ECLI:NL:RBLEE:2010:BO8177

Rechtbank Leeuwarden

Datum uitspraak
21 december 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
17/080337-97 TBS
Instantie
Rechtbank Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling van een veroordeelde in het kader van transmurale behandeling

In deze zaak heeft de rechtbank Leeuwarden op 21 december 2010 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een veroordeelde, geboren in 1945, die momenteel verblijft in de Dr. Henri van der Hoeven Kliniek te Utrecht. De officier van justitie had verzocht om de termijn van terbeschikkingstelling met één jaar te verlengen. Tijdens de zitting op 7 december 2010 waren de veroordeelde, haar raadsman mr. M. Wijngaarden, de officier van justitie en een deskundige aanwezig. De rechtbank heeft de relevante stukken, waaronder een rapport van het behandelteam van de kliniek, in overweging genomen.

De veroordeelde was eerder schuldig bevonden aan moord en onderging een terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege. De laatste verlenging van de terbeschikkingstelling vond plaats op 31 december 2008. Het behandelteam heeft gerapporteerd dat de intramurale behandeling is afgerond en dat de veroordeelde nu in het kader van transmurale behandeling buiten de kliniek woont. De kliniek heeft aangegeven dat de behandeling goed verloopt en dat er geen signalen zijn van psychische ontregeling.

De rechtbank heeft vastgesteld dat het risico van terugval in gewelddadig gedrag laag is, maar dat zonder de tbs-maatregel het risico op langere termijn als matig wordt ingeschat. De rechtbank benadrukt het belang van monitoring van de veroordeelde en het opbouwen van een zinvolle dagbesteding. De deskundige heeft de voorkeur uitgesproken voor voortzetting van de behandeling in het huidige kader, omdat de reclassering niet voldoende toezicht kan bieden. Uiteindelijk heeft de rechtbank besloten om de terbeschikkingstelling met één jaar te verlengen, gezien de noodzaak van zorgvuldige monitoring en interventiemogelijkheden.

Uitspraak

RECHTBANK LEEUWARDEN
Sector straf
parketnummer 17/080337-97
beslissing van de meervoudige kamer d.d. 21 december 2010 op een vordering van de officier van justitie tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling
in de zaak tegen
[veroordeelde],
geboren op [geboortedatum] 1945 te [geboorteplaats],
thans verblijvende in de Dr. Henri van der Hoeven Kliniek te Utrecht.
Procesverloop
De officier van justitie heeft schriftelijk gevorderd dat de rechtbank de termijn van terbeschikkingstelling van de veroordeelde zal verlengen met één jaar.
De behandeling heeft plaatsgevonden op 7 december 2010, waarbij aanwezig waren de veroordeelde, haar raadsman mr. M. Wijngaarden, de officier van justitie en [naam] als deskundige. De rechtbank heeft acht geslagen op de stukken, waaronder met name het rapport met advies van het behandelteam van de inrichting waar de veroordeelde van overheidswege wordt verpleegd, d.d. 25 oktober 2010, alsmede de aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van de veroordeelde.
Motivering
Veroordeelde is bij arrest van het gerechtshof te Leeuwarden d.d. 17 november 1998 schuldig verklaard aan het (tweemaal) plegen van moord en haar is onder andere de maatregel van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege opgelegd. De terbeschikkingstelling is laatstelijk op 31 december 2008 verlengd met twee jaar.
Uit het advies van de kliniek blijkt dat de intramurale behandeling inmiddels is afgerond en dat veroordeelde in het kader van haar transmurale behandeling inmiddels buiten de kliniek woont. Dit verloopt goed en er zijn geen signalen dat zij psychisch ontregelt of anderszins in de problemen komt. Uit de meest recente multidisciplinaire consensusbespreking risicotaxatie volgt dat het risico van terugval in gewelddadig gedrag bij transmuraal verblijf laag moet worden ingeschat. Zonder het kader van de tbs-maatregel wordt het risico van gewelddadig gedrag op langere termijn nog als matig ingeschat, met name wanneer de druk bij veroordeelde toeneemt en zij het overzicht verliest. Het belangrijkste doel voor het komende jaar is dat goed gemonitord wordt of veroordeelde buiten de kliniek psychiatrisch stabiel blijft nu zij haar medicatie heeft afgebouwd. Daarnaast zal veroordeelde een zinvolle dagbesteding buiten de kliniek dienen op te bouwen zodat zij haar behandelingsprogramma in de kliniek kan afronden.
De kliniek adviseert verlenging van de terbeschikkingstelling voor een termijn van één jaar.
Ter zitting heeft de deskundige de visie van de kliniek nader toegelicht.
Veroordeelde heeft verklaard dat zij in vrijheid verder wil gaan met haar leven. Haar raadsman heeft voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging bepleit. Hij heeft daartoe -kort gezegd- aangevoerd dat gekozen dient te worden voor het minst ingrijpende middel.
De rechtbank komt op grond van de stukken en het onderzoek ter zitting tot het volgende oordeel.
Uit het advies van de kliniek komt naar voren dat de behandeling van veroordeelde voorspoedig verloopt; de medicatie is afgebouwd en veroordeelde woont vanaf mei 2010 in een eigen huurwoning in Utrecht. Een belangrijk doel voor het komende jaar is het goed monitoren of veroordeelde buiten de kliniek psychiatrisch stabiel blijft. Het gaat hierbij met name om het langdurig en intensief monitoren van het effect van de recente medicatie-afbouw op de psychiatrische stabiliteit van veroordeelde. Daarnaast zal de behandeling zich richten op verdere socialisatie zoals het opbouwen van een zinvolle dagbesteding. Bij goed verloop van de behandeling kan op termijn de begeleidingsstructuur verder worden verminderd en onderzocht worden of het huidige dwingend kader van de terbeschikkingstelling nog noodzakelijk is om het risico van terugval in gewelddadig gedrag tot een aanvaardbaar niveau te brengen. Zonder het kader van de tbs-maatregel wordt het risico van gewelddadig gedrag op langere termijn nog als matig ingeschat. Bovengenoemde monitoring van het effect van de medicatie-afbouw is noodzakelijk om het delictrisico op lange termijn te kunnen beoordelen.
De kliniek heeft volledigheidshalve ook een inschatting gemaakt van het delictrisico binnen de context van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging. Hieruit blijkt dat het risico van terugval in ernstig gewelddadig gedrag binnen deze context als laag moet worden ingeschat. Desondanks geeft de kliniek er de voorkeur aan om de behandeling in het huidige transmurale kader voort te zetten. De kliniek meent dat de reclassering het noodzakelijke toezicht onvoldoende kan bieden. Daarnaast is er het belang van voldoende interventiemogelijkheden mocht de veroordeelde psychiatrisch ontregeld raken. Dit kan de reclassering te weinig bieden.
De deskundige heeft ter zitting nog aangegeven dat ook de reclassering mogelijkheden heeft om het risico van het opnieuw plegen van een ernstig delict in te schatten doch dat dit minder gemakkelijk is dan via de transmurale weg. Ook zal er dan slechts contact met één persoon zijn, waar de kliniek zo nodig een team kan inzetten.
De rechtbank komt op basis van het bovenstaande tot het oordeel dat de delictgevaarlijkheid ook thans nog van dien aard is dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen een voortzetting van de terbeschikkingstelling vereisen. De rechtbank acht het op dit moment nog geen optie over te gaan tot een voorwaardelijke beëindiging van de terbeschikkingstelling gezien het grote belang van het zorgvuldig monitoren van veroordeelde door medewerkers van de kliniek. Dit is immers, in combinatie met voldoende interventie- mogelijkheden, van essentieel belang voor het op langere termijn reduceren van het gevaar voor recidive tot een aanvaardbaar niveau. De stelling van de raadsman dat uit de door hem overgelegde grafiek blijkt dat de kans vrijwel nihil is dat een vrouw van 65 jaar een moord pleegt, maakt dit niet anders. In de grafiek is namelijk de kans tot uitdrukking gebracht dat een willekeurige 65-jarige vrouw een moord pleegt. Het gaat hier echter om de kans dat deze 65-jarige vrouw, die reeds de maatregel van terbeschikkingstelling met dwangverpleging opgelegd heeft gekregen vanwege levensdelicten, weer vervalt in gewelddadig gedrag.
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht.
Beslissing
De rechtbank verlengt de termijn gedurende welke [veroordeelde] voornoemd ter beschikking is gesteld met één jaar.
Deze beslissing is gegeven door mr. K. Post, voorzitter, mr. Y. Huizing en mr. F. Kleefmann, rechters, bijgestaan door T.L. Komrij, griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 21 december 2010. Mr. Kleefmann is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.