de ruimste zin van het woord. Het bedrag zal door een door de Gemeente aan te wijzen onafhankelijke deskundige worden vastgesteld.
13. De Stichting verplicht zich om bij enige overdracht onder bijzondere titel van het Gebouw aan derden de ontbindende voorwaarde op te nemen van inroeping door de Gemeente van de in dit artikel bedoelde rechten — één en ander onder de bepalingen en bedingen als bedoeld in lid 3 tot en met 12 van dit artikel — en deze rechtsverkrijgende(n) te verplichten om deze voorwaarde, bepalingen en bedingen wederom op te leggen aan hun rechtsverkrijgende(n) bij elke volgende overdracht onder bijzondere titel. Het bepaalde in lid 12 is van overeenkomstige toepassing."
1.5.2 Een raamovereenkomst tussen eiseres, [stichting A], [stichting B] en [stichting C], waarbij betrokkenen het volgende in aanmerking hebben genomen (de drie vermelde stichtingen worden gezamenlijk als "Gebruikers" aangeduid):
"a) De Gemeente realiseert te [vestigingsplaats] ([provincie]) op eigen grond, nieuwbouw, bestemd om te worden gebruikt als multifunctioneel centrum, hierna te noemen: het Gebouw’.
b) De Gemeente zal het Gebouw tijdens de bouw verkopen en in juridische en economische eigendom verkopen en overdragen aan een alsdan opgerichte ‘Beheerstichting’. Het bestuur van de Beheerstichting bestaat uit door Partijen voorgedragen personen. Deze personen zitten uitdrukkelijk niet namens’ een Partij in het bestuur en stemmen zonder last of ruggespraak. Op deze wijze worden de Gebruikers indirect (via de Beheerstichting) mede verantwoordelijk voor het beheer, onderhoud, afbouw en gebruik van het Gebouw.
c) De Beheerstichting zal vervolgens (delen van) het Gebouw op basis van huur- en verhuur aan de Gebruikers ter beschikking stellen.
(…)"
Eiseres en de gebruikers komen, voor zover thans van belang, met elkaar overeen:
"De Gemeente verkoopt aan de Beheerstichting, gelijk de Beheerstichting van de Gemeente koopt het Gebouw, zijnde de in aanbouw zijnde onroerende zaak, gelegen te [vestigingsplaats] ([provincie]), kadastraal bekend [vestigingsplaats], Sectie A nrs. [nummers], voor een koopsom van € 500.000, - (zegge: vijfhonderdduizend euro) inclusief BTW, hierna te noemen: de Koopsom.
(…)
Na de oplevering zal de Beheerstichting (delen van) het Gebouw verhuren aan de
respectievelijke Gebruikers, zulks conform de later als Bijlage 5, Bijlage 6 en Bijlage 7 aan te hechten huurovereenkomsten."
1.5.3 Een afbouwovereenkomst, gesloten tussen eiseres en de beheerstichting, waarin is opgenomen dat de gehele voor het door eiseres verzorgen van de afbouw van het gebouw door de beheerstichting verschuldigde vergoeding € 500.000 inclusief btw bedraagt. Tevens staat in deze afbouwovereenkomst vermeld dat de door de beheerstichting benodigde financiering alswel de eventueel benodigde financiering omtrent eventueel verschuldigde overdrachtsbelasting door de [bank] aan de de beheerstichting uit hoofde van geldlening ter beschikking worden gesteld.
1.5.4 Een akte van levering van het gebouw met ondergrond waarin als artikel 8 onder de benaming "Verkoop-regulerend beding" het volgende is opgenomen:
"1. Partijen verklaren dat verkoper zich het recht van wederinkoop van het registergoed heeft voorbehouden voor onbepaalde tijd met ingang van de dag waarop de koopovereenkomst tussen partijen is gesloten.
2. Verkoper zal en mag uitsluitend van het recht van wederinkoop gebruik maken
wanneer zich daartoe een naar mening van de verkoper gegronde reden voordoet.
3. Indien de verkoper van het recht van wederinkoop wenst gebruik te maken, zal zij bij deurwaardersexploot aan koper verklaren dat zij zich op haar recht van wederinkoop beroept, inhoudende dat zij van haar recht van wederinkoop gebruik maakt en dat zij bereid is tot terugbetaling van de bovengemelde koopsom, tegelijk met de feitelijke levering van het registergoed door de koper. De door de verkoper te betalen vergoeding aan de koper is dus gelijk aan het bedrag genoemd in artikel 2 lid 1 vermeerderd met de kosten ter zake van de afbouw, alsmede vermeerderd met
eventueel door de koper ter zake betaalde overdrachtsbelasting.
4. Het uitgebracht worden van de in lid 3 genoemde verklaring is de vervulling van de ontbindende voorwaarde, waaronder deze overeenkomst van verkoop en koop is
aangegaan, zodat door het enkel uitbrengen van die verklaring de goederenrechtelijke overeenkomst zal zijn ontbonden, zodat, met inachtneming van het bepaalde in lid 5, ook de eigendom van het Gebouw drie maanden of zoveel meer of minder als partijen overeenkomen na het uitbrengen van voormeld exploit weer op de verkoper zal zijn overgegaan met alle gevolgen van dien.
5. De verkoper is gerechtigd om door het laten doen van inschrijving van het in lid 3
bedoelde deurwaardersexploot en de door de koper afgegeven kwijting betreffende de terugbetaling van de koopsom in de daartoe bestemde Openbare onroerend-goed-
registers, de onroerende zaken weer te harer name te doen stellen. Voorzover nodig
verleent de koper hierbij aan de verkoper een onherroepelijke volmacht om alle
feitelijke en rechtshandelingen te verrichten die nodig zijn om de
eigendomsoverdracht te bewerkstelligen.
6. De koper is verplicht het registergoed tot het moment dat de verkoper gebruik maakt van haar recht van wederinkoop voor haar rekening tegen brand- en andere schaden (all risk) te verzekeren en verzekerd te houden bij een solide
verzekeringsmaatschappij. De kosten die gepaard gaan met het verzekeren, kan de
koper bij de verkoper declareren. De koper zal de door haar ter zake ontvangen
offertes, met vermelding van de offerte van haar voorkeur, ter goedkeuring
voorleggen aan de verkoper. De verkoper behoeft alleen te voldoen aan een
declaratieverzoek van de koper wanneer de desbetreffende verzekering is afgesloten
op basis van een door haar goedgekeurde offerte. Assurantiepenningen, die door de
koper worden ontvangen wegens aan het registergoed geleden schade of die aan haar
nog mochten verschuldigd zijn, zullen, indien en voorzover deze niet worden
aangewend tot bestrijding van de kosten van herstel der schade, door de verkoper
kunnen worden in mindering gebracht op de door deze te betalen koopsom of, indien
de koopsom reeds betaald is, kunnen worden teruggevorderd van de koper.
7. De koper is verplicht, tot het moment dat de verkoper gebruik maakt van haar recht van wederinkoop, de voormelde zaken in goede staat te onderhouden; zij zal tot het moment dat de verkoper gebruik maakt van haar recht van wederinkoop de zaken
niet van aard of bestemming mogen veranderen zonder vooraf verkregen schriftelijke
toestemming van de verkoper.
8. De verkoper zal, met of zonder een of meer deskundigen, tot het moment dat de
verkoper van haar recht van wederinkoop gebruik maakt, het recht hebben het
rgistergoed te betreden tijdens de reguliere openingstijden, ten einde te controleren
of door de koper aan deze verplichtingen wordt voldaan.
9. Tot het moment dat de verkoper gebruik maakt van haar recht van wederinkoop, zal:
a. de koper niet anders dan met vooraf verkregen schriftelijke toestemming van -
de verkoper het registergoed geheel of ten dele aan derden in eigendom mogen
overdragen of daarop enig beperkt of zakelijk genotsrecht of een kwalitatieve
verbintenis of lijdende erfdienstbaarheid mogen verlenen, of de goederen
mogen verhuren of verpachten of onder welke titel ook in gebruik mogen
afstaan;
b. geen vooruitbetaling van huurpenningen of pachtpenningen mogen worden
bedongen of aangenomen en geen cessie van toekomstige huur- of
pachtpenningen mogen plaatshebben, voorzover deze zich uitstrekt over de
periode na vervulling van gemelde ontbindende voorwaarde.
10. De koper zal verplicht zijn het registergoed binnen drie (3) maanden na de
dagtekening van het in lid 2 vermelde deurwaardersexploot ter beschikking van de
verkoper te stellen. Tot de dag van terbeschikkingstelling zullen de onroerende zaak-, grond- en alle andere zakelijke belastingen en lasten voor rekening van de koper
blijven, waarvan de nodige verrekeningen tussen partijen alsdan zullen plaats hebben.
11. De kosten, verbonden aan de uitoefening van het recht van wederinkoop en aan de gevolgen daarvan, zullen voor rekening van de verkoper zijn.
12. Bij overtreding of niet-nakoming door de koper van enige bepaling der onderhavige overeenkomst, zal de verkoper gerechtigd zijn van haar een onmiddellijk opvorderbare boete te vorderen voor iedere overtreding of niet-nakoming, met bevoegdheid van de verkoper de eventueel meer geleden schade van de koper te vorderen en om desgewenst tegelijk boete en nakoming van de hoofdverbintenis te verlangen. De koper zal in gebreke zijn door het enkele feit van de overtreding of niet-nakoming en door het enkel verloop van een bepaalde termijn, zonder dat een ingebrekestelling of aanmaning nodig zal zijn. De boete wordt door partijen vastgesteld op de feitelijke onderhandse verkoopwaarde van het registergoed direct vóór de overtreding of niet-nakoming, met een minimum van de door de verkoper gedragen investeringslasten voor de bouw in de ruimste zin van het woord. Het bedrag zal door een door de verkoper aan te wijzen onafhankelijke deskundige worden vastgesteld.
13. De koper verplicht zich om bij enige overdracht onder bijzondere titel van het
registergoed aan derden de ontbindende voorwaarde op te nemen van inroeping door
de Gemeente van de in dit artikel bedoelde rechten - één en ander onder de
bepalingen en bedingen als bedoeld in lid 3 tot en met 12 van dit artikel - en deze
rechtsverkrijgende(n) te verplichten om deze voorwaarde, bepalingen en bedingen
wederom op te leggen aan hun rechtsverkrijgende(n) bij elke volgende overdracht
onder bijzondere titel. Het bepaalde in lid 12 is van overeenkomstige toepassing.
De koper zal de verplichtingen uit voormelde “kettingbedingen” nakomen, waaronder die tot wederoplegging bij vervreemding. Verkoper aanvaardt dit voor de gerechtigde(n) tot het beding."
1.6 Het gebouw is medio 2006 opgeleverd en in gebruik genomen. Het proces-verbaal van oplevering is gedateerd op 27 juli 2006.
1.7 Bij brief van 28 december 2007 is door eiseres met verweerder een procedure-afspraak gemaakt, inhoudende dat door verweerder een beschikking "geen teruggaaf" zal worden afgegeven over het tijdvak september 2005 en dat daarover vervolgens geprocedeerd zal worden. Na een dienovereenkomstig door verweerder genomen besluit is door eiseres de beschikking "geen teruggaaf" bezwaar aangetekend. In zijn beslissing daarop heeft verweerder het bezwaar toegewezen, omdat het een teruggaaf van btw betrof die betrekking had op vervaardiging van een goed dat naar het oordeel van verweerder uiteindelijk belast geleverd is, ofwel op grond van artikel 3, lid 1, onder a, van de Wet op de omzetbelasting 1968 (Wet OB, tekst 2006) ofwel op grond van artikel 3, lid 1, onder h, van die wet. Het bedrag van de teruggaat bedroeg voor september 2005 € 530.672 en voor de andere nog aangehouden tijdvakken € 971.714. In totaal zijn uiteindelijk teruggaafbeschikkingen
afgegeven voor een bedrag van € 1.502.386 exclusief heffingsrente. Daarmee is alle op de bouw van het gebouw drukkende voorbelasting aan eiseres teruggegeven.
1.8 Eiseres heeft binnen de gemeente Ooststellingwerf meerdere accommodaties aangewezen die door verschillende gebruikers voor een meervoud van functies worden aangewend. Het beheer en de exploitatie van die accommodaties is steeds in handen gegeven van beheerstichtingen, overigens zonder dat daarbij de accommodatie is overgedragen aan de beheerstichting.
1.9 De investering in het gebouw door eiseres bedraagt € 13.739.028, waarvan € 1.500.000 voor de ingebrachte grond en opstallen; het restant wordt gevormd door de bouwkosten van het gebouw.