ECLI:NL:RBLEE:2010:BO3279
Rechtbank Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.F. Germs-de Goede
- K. van der Leij
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van bezwaar tegen naheffingsaanslag omzetbelasting en herstelmogelijkheden
In deze zaak heeft de Rechtbank Leeuwarden op 24 februari 2010 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser en de inspecteur van de Belastingdienst over de niet-ontvankelijkheid van een bezwaar tegen een naheffingsaanslag omzetbelasting. Eiser had op 28 december 2006 een naheffingsaanslag ontvangen voor het tijdvak van 1 januari 2005 tot en met 31 december 2005, met een bedrag van € 4.475, een boete van € 1.118 en heffingsrente van € 172. Eiser heeft op 12 juni 2007 beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van 2 mei 2007, waarin de naheffingsaanslag en de boete werden gehandhaafd. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser op 8 februari 2007 pro-forma bezwaar had aangetekend en dat hij op 7 maart 2007 om uitstel had verzocht voor het indienen van de gronden van het bezwaar. Verweerder had eiser tot 22 maart 2007 de tijd gegeven om de gronden kenbaar te maken, maar had in zijn brief van 8 maart 2007 aangegeven dat faxen niet meer geaccepteerd werden.
De rechtbank oordeelde dat verweerder eiser niet in de gelegenheid had gesteld om het verzuim te herstellen, aangezien de indiening per fax niet was toegestaan. De rechtbank concludeerde dat de niet-ontvankelijkheid van het bezwaar ten onrechte was verklaard, omdat eiser niet de kans had gekregen om het verzuim te herstellen. De rechtbank vernietigde de uitspraak op bezwaar, verklaarde het bezwaar ontvankelijk en droeg verweerder op om binnen twaalf weken uitspraak te doen op het bezwaarschrift van eiser. Tevens werd verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser, vastgesteld op € 322.
De uitspraak benadrukt het belang van de mogelijkheid tot herstel van verzuimen in het bestuursrecht en de verplichting van bestuursorganen om belanghebbenden de kans te geven om aan de vereisten te voldoen.