ECLI:NL:RBLEE:2010:BO6148
Rechtbank Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vaststelling vaderschap van een minderjarige in het kader van Roemeens recht en de Wet Conflictenrecht Afstamming
In deze zaak heeft de rechtbank Leeuwarden op 1 december 2010 uitspraak gedaan in een verzoekschrift tot vaststelling van het vaderschap van de minderjarige [A], geboren in 2008. Verzoekster, in haar hoedanigheid als wettelijke vertegenwoordigster van [A], heeft de rechtbank verzocht om het vaderschap van verweerder vast te stellen. Verweerder is de biologische vader van de minderjarige, maar zijn familierechtelijke relatie wordt in Nederland niet erkend, aangezien hij gehuwd is met een andere vrouw en vier kinderen heeft. De gemeente Groningen heeft geweigerd om de erkenning van de minderjarige door verweerder aan de geboorteakte te hechten, verwijzend naar de relevante artikelen van het Burgerlijk Wetboek en de Wet Conflictenrecht Afstamming.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de Nederlandse rechter bevoegd is om van de zaak kennis te nemen op basis van de EEX-verordening. Tevens is het Roemeense recht van toepassing, aangezien verzoekster de Roemeense nationaliteit heeft en verweerder de Nederlandse. De rechtbank heeft overwogen dat er geen wettelijke beletselen zijn om het vaderschap vast te stellen, aangezien vaststaat dat verweerder de biologische vader is van de minderjarige. De rechtbank heeft de belangen van de minderjarige in overweging genomen en geconcludeerd dat het verzoek van verzoekster toewijsbaar is.
De rechtbank heeft in haar beslissing het vaderschap van verweerder over [A] vastgesteld, waarmee de juridische positie van de minderjarige gelijkgesteld wordt aan die van de andere kinderen van verweerder. De beschikking is gegeven door mr. M. van der Hoeven, lid van de kamer en kinderrechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting. Tegen deze beschikking kan binnen drie maanden hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te Leeuwarden.