ECLI:NL:RBLEE:2010:BO4250
Rechtbank Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om omgangsregeling tussen vader en minderjarigen in het familierecht
In deze zaak heeft de rechtbank Leeuwarden op 10 november 2010 uitspraak gedaan in een verzoek van de man om een omgangsregeling vast te stellen met zijn minderjarige kinderen [X] en [Y]. De man en de vrouw hadden een 'knipperlichtrelatie' en de man had zich niet betrokken getoond bij de zwangerschap van de vrouw, die het kind [X] ter wereld bracht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de man niet bij de geboorte van [X] aanwezig was en dat er geen contact was tussen de man en de vrouw na de beëindiging van hun relatie. Gedurende de jaren na de geboorte van [X] heeft de man wel sporadisch contact gehad met de vrouw, maar de rechtbank oordeelde dat er geen nauwe persoonlijke betrekking bestond tussen de man en [X]. De rechtbank heeft getuigenverklaringen gehoord, maar deze gaven onvoldoende steun aan de stelling van de man dat er een band bestond die kon worden aangemerkt als 'family life' in de zin van artikel 8 EVRM. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de man niet aannemelijk heeft gemaakt dat er een nauwe persoonlijke betrekking bestaat en heeft hem niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek om een omgangsregeling. De beslissing kan binnen drie maanden in hoger beroep worden aangevochten bij het gerechtshof te Leeuwarden.